SPREUKEN 5: ZEGEN EN GEVAAR VAN SEKSUALITEIT
Is seksualiteit goed? Of is het een ‘vergeeflijke zonde’, zoals Augustinus stelt. Spreuken 5 bezingt seksualiteit en waarschuwt ernstig tegen de zonde en haar gevolgen.
Bijna twee jaar geleden schreef ik een Bijbelstudie over Spreuken 7, onder de titel: De verleiding is groot. Ik ga dit nu op dezelfde manier doen over Spreuken 5. Ik herhaal in het eerste gedeelte wat ik ook toen schreef. Dit om alles in een goed perspectief te zetten.
“Wat je hieronder leest is geen uitleg van Spreuken 5. Wel enkele opmerkingen die vanuit het lezen van dit hoofdstuk naar voren komen. In dit hoofdstuk spreekt de Heilige Geest heel openlijk over de verleiding die op ons af kan komen op seksueel gebied. In onze tijd is die verleiding heel breed en intens. De verleiding komt tot ons door mensen die zich op meerdere manieren aanbieden. Daarbij komt ook dat allerlei vormen van porno en het voor het scherm met iemand seksuele handelingen uitvoeren heel makkelijk geworden is. Juist in die omstandigheden is het goed om eens op bepaalde opvallende zaken in Spreuken 5 te letten. Om daarvan te leren. Om de wijsheid van God ook op dit punt in ons leven te laten stromen. Om de verleiding te leren weerstaan of om te breken met dat verkeerde in jouw leven. Het kan een grote en intense strijd zijn. Een strijd waarmee veel meer mensen te maken hebben ook in de kerk dan we vaak denken. Als ik hier schrijf over iemand die getrouwd is, moet je bedenken dat het dan net zo goed gaat om iemand die alleen is en buiten het huwelijk om seksueel contact heeft of zoekt.”
Wanneer ik hier vanuit Spreuken 5 over de vrouw als verleidster schrijf moet je bedenken dat het dan net zo goed over de man als verleider gaat. In Spreuken 5 wijst een vader zijn zoon de weg, juist ook op het punt van de seksualiteit. Natuurlijk is het ook voor de dochters bedoeld die met mannen te maken krijgen die verleiden. Het is ook een waarschuwing voor mannen en vrouwen om niet als verleiders op te treden. Het gaat erom dat we vanuit een hart dat met Christus verbonden is willen leven.
De tijd waarin we leven
We leven in een tijd waarin seksuele prikkels overvloedig naar ons toekomen. Een tijd ook waarin voor velen seksualiteit iets is dat je in je leven met meer dan een persoon deelt. Juist omdat de bevrediging van eigen verlangen daarin bij velen overheersend geworden is. Het is zelfs zo dat velen vinden dat er geen liefde nodig is om elkaar tot seksuele hoogtepunten te leiden. Dat levensgevoel wordt ook in de moderne literatuur verwoord. Een treffend voorbeeld daarvan vind je in het boek Tirza van Arnon Grunberg. Een boek waarin je ook ziet hoe het levensgevoel dat op jezelf gericht is, alles vernietigt. Zelfs de mensen waarvan jij het meeste houdt. Zelfs dat vernietig je als je jezelf in stand wilt houden. In dit boek komt de hoofdpersoon die ongeveer 60 jaar oud is in contact met een meisje van ongeveer 18 jaar. In dat gesprek lezen we dan o.a:
“’Het spijt me’ zegt hij nog een keer, hij staat nu vlak voor haar, hij moet haar opzij duwen, hij moet terug. ‘Van die relaties en van school, en ook van de vis, het spijt me, maar je vindt vast wel iemand die van je houdt. En er zijn ook vegetarische hapjes. Olijven.’
‘Ach,’ zegt ze. ‘Pfff. “Houden van” is zo ouderwets.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Daar doen wij niet meer aan.’ Het komt er bijna agressief uit. Als een terechtwijzing. En zo voelt het ook voor Hofmeester, hij heeft de indruk dat hij terecht gewezen wordt. ……
‘Wij genieten van elkaar, zegt ze. ‘We proberen het tenminste.’ …….
