SAMEN NAAR CHRISTUS EN ZIJN WOORD TERUG

 

Zuidhorn  2023

 

Beste broeders en zusters

 

Ik sta hier met knikkende knieën. Ik weet niet of ik met wat ik ga zeggen vrienden maak. Het komt misschien wel heel indringend en hard over. Toch kan ik niet anders. Ik spreek hier ook niet als een afgevaardigde van de GKN of als iemand die eigen kerkverband moet promoten.  Ik zou niet weten wat ik anders kan en mag zeggen. Natuurlijk kan het anders maar dan weet ik dat ik een broodprofeet ben. Dat ik het zeg om de mensen en niet vanuit de HEERE. Ik heb geen andere roeping om juist vanuit Christus en Zijn Woord te spreken. Dat brengt me misschien wel in problemen. Het zij zo. Want ik weet dat Christus ook dan voor me zal zorgen.

Laat ik eerst het laatste deel van de lezing herhalen die ik hier in 2018 mocht houden:

Toekomst 

Samen! Achter Christus aan volgens Zijn Woord elkaar opzoeken om zo al meer samen kerk te zijn.  Dan echt samen en niet alleen je moet bij ons zijn. Dan echt om je heen kijken waar we die gehoorzaamheid en liefde aan Gods Woord vinden. Elkaar opzoeken en vertrouwen in elkaar krijgen door samen vanuit het Woord te zien wat de HERE ook concreet voor leer en leven in 2018 ons leert.  Samen weer onder de verkondiging van het Woord zoals de HERE het gegeven heeft voor alle plaatsen en voor alle culturen in de geschiedenis.

Slot lezing:

Nu dan, onze God, luister naar het gebed van Uw dienaar en naar zijn smeekbeden. Doe, omwille van de Heere, Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is. Neig Uw oor, mijn God, en hoor! Open Uw ogen om onze verwoestingen en de stad te zien waarover Uw Naam is uitgeroepen, want wij werpen onze smeekbeden niet voor U neer op grond van onze gerechtigheden, maar op grond van Uw grote barmhartigheid. Heere, luister. Heere, vergeef. Heere, sla er acht op en doe het, wacht niet langer – omwille van Uzelf, mijn God. Over Uw stad en over Uw volk is immers Uw Naam uitgeroepen.” Dan 9:17-19

 

Wij hebben er een kerkelijke puinhoop van gemaakt

 

Wat een onrust en verdeeldheid in de kerkelijke wereld van ons land. Wat ook een verdeeldheid in wat we gereformeerde wereld noemen. Een heel beschamende verdeeldheid. Als er over geschreven wordt dat er eenheid gezocht moet worden, proef je de moedeloosheid. Hoe kunnen we op het gebed van de Heere Jezus om eenheid in Johannes 17 echt aan die eenheid werken. Een uitvlucht is dan dat we gaan spreken over een geestelijke eenheid die er wel is en dan ons geweten sussen met de zogenaamde onzichtbare kerk waar we toch deel van zijn. Laat ik erbij zeggen dat die voor ons onzichtbare kerk er is en door Christus gezien wordt. Toch mag dat in het concrete geval niets afdoen van het zoeken van elkaar als we staan op de basis van Gods eigen Woord en vandaaruit staan op de belijdenis van de kerk zoals die in de drie oecumenische belijdenisgeschriften en de Drie Formulieren van eenheid  geformuleerd is.

Dan moeten we ook echt erkennen dat we samen schuldig staan aan de kerkelijke verdeeldheid van hen die de HEERE oprecht volgens Zijn Woord willen dienen. Wanneer mensen en kerken met elkaar praten, is het veel te vaak zo dat we als het om het verleden gaat toch iets van eigen gelijk willen halen. Zelf hebben we het -vinden we- toch net wat beter gedaan dan de ander en dat moet toch ook duidelijk verwoord worden. Als dat niet gebeurt, zou dat kerkelijke eenheid in de weg staan. Laten we dan eens naar iemand als Daniël kijken. Daniel belijdt samen met het volk schuld tegenover de HEERE. Dat doet hij met heel duidelijke woorden. Hij zegt in zijn gebed o.a. dit: “Ik bad tot de HEERE, mijn God, en deed belijdenis en zei: Och Heere, grote en ontzagwekkende God, Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen, wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen. Wij hebben niet geluisterd naar Uw dienaren, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaderen, en tot heel de bevolking van het land.” Daniel 9:4-6

Daniël sluit zich daarbij in. Menselijk gezien zou je je van een gelovige als Daniel kunnen voorstellen dat hij voor het volk zou bidden maar zelf daar toch buiten bleef want hij heeft van jongs af aan de HEERE met zijn hart gediend. Ons tot een voorbeeld. Toch sluit hij zichzelf in en belijdt samen met dat zondige en hardnekkige volk schuld.  Laten we dat ook doen als het om de kerkelijke verdeeldheid gaat en elkaar zoeken die op hetzelfde fundament staan en vandaaruit ook wil leven en het evangelie verkondigen.

