BOUWEN OP MACHTSPOLITIEK?

 

Aanleiding

 

Het is 6 januari. We hebben een week vakantie. Ik besluit op het vakantieadres te gaan kijken naar de behandeling van de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen in het Congres. Op een bepaald moment zie je hoe een menigte het Capitool bestormt. Er breekt chaos uit. Hebben we te maken met een greep naar de macht? Je ziet in de menigte die bestormt ook spandoeken waarop staat: ‘Jesus saves’ en ‘Jesus 2030’. Spandoeken die duidelijk moeten maken dat Christus meegaat met dit geweld. Dat macht en geweld ervoor moeten zorgen dat er ook in 2030 nog een christelijke samenleving is. De macht van de staat, de macht van een president, moet het bestaan van de kerk en een christelijk leven waarborgen. Dat deed me aan iets anders  denken.

Namelijk dat in het Reformatorisch Dagblad van 3 oktober aan verschillende mensen gevraagd werd hoe ze vanuit hun christen-zijn over de verkiezingen in Amerika denken. Het gaat mij nu niet om deze verkiezingen zelf. Wel over een bepaalde uitspraak die ds. H.J. Prosman (hervormd predikant in Nieuwdorp) daarbij maakte. Hij deed deze uitspraak: “De visie dat je als christenen geen machtspolitiek zou mogen bedrijven, bevalt mij totaal niet. Als je zo redeneert, blijft er van het traditionele christendom niks over.” 

Deze uitspraak bleef bij mij hangen. Een uitspraak die ik als heel vreemd ervaar. Vreemd aan het evangelie. Het opende mijn ogen voor hoe bepaalde mensen denken en daarbij hun hoop voor de toekomst van de kerk vestigen op macht die van de wereld komt.

Het is zo dat we in artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis ook aandacht vragen voor de taak van de overheid, om in dienst van Christus te staan en de kerk die het evangelie verkondigd te beschermen. Maar we belijden daar niet dat Christus kerk ‘voor haar bestaan van de overheid afhankelijk is’. Het is zeker niet zo dat we voor het bestaan en het voortbestaan van de kerk op een overheid moeten bouwen. Maar hier geldt wat we in Psalm 146 lezen: “Vertrouw niet op edelen, op het mensenkind, bij wie geen heil is. Zijn geest gaat uit hem weg, hij keert terug tot zijn aardbodem; op die dag vergaan zijn plannen. Welzalig is hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, die zijn verwachting stelt op de HEERE, zijn God”.  vs. 3-5

Het verdient onze aandacht om eens verder te kijken naar de uitspraak van ds. Prosman en wat er bij het Capitool gebeurde. Hebben we de macht van de overheid nodig om als kerk van Christus te kunnen blijven bestaan? Is de overheid de rots waarop we moeten bouwen om als kerk de wederkomst te kunnen halen? Daarbij komt dan de vraag op waar we voor ons kerk-zijn en voor ons leven met Christus op bouwen.

 

Bergrede

 

Belangrijke woorden van de Here Jezus hiervoor vinden we in Mattheus 7:24-27: “Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft; en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gefundeerd. En ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal met een dwaze man vergeleken worden, die zijn huis op zand gebouwd heeft; en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het stortte in en zijn val was groot.” De woorden die de Here Jezus daar spreekt vinden we in de Bergrede. Het is de afsluiting van deze toespraak van Hem. De afsluiting waarin Hij laat zien en horen dat zijn woorden met gezag, met autoriteit, tot de mensen komen. Het zijn geen woorden om over te discussiëren, maar om na te volgen en op te bouwen. De hoorders hebben dat goed begrepen. We lezen dat in vers 28,29. Vanuit het grondliggende   onderwijs in de Bergrede gaat de Here Jezus verder met zijn Goddelijke onderwijs. Hij laat horen wat het onderwijs is waarop we echt kunnen bouwen om staande te blijven. Onze Heiland laat ook zien hoe onmisbaar het is om op Hem en zijn woorden ons leven te bouwen. Wie dat niet doet, bouwt zijn leven en bouwt ook de kerk, op zand. Dan zullen we het in moeilijke situaties niet volhouden. Dan maken we van de kerk een menselijke zaak en zullen de omstandigheden dit wat wij kerk noemen, wegvagen . Wanneer wij bouwen op menselijke macht kan dat mooi lijken, maar houden we geen stand. Dat wordt ook duidelijk op andere plaatsen in het evangelie. De Here Jezus geeft namelijk ook aandacht aan de omstandigheden waarin de overheid en andere machten zich tegenover de gelovigen, tegenover de kerk, opstellen. Hij maakt duidelijk dat dit gaat gebeuren. Ik geef aandacht aan twee plaatsen waar wij dit lezen.