‘Ik denk dat ik kan zeggen: “Wij doen daar niet aan, wij doen niet aan ’houden van’. Wij niet. U misschien wel. Wij niet. …. Hopelijk vindt u me niet brutaal, maar ik geloof dat u onzin verkondigt. Ik geloof dat veel mensen onzin verkondigen en dat ze denken dat dat mag, dat dat geen enkel probleem is omdat ze ouder zijn.”[1]
Een heel ontdekkend citaat! We leven in een wereld waarin zo gedacht wordt. Juist in die wereld is het belangrijk dat we leren zien hoe liefde en seksualiteit bij elkaar horen. Hoe onze Schepper die twee aan elkaar verbonden heeft, want Hij weet wat echt goed voor ons als mensen is. Wat ook op dit deel van ons leven, ons leven echt goed maakt.
Spreken over seksualiteit
In zo’n tijd is het ook nodig om open over seksualiteit te spreken. Om te laten zien dat dit, vanuit de band met Christus, ook op een goede en tere manier kan, zonder dat het plat en schuin wordt. Voor die uitdaging staan we. De heilige Geest geeft ons in het boek Hooglied daarin les. Laten we hiervan willen leren! Want de wijsheid van de heilige Geest is de hoogste wijsheid.
Wanneer je naar de geschiedenis kijkt, zie je dat de manier waarop over seksualiteit gesproken wordt steeds weer verandert. Je kunt zeggen dat de waardering van seksualiteit schommelt tussen verwerping en verafgoding. Tussen afwijzing van seksueel genot en hedonisme. Heel lang hebben de gedachten van Augustinus over seksualiteit een grote invloed in de kerk gehad. Augustinus heeft sterk negatief over het genieten van de seksualiteit gesproken. Het genieten daarvan was in zijn ogen zonde. Je ziet dat o.a. in het volgende citaat uit zijn boek De stad van God. Hij schrijft daar in XIV,16: “Wij zien nergens duidelijker de vernedering van de mens dan in het orgasme van de seksuele lust. Wanneer twee mensen seksuele gemeenschap hebben, eist hun lust immers het hele lichaam voor zich op. Niet alleen het uiterlijk maar ook het innerlijk. Het brengt de hele mens in beweging, omdat de hartstocht van de ziel zich met de begeerte van het lichaam verbindt en vermengt om voor dit genot te zorgen. Dit genot kan door geen ander lichamelijk genot overtroffen worden. Het is zo dat door het hoogtepunt hiervan de helderheid en het wakker zijn van ons denken bijna helemaal bedolven wordt.”
Prof. J.H. van Wijk komt, na de bestudering van wat Augustinus over huwelijk en seksualiteit geschreven heeft, tot de volgende conclusie: “Wie die seksuele begeerte (consupiscentia) in die huwelik tot werklikheid maak – buite voortplanting om – begaan ‘n sonde, maar dan (gelukkig) ‘n vergeefbare sonde. Die konsekwensie van hierdie standpunt is onvermydelik: die ideaal vir ouer egpare (d.w.s. na die periode van kinderverwekking) is ‘n lewe in onthouding.”[2]
Prof. P.J. de Bruyn schrijft o.a. het volgende over de waardering van seksualiteit in de geschiedenis van de kerk: “Die monsterverbond tussen die Christendom en die heidendom in hulle stryd teen die sedelike verwildering in die Romeinse Ryk, het tot gevolg gehad dat daar van ongeveer die tweede eeu na Christus af ‘n antiseksuele tendens in die Christelike kerk ontstaan het. Dit het gelei tot die beskouing dat geslagsgemeenskap wesenlik sondig is, maar verskoonbaar as dit binne die huwelik plaasvind. Die siening bereik sy hoogtepunt in die Victorianisme met sy bykans algehele onderdrukking van die ingeskape seksuele drang by die mens.”[3]
Wie vanuit een antiseksuele gedachtegang denkt, kan niet begrijpen dat God in Zijn Woord zo openlijk over de seksualiteit tussen man en vrouw spreekt. Toch maakt de Heilige Geest ook buiten het boek Hooglied om duidelijk dat de seksualiteit tussen man en vrouw in het huwelijk een geschenk van God is. Ik noem nu twee gedeelten uit de Bijbel die dit duidelijk maken.