Nu zeg ik met Daniël: Wij hebben gezondigd. Wij zijn de schuld van de kerkelijk ellende in ons land. Wij hebben gezondigd en elkaar niet echt opgezocht om samen kerk van Christus te zijn. Dat raakt Gods eer. Wij hebben gezondigd. Daar sluit ik mijzelf bij in en ook de GKN waar ik deel van ben. Wij hebben allemaal gezondigd van wat voor kerkverband we hier ook zitten.

 

 

 

Omstandigheden

 

Er is iets wat mij bij het lezen in het Woord van God mij de laatste maanden heel erg heeft getroffen. Dat zijn de omstandigheden van de kerk in de tijd van koning Josia en zijn zonen. Ook de tijd dat Jeremia optrad als Gods profeet.

Het is  in het 18e jaar van koning Josia. Hij is dan 26 jaar oud. Hij wil de HEERE dienen. Toch is er zoveel ongehoorzaamheid, zoveel leven zonder God in de kerk van die tijd. Jeremia stelt dat aan de orde. O.a. wat we lezen in Jeremia 2:29-37. Als je dat leest en je let er op wat er in de kerkelijke wereld in ons land nu speelt, gaan de rillingen over je lijf. Zo verging het mij tenminste. Kijk maar eens mee.

 

Waarom roept u Mij ter verantwoording? U bent allen tegen Mij in opstand gekomen, spreekt de HEERE. Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen, zij wilden geen  vermaning aanvaarden.

Uw zwaard heeft uw profeten verslonden, als een leeuw die verderf aanricht. U, van deze generatie, let op het woord van de HEERE: Ben Ik voor Israël een woestijn geweest

of een land van diepe duisternis? Waarom zegt dan Mijn volk: Wij zijn ongebonden,

wij komen niet meer naar U toe? Zou een jonge vrouw haar sieraad vergeten, een bruid haar gordels? Toch heeft Mijn volk Mij  vergeten, dagen, niet te tellen. Wat weet u goed uw weg

om wellust te zoeken. Daarom hebt u ook de slechtste hoeren uw wegen geleerd.

Ja, in de zomen van uw kleren is gevonden het bloed van arme, onschuldige zielen, die u niet hebt betrapt op inbraak, ja, dat slaat alles. En dan zegt u nog: Voorzeker, ik ben onschuldig, ja,  Zijn toorn is van mij afgewend. Zie, Ik ga met u een rechtszaak voeren, omdat u zegt: Ik heb niet gezondigd. Wat trekt u er veel op uit en verandert u telkens uw weg? U zult ook door  Egypte beschaamd worden, zoals u door Assyrië beschaamd bent. Ook vandaar zult u uitgaan met uw handen op uw hoofd, want de HEERE verwerpt hen op wie u vertrouwt.”

 

Wat zien we in de samenleving en in kerken veel mensen die tegen God in opstand komen. Door Zijn Woord niet te eerbiedigen.

Ook komt de HEERE met waarschuwingen. Al klinkt door de tijden heen er  het liefdevolle vermaan om terug te keren of te blijven op Gods weg. Trouwe dienaren die dit doen worden aan de kant geschoven. In vorige generaties en ook nu. Je wordt aan de kant geschoven want dit willen we niet meer horen. We willen op onze eigen manier Christus dienen. Dan wordt ook nog gezegd tegen mensen en kerken die breken met ontrouw aan Gods Woord dat ze gewoon kunnen blijven. Ze kunnen blijven er is voor hen plaats om te kunnen blijven denken, zeggen wat ze willen. Kerken die daarom een kerkverband verlaten worden ervan beschuldigd kerkscheurend bezig zijn alsof Christus kerk een hotelkerk is. Waar niet Christus koning is maar wij en hoe wij over Christus, over Gods Woord, over een leven in gehoorzaamheid aan Christus denken. Wij op de troon en Christus eraf.

Ondanks trouwe verkondiging gaat het verder. Zelfs in Gods naam. Toch blijft er een leven tegen Gods wil in ook ten opzichte van de naaste. Dat moet kunnen.  Wij zijn onschuldig terwijl we in de praktijk verder gaan met een leven tegen de wil van Christus in. Zijn wil zoals die in de Bijbel, Gods Woord tot ons komt. Je moet in je leven volgens eigen ideeën en gevoelens  leven steeds weer kunnen veranderen. Verandering is goed en je moet vooral niet op dezelfde manier blijven leven. Dat is saai en conservatief.