 

Mattheus 10

 

“Zie, Ik zend u als schapen te midden van de wolven; wees dus bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven. Maar wees op uw hoede voor de mensen, want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen. En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen en de heidenen. Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.” vs. 16-20

De Here Jezus maakt heel duidelijk dat we juist als volk van God niet zullen kunnen bouwen op de machthebbers. Het zal juist in de geschiedenis vaak zo zijn dat we het zonder de macht van de overheid moeten doen. Het zal juist zo zijn dat het geregeld in de geschiedenis voorkomt dat de overheid en de macht zich tegen ons zal keren. Dan is een greep naar de macht niet de oplossing. Dan hebben we ergens anders op te bouwen dan op de macht in deze wereld. Dan is juist een leven dicht bij de HERE wat we nodig hebben. Dan is het nodig dat we niet naar het wapen van opstand en geweld grijpen. Dan is het nodig dat we bidden om de Geest die ons dan wil geven wat we nodig hebben om gelovig kind van God te blijven. Om echt kerk van Christus te blijven tegen alle verdrukking in.

 

Johannes 15

 

“Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft. Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u. Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord in acht genomen hebben, zullen zij ook het uwe in acht nemen. Maar al deze dingen zullen zij u aandoen omwille van Mijn Naam, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft.” vs. 18-21

De Here Jezus laat  in deze tekst zien dat we niet de verwachting kunnen hebben om als kinderen van God  op deze wereld niet vervolgd te worden. Tot de terugkeer van de Here Jezus zal er op deze wereld vervolging van Gods volk zijn.  Wie in geloof met Christus leeft, zal tot de wederkomst te maken krijgen met verzet, met vijandschap, met bespotting, met verachting, met veel tegenwerking en tegenspraak. Dit soort dingen moeten ons niet van de wijs brengen. Want juist als we leven met Christus  en dit  ons overkomt, is dat een teken dat we de Here volgen.

Die dingen  moeten ons niet van de wijs brengen. Want juist als deze dingen ons overkomen, wordt zichtbaar dat we Christus volgen. We horen de Here Jezus ook tegen óns zeggen in vers 19,20a: “Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat de wereld jullie. Denk aan wat Ik gezegd heb: een slaaf is niet meer dan zijn meester. Ze hebben Mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen”. Als de ongelovige wereld van ons geen kwaad woord zou spreken, als de ongelovige omgeving ons alleen maar goed en mooi zou vinden, zou er bij ons een alarmbel moeten gaan rinkelen. Dan moeten bij ons alle seinen op rood springen en we bij onszelf gaan kijken of wij ons niet heel erg aan de wereld en een werelds leven hebben aangepast. Of wij nog wel echt voluit Christus volgen en leven en spreken volgens zijn woord en wil.

Wij kunnen niet verwachten als christenen alleen maar vriendelijk behandeld te zullen worden. Op deze wereld zullen we niet beter behandeld worden dan onze Heer en Verlosser. Hij is vervolgd. Dat zal ons, als we Hem voluit volgen, ook in het leven gebeuren. Je krijgt dan met tegenstand te maken. Wanneer de Here Jezus tegen zijn leerlingen zegt dat Hij dit al eerder gezegd heeft, verwijst Hij naar de woorden die Hij gesproken heeft bij de voetwassing in Johannes 13: “Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt.” vs.16,17

 

Openbaring 11

 

Er zijn periodes in de geschiedenis dat het erop lijkt dat de kerk van Christus verdwenen is. Soms lijkt ze op sterven na dood. Soms lijkt het er echt op dat de kerk van Christus verdwenen is. Dat zal gebeuren, zegt Christus op weg naar de wederkomst. Heel duidelijk en beeldend lezen we dat in Openbaring 11: “En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden. En hun dode lichamen zullen liggen op de straat van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd. En de mensen uit de volken, stammen, talen en naties zullen hun dode lichamen drieënhalve dag zien, en zullen niet toelaten dat hun dode lichamen in het graf gelegd worden. En zij die op de aarde wonen, zullen zich over hen verblijden, en zullen feest gaan vieren en elkaar geschenken sturen, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen, zo gekweld hadden.” vs. 7-10

Waarom vertelt Christus ons dit nu in Openbaring? Juist omdat de kerk van Christus nooit helemaal weg is in de geschiedenis. Christus is nooit in de geschiedenis zonder zijn volk op aarde. Hij vertelt ons dit ook wanneer we merken dat we als kerk steeds meer in de hoek komen waar de klappen vallen. Juist om ons te bemoedigen. Hij laat ons weten dat de wereld en de aangepaste kerk kunnen juichen, maar dat deze juichers eens van een koude kermis thuis zullen komen. Ze krijgen Christus werk, zijn vergadering van zijn kerk, niet stuk. Hoe anders het ook lijkt.

De echte kerken zijn gesloten. De gebouwen staan leeg. Het evangelie waarin tot bekering wordt opgeroepen, waarin gezegd wordt dat er zonder bekering Gods oordeel is, lijkt niet meer te worden gehoord. De mensen juichen, zijn blij en geven elkaar cadeaus. Maar dat duurt niet lang. Het lijkt een korte periode.

We lezen namelijk in vers 11: “En na die drieënhalve dag kwam er een levensgeest uit God in hen en zij gingen op hun voeten staan. En grote vrees overviel hen die hen zagen.”