“Drink water uit je eigen bak, stromend water uit je eigen put. Laten je bronnen zich naar buiten toe verspreiden, de waterbeken op de pleinen. Laten ze van jou alleen zijn en van geen vreemde met jou. Moge je levensbron gezegend zijn en verblijd je over de vrouw van je jeugd: een zeer lieflijke hinde, een bevallig steengeitje. Laten haar borsten jou te allen tijde dronken maken, dool voortdurend rond in haar liefde. Waarom zou je, mijn zoon, ronddolen bij een vreemde vrouw, de boezem van die onbekende omarmen? Want de wegen van een man zijn vóórde ogen van de HEERE, Hij weegt al zijn sporen.” Spreuken 5:15-21
Paulus kent in de kerken mensen die vanuit het leven met Christus het gewone leven gaan minachten. Het gewone leven zou minderwaardig zijn. Zijn reactie hierop is geïnspireerd door de Heilige Geest:
“Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” 1 Tim. 4:1-5
Het is belangrijk dat we ons door het Woord van God laten leren. Dat we eigen gevoelens en denkbeelden opgeven als we zien dat de Heilige Geest het ons anders leert. Het Woord leert ons de echte wijsheid. Ook als het om de plaats van de seksualiteit in ons leven gaat. Het is niet nodig en ook niet goed om je aan o.a. het boek Hooglied te ergeren.[4] We hebben dat open spreken over de seksualiteit juist nodig. Ook zeker in onze tijd. De Geest leert ons tegenover de platte manier van spreken over seksualiteit hoe we daarover teer en goed kunnen spreken, van generatie tot generatie. We vinden dit open spreken ook in het geheel van Spreuken 5.
Lippen – Vreemde vrouw
In het begin van Spreuken 5 lezen we over de lippen van de vreemde vrouw. Dit staat tegenover de lippen van de vrouw die voor jou niet vreemd is. Een vreemde vrouw is iemand die niet je eigen vrouw is. Dat is de vrouw die jou ertoe wil brengen om met haar tot een seksuele daad te komen. Zij hoort niet bij jou zoals je eigen vrouw die God je gegeven heeft.
Die vreemde vrouw is iemand die voor jou lichamelijk verleidelijk is. Die zich aanbiedt met al haar aantrekkelijkheden. Het kan iemand zijn die iemand is met wie je zo goed kunt praten. Die zoveel begrip voor je heeft. Die op een bepaald moment van jouw leven jou beter lijkt te begrijpen en aan te voelen dan je eigen vrouw of man. Het kan ook iemand zijn die met jou een relatie wil aangaan, maar niet met jou samen Christus wil dienen. Voor een huwelijk zoals de HEERE het wil geldt namelijk: “Een vrouw is door de wet gebonden, zolang haar man leeft. Als haar man echter ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Heere.” (1 Korinthe 7:39).
Een vreemde vrouw is iemand die jouw leven met de HEERE en met mensen om jou heen bedreigt. Het is iemand die jou verleidt tot een (seksueel) leven, waarbij je vervreemdt van een leven met de HEERE.
Een voorbeeld van zo’n vrouw in de Bijbel is Delila. Simson zocht geen vrouw waarmee hij in diepe liefde en trouw aan de HEERE zou leven. Hij ging voor een vrouw die verleidelijk was om te zien. Een vrouw die alles zo verleidelijk en mooi voorstelt.
Het lijkt zo mooi en aantrekkelijk. De ander, of het nu een man of vrouw is, ziet er zo aantrekkelijk uit. In onze ogen zo knap. Dat trekt aan. Die ander weet dat ook en gebruikt eigen uiterlijke schoonheid. Hoe kun je je ertegen wapenen om vooral naar het uiterlijk te kijken? Dan moet je eens letten op het gebruik van het woord ‘lippen’ in die eerste verzen.
We lezen in vers 2 de oproep om te luisteren naar wat van de ervaren leermeester geleerd wordt. Hij is de stem van God. De leerling wordt o.a. opgeroepen om de kennis die hij aangereikt krijgt, met zijn lippen te bewaren. Dat hij in zijn leven met zijn lippen, vanuit zijn hart, die wijsheid zal uitspreken. Ook tegenover de lippen die naar hem toekomen met verleidelijke taal. Dat betekent dus dat hij op de verleiding met een weigering antwoordt. Dat zijn lippen niet de lippen van de vreemde vrouw op haar uitnodiging door zoenen zullen raken. Daarvoor is wijsheid en geloof nodig, want wat de vreemde zegt zal zo glad zijn, zo zoet, zo aantrekkelijk. Als er in vers 3 over honingzeem gesproken wordt gaat het om de wilde honing die zo overvloedig in de raat zit dat het eruit druipt. Die honing is zo zoet. Haar verleidelijke woorden en verschijning zijn zo glad als olie. Het klinkt zo goed.
Juist als je gevoel en je zondige verlangens je over de streep willen trekken is het zo goed en nodig om je het onderwijs te herinneren dat de HEERE op dit punt gegeven heeft. Om dat over je lippen te laten komen en dan de daad bij het woord te voegen. Dat doet me ook denken aan Jozef die door de vrouw van Potifar verleid wordt. Als ze zich al meer als een heerlijke maaltijd aan Jozef opdringt lezen we het volgende: “En het gebeurde, toen zij Jozef dag in dag uit aansprak en hij niet naar haar luisterde om met haar te slapen en bij haar te zijn, dat het op zekere dag gebeurde, toen hij het huis binnenkwam om zijn werk te doen en niemand van de mensen van het huis daar in huis was, dat zij hem bij zijn kleed pakte en zei: Slaap met me. Maar hij liet zijn kleed in haar hand achter, vluchtte en ging naar buiten.” Genesis 39:10-12
Een vreemde vrouw of man is iemand die staat tegenover de vrouw die de HEERE je geeft om in het huwelijk tussen een man en vrouw samen in liefde en trouw te leven. Om daar de unieke eenwording seksueel te beleven. Zie hierbij Genesis 2:24.
Maakt de vreemde gelukkig?
Die vreemde man of vrouw lijkt je gelukkig te maken. Die ander is zoveel aantrekkelijker dan je eigen man of vrouw. Die vreemde voelt jou zoveel beter aan dan die ander met wie je getrouwd bent. Om met die vreemde verder te gaan lijkt zoveel beter voor je leven.
We lezen in vers 4-6 dat het zo anders is. De Geest laat zien dat als je in de val van een vreemde man of vrouw trapt, dat je dan op een weg gaat die niet naar echt geluk leidt maar naar de dood. Je gaat dan op de brede weg. Hier is van groot belang wat de Heere Jezus over de brede en de smalle weg zegt: “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.” (Matheus 7:13,14).
Het seksuele leven staat niet buiten het geestelijke leven. Ook ons seksuele leven heeft alles te maken met de liefde van God. Het wordt als het goed is door de liefde voor God en Zijn Woord bepaalt. Wie jou wil verleiden om op het pad van de vreemde man of vrouw te gaan, zwalkt om jou achter die ander aan op de brede weg te laten lopen. Daar kun je zwalken. Er is daar ruimte om van Gods wil af te wijken. Daar kun je op de weg van je wisselende verlangens en gevoelens gaan. Wie op die weg blijft lopen komt in de dood. Die komt daar waar geen verlossing en eeuwig goed leven meer mogelijk is.
Blijf er ver bij weg
In de verzen 7-14 wordt duidelijk gemaakt dat je ver bij zo’n vreemde vrouw of man weg moet blijven. Ze beloven je plezier. Ze beloven je dat ze vol gevoel voor je zijn. Tegenover dit, stelt de Geest nu de echte wijsheid. Die veel meer is dan het uiterlijk en dan een gevoel op een bepaalde tijd.
De Geest laat hier ook zien dat wij als mensen vaak zwak zijn. Dat onze verkeerde verlangens er zomaar kunnen zijn. Je moet niet denken dat je zelf sterk genoeg bent om elke verleiding te weerstaan. Er zijn al zoveel mannen en vrouwen in handen van de vreemde man of vrouw gekomen die zeiden dat ze niet gevoelig waren voor de verleiding.