Dat het kort is daarop wijst de drie en halve dag in vers 11. Wat zie je gebeuren? De kerk lijkt knock out . Het lijkt of ze uitgeteld ligt en dood is. Dan ineens komt het geluid van het evangelie weer naar buiten. Wij kunnen denken dat er niets meer over is van Christus kerk. Wanneer wij denken dat de kerk van Christus ten dode is opgeschreven, zijn wij niet de eerste die dat denken. Een van de mensen die dat op een bepaald moment ook dacht was de profeet Elia. Wat moest hij als profeet, als iemand die Gods getuigenis uitsprak, een tegenstand meemaken. Het leek allemaal niets te helpen. Hij denkt dat hij alleen is overgebleven. Dat er buiten hem geen gelovigen meer zijn. Dat met zijn dood de kerk van de aarde verdwenen is. Dan zegt de HERE o.a. dit tegen Elia: “Maar Ik zal in Israël zevenduizend overlaten, alle knieën die zich niet gebogen hebben voor de Baäl, en elke mond die hem niet gekust heeft.” 1 Kon. 19:18

De HERE laat zijn werk niet stukmaken. Aan het einde van de geschiedenis zal vooral duidelijk worden dat Christus’ trouwe kerk overwint. Want wat gebeurt er als de Here Jezus terugkomt op de wolken? Wat gebeurt er als alle mensen die ooit geleefd hebben opgestaan zijn? We lezen in het vervolg van Openbaring 11 dat de gelovigen, Christus trouwe kerk, dan op Gods stem richting de hemel gaan. Voor de ogen van alle mensen. Vanuit de rest van de Bijbel weten we dat dit gebeurt als de Here Jezus terugkomt en de gelovigen richting de hemel gaan om Christus te ontmoeten en dan met Hem weer naar de aarde gaan. We lezen dat zo in 1 Thess. 4:17 “Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.”

 

Een stem uit de vroege kerk

 

We kennen een brief uit de tweede helft van de tweede of het begin van de derde eeuw na Christus waarin verduidelijkt wordt hoe christenen in die tijd leven. Wat hun overkomt. Het is de brief aan Diognetus . De werkelijkheid van verdrukking en vervolging in die tijd wordt daar zo omschreven: “Ze (de christenen RV) wonen op aarde, maar hun burgerschap is in de hemel. Ze gehoorzamen de vastgestelde wetten, maar overtreffen die wetten in hun persoonlijk leven.

Ze houden van iedereen, en door iedereen worden ze vervolgd. Ze zijn onbekend, maar toch worden ze veroordeeld. Ze worden ter dood veroordeeld, maar komen weer tot leven. Ze zijn arm, maar maken velen rijk. Ze hebben van alles nodig, maar zijn overvloedig in alles. Ze worden onteerd, en tegelijk vinden ze eer in hun oneer. Ze worden gesmaad, maar in het gelijk gesteld; ze worden vervloekt, maar ze zegenen; ze worden bespot, maar blijven vol respect. Als ze goed doen worden ze gestraft, alsof ze kwaad doen. Als ze gestraft worden, verheugen ze zich alsof ze tot leven worden gewekt. Door de Joden worden ze aangevallen als buitenlanders en door de Grieken worden ze vervolgd, en toch zijn degenen die ze haten niet in staat een reden voor hun vijandschap te noemen.”  V,9-17  

We zien hier duidelijk dat de kerk leefde in een tijd waarin de politiek en de machthebbers vaak geen bescherming boden.

 

Macht als basis?

 

Is het zo dat de kerk van Christus ten dode is opgeschreven wanneer we als christenen geen machtspolitiek bedrijven? Als dat zo is dan is duidelijk dat we op zand bouwen en niet op de rots. Wanneer wij als kerken gebouwd zijn op onze tradities, wanneer we alleen traditioneel willen zijn, zal bij vervolging en druk de kerk vergaan. Dan bouwen we op onszelf. Dan is de kerk een menselijke zaak geworden ondanks vele vrome woorden. Dan gaat het om onze traditie en onze godsdienst. Dat is zand.

Wanneer we bouwen op Christus, wanneer we vanuit het werk van de Geest bouwen op de overlevering van Gods Woord dan kan geen macht de kerk van Christus stukmaken. Dan kunnen we het heel moeilijk krijgen, maar dan bouwen we op Christus en niet op uiterlijke macht. Dan bouwen we niet op een cultureel christendom, maar op de HERE die ons beloofd heeft alles te geven wat we nodig hebben om zijn kinderen te zijn en te blijven. Dan bestormen we niet met geweld gebouwen waarbij we denken zo veilig te stellen dat Christus redt. Hij redt ook als 2030 komt op zijn manier. Bouwen op Christus als de Rots daar komt het op aan. Dan kunnen we met een gerust hart luisteren naar deze woorden van de Koning van de koningen: “Doe uw zwaard terug op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.” Mattheus 26:52