Weg blijven bij de verleiding, wegblijven bij plaatsen en personen die voor jou veel verleiding uitstralen, wordt ons op meerdere plaatsen in de Bijbel als de goede weg gewezen. Hieronder vind je enkele voorbeelden:
- Mattheus 5:28-30 De Heere Jezus zegt hier: “Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft. Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.
- Colossenzen 3:5-7: “Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen. In deze dingen hebt ook u voorheen gewandeld, toen u in die dingen leefde.”
- Psalm 1: “Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, die niet zit op de zetel van de spotters, maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt.”
Gevolgen
In Spreuken 5 wordt ook gewezen op de gevolgen die het heeft. We zien dat in onze samenleving voor onze ogen gebeuren. Hoeveel ellende komt er niet voort uit echtscheidingen waarbij een derde, een vreemde in het spel is. Wat heeft dat vaak een verwoestende gevolgen voor de kinderen en voor de betrokkenen zelf. Zoveel ellende omdat je je eigen verlangens op een bepaald moment van je leven achternaloopt in plaats van biddend in liefde en trouw samen te werken aan een goed samenleven met eigen man en vrouw.
Het gebeurt ook dat je door een vreemde man of vrouw voor een bepaalde tijd gebruikt wordt. Dat het daarna over is omdat je je niet aan elkaar verbonden hebt als een man en vrouw die in levenslange trouw aan elkaar verbonden zijn. De ander laat je met veel ellende achter. Je leven is in de omgeving waar je leeft voor een groot deel stuk. Dat is dan het gevolg van het achter je eigen verlangens aanlopen.
Veel van je inzet blijkt voor niets. Misschien is ook veel van je geld weg. Je blijft in beroerde omstandigheden achter. In vers 11 wordt dan zelfs gezegd dat je kermend van ellende achterblijft. Zelfs lichamelijk vraagt het zijn tol. In vers 14 lezen we dat de gevolgen in de gemeenschap waar je leeft, dan ook vaak heel moeilijk zijn. Als je dat bij elkaar optelt, komt de werkelijkheid je voor ogen. Dan komt er de spijt. Wat heb ik gedaan?! Dan zie je dat mensen die je hebben aangesproken en je hebben gezegd dat je op de verkeerde weg bent, het goede met je voor hadden; je de goede weg gewezen hebben. Had nu maar geluisterd naar deze mensen die als goede leraren je de weg wezen. Wat zou je dan veel ellende bespaard gebleven zijn.
Laat je in die ellende dan ook echt gezeggen. Belijd je zonden en ga van de brede naar de smalle weg. Zodat je niet in eeuwige ellende eindigt.
Dan komt er dat positieve. Zoek het bij de vrouw of man die geen vreemde is. Die de man of vrouw is die de HEERE je gegeven heeft. Blijf die ander trouw in liefde. Dat is echt goed.
Je eigen vertrouwde man of vrouw
We lezen vanaf vers 15 hoe man en vrouw die door God aan elkaar gegeven zijn van elkaar mogen genieten. Hoe hier de man opgeroepen wordt om van zijn vertrouwde vrouw te genieten in tere liefde. Tere liefde die zich ook mag uiten in het echt genieten van elkaar op seksueel terrein. De HEERE roept juist op om helemaal voor elkaar open te staan. Ik wil daarvoor ook wijzen op Hooglied 4:1-8. Hoe de Geest ook daar laat zien hoe je als echtgenoot de ander lichamelijk in liefde mag bewonderen. Genieten van wat de HEERE in de ander gegeven heeft. In Hooglied 4 gaat het over de man die de schoonheid van zijn vrouw bezingt.
De schoonheid van de vrouw
Het is opvallend dat de man in Hooglied nu zelf het woord neemt. Tegenover het afstandelijke schrijven over Salomo neemt de man nu met warmte en liefde het woord. Van Salomo hoorden we niets over de vrouw met wie hij getrouwd is. Deze man kan over zijn vrouw niet zwijgen. Daarvoor is zijn liefde voor haar te groot en te intens.
Hij kan van haar niet loskomen. Haar liefde heeft hem gevangen. Zelfs zo dat hij in vers 9 zegt:
“U hebt Mijn hart veroverd, Mijn zuster, Mijn bruid,
u hebt Mijn hart veroverd met één blik van uw ogen,
met één schakel van uw halsketting.”
Zijn vrouw is in zijn ogen zo mooi. Hij maakt een loflied op haar schoonheid, op de stralende schoonheid van haar lichaam.
Let erop dat Hooglied niet bij de aantrekkelijkheid van het lichaam begint. Daar begint echte liefde niet mee. De vrouw heeft in hoofdstuk 1 zelf gezegd dat haar lichaam volgens de smaak van die tijd niet mooi was. Zij is te donker om als aantrekkelijke vrouw geprezen te worden. Zij is niet de vrouw waarover veel mannen vanwege haar lichaam praten.
Toch zingt haar man vol verwondering een lied op haar lichamelijke aantrekkelijkheid. Als het nodig is maakt liefde op een goede manier blind. De liefde maakt eigen man en vrouw mooi en aantrekkelijk. Daarom kan de man de hele tijd van hun huwelijk, ook als ze oud geworden zijn, zijn vrouw vol verwondering bezingen. De manier waarop de man in Hooglied 4:1-5 dat doet, komt ons vreemd voor. Wij zijn er niet aan gewend om het zo te doen. Wij glimlachen vaak als we het lezen. Hoe kun je haren met een kudde geiten vergelijken? Juist dan is het belangrijk om te zien wat hier achter ligt.
Deze man kent zijn vrouw. Al draagt zij een sluier, toch herkent hij haar ogen. Haar ogen spreken voor hem. Daarom vergelijkt hij haar ogen met de ogen van een duif. De ogen van een duif glanzen en schitteren. Hij vergelijkt haar haren met een kudde geiten, die van een berg naar beneden komen. Waarom deze vergelijking? Als je van veraf een kudde geiten met donkere haren ziet, lijkt het één geheel. Als ze van de berg aflopen, lijkt het als een bos donkere haren die op en neer golft.
Vaak kijken mensen nog gekker op, als de tanden van de vrouw met een kudde schapen vergeleken worden. Let erop dat het hier om geschoren schapen en lammeren gaat. Ieder schaap is wit. Als je ze ziet lopen, zie je een prachtig wit gedeelte in het groen van het gras waar ze weiden. Het wit van de tanden van de vrouw zie je zo duidelijk omdat het door haar rode lippen omringd wordt. Haar mond is voor hem zo goed, zo zacht, zo vol liefde. De mond die hij alleen op een speciale manier zoent en die ook hem op een speciale manier zoenen geeft.
Hij kent haar slapen. Ze lijken op een granaatappel. Waarschijnlijk denkt de man nu aan de binnenkant van een granaatappel. Daarin zitten vakjes en zo lijken de slapen twee vakjes aan de zijkant van haar gezicht.
Hij vergelijkt haar hals met de toren van David waarin veel schilden hangen. Het zijn de schilden van helden, die eraan herinneren wat zij in dienst van God voor het volk gedaan hebben. Deze schilden herinneren aan het koningschap van David, dat zo gezegend was. Om de hals van zijn vrouw hangen sieraden, die hij haar gegeven heeft. Bewijzen en herinneringen aan zijn liefde voor haar in het verleden.
Haar twee borsten zijn voor hem zo vertrouwd. Ze zijn voor hem tekens van zachtheid, van teerheid, van intense zachte liefde. Zo zacht en onschuldig en teer als de jongen van een gazelle. Ze getuigen voor hem van de rust die ervan uitgaat als gazellen in alle rust in het veld tussen de lelies weiden.
Laten we kijken naar vers 6-8. Het is voor de man zo goed om bij haar te zijn. Zo heerlijk om haar in alle liefde en teerheid ook lichamelijk te kennen. Bij haar rust te mogen vinden. Hij wil, totdat het in de avond koud begint te worden, met haar buiten zijn. Waar alles spreekt van rust. Waar alles zo heerlijk ruikt. Daarom heeft hij het over de mirreberg en de wierookheuvel. De liefde laat elk gebrek als een struikelblok voor de liefde verdwijnen. Daarom kan hij zeggen: “Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u.” (vs. 7)
Hier zien we hoe juist in het huwelijk van Gods kinderen, de liefde zo moet heersen zoals we daarvan in 1 Kor. 13:7 lezen: “zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.”
In het huwelijk waar de liefde van Christus heerst, vergeven vrouw en man elkaar, zoeken ze elkaar steeds weer in liefde op. Daarom is in onze huwelijken ook heel belangrijk wat we in Efeze 4:26,27 lezen: “Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid,
en geef de duivel geen plaats”.
Dan blijven we liever tot twee uur in de nacht praten en elkaar zoeken. Om de dingen met elkaar uit te praten en niet met een kwade kop te gaan slapen, of niet bij elkaar in hetzelfde bed te willen liggen. Als we elkaar vergeven is alles uit de weg en kunnen we weer samen bidden. Bidden dat de liefde voor elkaar weer mag groeien. Dan is elk gebrek weer door de liefde, de unieke liefde tussen man en vrouw die voortkomt uit Gods liefde, bedekt. Zo werkt Christus als de Verlosser in ons leven.
Leven vanuit Christus’ liefde
Waarom leven de kinderen van God zo vanuit de liefde van Christus in hun huwelijk? Waarom moeten we daaraan, vanuit ons gebed tot de HEERE, steeds weer werken?
Omdat we steeds weer de kracht van de Heilige Geest nodig hebben om de gevaren, die de onderlinge liefde bedreigen, te kunnen ontvluchten De man in Hooglied heeft het daarover als hij zijn vrouw oproept om samen met hem van de Libanon, de Amana, de Senir en de Hermon af te dalen. Het begint daar nu gevaarlijk te worden. Hij laat ook zien waarom hij samen met haar de bergen wil verlaten. Daar zijn de holen van de leeuwen en de ligplekken van de panters. Hij wil die gevaarlijke plaatsen mijden. Hij wil verlaten wat hun leven in liefde bedreigt. De man verstaat zijn taak. Hij geeft hier de leiding die hij volgens Gods Woord hoort te geven.
Hoe kunnen wij nu de gevaren die een huwelijksleven in liefde bedreigen weerstaan? Hoe kunnen wij in ons huwelijk voorkomen dat we de bijzondere liefde en belangstelling in elkaar beginnen te verliezen? Wat doe je als je in je huwelijk ziet dat het al voor een groot deel zo geworden is?
Dan is het zo belangrijk om op de Heere Jezus te letten. Op Gods liefde voor jou! Om bij Hem de liefde voor elkaar weer te halen. Om vanuit de gezamenlijke liefde voor de HEERE in gebed tot Hem te gaan en samen van Gods liefde te willen leven. Om daarom samen te bidden in diepe afhankelijkheid van God. Om weer samen te praten over de dingen die jou in het diepst van je hart bezighouden. Dat jij laat zien dat jij voor de ander warme belangstelling, warme liefde hebt. Zeg dat ook tegen de ander. Zeg dat je van hem of haar houdt. Laat de ander zien dat hij of zij voor jou heel speciaal is. Neem de tijd om samen te praten. Om in alle liefde en teerheid vanuit Christus liefde ook lichamelijk van elkaar te genieten en bij elkaar rust te vinden. Zorg ervoor dat jouw man of vrouw de persoon is met wie je alles deelt. Bij wie je rust zoekt en niet bij iemand anders. Hij of zij moet heel bijzonder in jouw leven blijven. Bid steeds weer dat de HEERE dat in je leven wil geven. Bid en werk daaraan, vanuit het leven met je Vader in de hemel, ook als er een grote verschraling in je huwelijk gekomen is.
Wie zo in diepe afhankelijkheid van de Geest leeft mag weten dat de HEERE zegen geeft. Hij wil de liefde in je leven laten opbloeien. Hiervoor heeft Christus voor Gods uitverkoren kinderen geleden. Wat is het leven, door Christus en Zijn liefde, goed.
Seksualiteit is essentieel
Nu weer terug naar Spreuken 5. Juist als het gaat om de beleving van de seksualiteit met je eigen man of vrouw zie je hier de grote openheid, de totale vertrouwdheid die er met het lichaam van de ander mag zijn. Je ziet dan ook dat het samen genieten van elkaar, van elkaars lichaam, een zegen van God is. Dat je daarin ook juist in dat genieten van elkaar de HEERE eert die dit gegeven heeft. Op een heel mooie manier schrijft Tim Keller over deze verzen in Spreuken 5 dit: “Dit gedeelte verbiedt overspel maar bejubelt ook seks binnen het huwelijk. Er wordt hier geen blad voor de mond genomen bij het vieren van seksueel genot, en dat gebeurt door middel van sprekende beelden. Vrouwelijke seksualiteit wordt een bekken genoemd, een reservoir waarin je kunt afdalen, en mannelijke seksualiteit met een bron, een fontein. De man mag dronken worden aan de borsten van zijn vrouw. Water drinken is seksuele begeerte bevredigen door het bedrijven van de liefde. Vers 18 vraagt zelfs om goddelijke zegen over seks. Hoewel er in dit gedeelte met respect over seks wordt gesproken is er geen greintje preutsheid. Het Nieuwe Testament stelt eveneens dat seks binnen het huwelijk essentieel is en niet optioneel ( 1 Korintiërs 7:2,5).” [5]
De uitleg die hier gegeven wordt vinden we veel meer exegetisch onderbouwt ook terug bij o.a. Tremper Longman.[6]
Laat ik hier nog aan toevoegen dat de Geest ook duidelijk maakt dat de beleving van de seksualiteit in het huwelijk er ook is om God te verheerlijken. Tegenover verbondenheid met de vreemde vrouw staat het gebruik van je lichaam op seksueel vlak zoals de HEERE het bedoeld heeft. Daarvan lezen we in 1 Korinthe 6: “Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, is buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.” (1Kor.6: 18-20).
Dit brengt me tot het laatste voor dit artikel. Dat we ook als het om de seksuele omgang gaat met anderen, leven voor Gods ogen.
Leven voor Gods ogen
Ons hele leven is leven voor Gods ogen. Dat lees je heel duidelijk in de verzen 20-23. Ogen die door alles heen kijken. Ogen die alles zien. Niets is voor de HEERE verborgen. Hij ziet ons tot in de diepste plekken van ons hart. De man die de vreemde vrouw opzoekt en dat voor alles en iedereen verborgen weet te houden, houdt het niet verborgen voor de HEERE. Dat geldt natuurlijk ook voor de vrouw die buiten het huwelijk om eigen seksuele contacten heeft. Dat geldt natuurlijk ook van elke vorm van incest die er is.
Een van de problemen is dat mensen verslaafd raken aan hun eigen seksuele verlangens. Dat zie je in pornoverslaving, dat zie je in het seksueel contact zoeken bij incest, bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat zie je als een vreemde zich zo aantrekkelijk naar je opstelt, terwijl het niet je eigen man of vrouw is. Je raakt verstrikt in je eigen verlangens, je eigen zonden. Elke keer dat je weer naar de zonde toegaat wordt de drempel lager om het weer te doen. Je verstrikt jezelf in een val. Die loopt uiteindelijk uit op Gods oordeel. Des te ernstiger is de oproep van dit gedeelte om weg te blijven bij de vreemde. In daden, in woorden, in gedachten en verlangens. Houd afstand en groei al meer in liefde met hem of haar die je gegeven is. Dat is wat de HEERE wil zegenen.
[1] Grunberg, Arnon; Tirza, 2008. Nijgh & van Ditmar, p. 192,193.
[2] Wyk van, J.H.; Venialis culpa Augustinus over huwelik en seksualiteit, 2002. In: In die Skriflig 36,3 p. 342.
[3] Bruyn de, P.J.; Kerk en seksualiteit in historiese perpektief, 1988. In: Waar die paaie saamwoon p. 56.
[4] Visser, Rob; Ik hou zo van je, 2009. Zwaag: Van Berkum.
[5] Keller, Tim; Spreukendagboek, 2017. Franeker: Van Wijnen p. 281.
[6] Longman, Tremper; Proverbs, 2006. Grand Rapids: Baker Academic p.161-163.