Natuurlijk moeten we steeds weer veranderen. Ons steeds weer bekeren maar dan volgens het vaste Woord van God voor alle tijden en culturen.

 

Zo’n leven komt voort uit slordigheid omdat je zelf wil besluiten hoe je leeft. Deze manier van leven loopt er op uit dat je ook binnen kerken delen van Gods eigen Woord wegdoet of voor ongeldig voor onze tijd verklaart zonder dat de HEERE zelf dat gedaan heeft.

 

Dat slordige leven zoals ik dat nu genoemd heb zie je in de tijd van Josia.  2 Koningen 22- 2 Kronieken 34 Het volk is zo slordig met de woorden van God omgegaan dat een deel van Gods Woord niet meer bekend is. Dat deel wordt bij een verbouwing van de tempel ergens op een achteraf plekje gevonden. De koning schrikt want ziet dat het volk daardoor een hele tijd tegen Gods wil op meerdere punten heeft ingeleefd. Het hart van Josia wordt week voor de HEERE en Hij komt met een actie tot reformatie

Dat is goed maar in het hart van velen verandert niets en daarom moet Jeremia blijven waarschuwen.

Je ziet wat er gebeurt als je door de samenleving en de invloed van de geest van de tijd ondanks dat je nog het Woord hoort niet echt met je hart je aan Christus overgeeft. Als er gezegd wordt dat je rustig ergens kunt blijven omdat je zelf nog je eigen ding kunt doen. Dan stel je jezelf bloot aan de slechte afvallige invloed. Moet je eens kijken hoe we dan onszelf en onze jonge mensen in gevaar brengen. Zo’n uitspraak doe je als je kerk als een soort vereniging ziet in plaats van als kerk van Christus waar Christus de Koning is met Zijn Woord.

Je ziet waar het op uit loopt als een van de zonen van Josia koning geworden is. Het is dan nog de tijd waarin Jeremia profeet is.  Jeremia 34 De woorden van Jeremia, de woorden van God zijn door Baruch opgeschreven. Om juist de koning en het volk te laten zien dat leven tegen Gods Woord in tot Gods oordeel leidt. Wat doet de koning als dit hem wordt voorgelezen? Hij schuift het Woord van God aan de kant. Hij laat wat voorgelezen is van de rol afsnijden en laat het in het vuur gooien. Weg er mee. Je ziet dit nu gebeuren als mensen zeggen dat vrouw in het ambt, dat ander seksueel leven dan samen als man en vrouw in het huwelijk tegen Gods Woord ingaat toch goedgekeurd wordt omdat onze samenleving en onze identiteit zo anders geworden is. In feite gooi je met een beroep op wat jij denkt en voelt delen van Gods Woord in het vuur. Dat is niet meer voor ons. Dat is de situatie!

 

 

Hoe verder?

 

Juist in deze tijd is het Christus die ogen opent. Op verschillende momenten. Christus is het die rond Zijn Woord mensen bij elkaar brengt. Die worden beschuldigd van scheurmakerij. Er zijn kerkverbanden die in al hun zwakheid besluiten nemen om de tijdgeest te weerstaan en bij het Woord te blijven. Dan kan ik nog allerlei puntjes hebben waar ik wat anders denk maar ik zie Christus met Zijn Geest mensen, gemeenten, kerken in liefde vasthouden aan Gods eigen Woord.  En dan zoveel verdeeldheid.  Wat een verdeeldheid onder mensen die de HEERE volgens Zijn Woord willen dienen in ons land. Mensen die volgens de belijdenis van de kerk kerk willen zijn.

Professor van Vlastuin sprak op 17 november 2022 deze woorden uit waar ik me bij aansluit:

 

“We moeten een diepere vraag stellen: Willen we eigenlijk wel echt kerkelijke eenheid?  Natuurlijk, alle kerken hebben commissies voor kerkelijke eenheid. We weten dat Jezus met het zicht op Zijn lijden intens gebeden heeft dat zij allen één zouden zijn, opdat de wereld in God zou geloven.

Maar zijn we stiekem toch niet heel tevreden met onze denominaties? Denken we ten diepste niet dat onze denominatie de beste is, ook al zeggen we dat deze de slechtste is? Ervaren we onze eigen theologie en (kerkelijke) spiritualiteit niet als de norm voor anderen?

Zijn we ten slotte geen moderne mensen die van vrijheid en keuzemogelijkheden houden? De een rijdt liever een basic Volkswagen Fox, de ander kiest voor een robuust dieseltje, een derde geniet van een elektrische Tesla. Je moet er toch niet aan denken dat vertegenwoordigers van al die verschillende geestelijke culturen in één denominatie samenkomen en op dezelfde preekstoelen voorgaan? Wat een spanningen zou dat geven. Dan is het beter dat ieder zijn eigen voorkeur volgt. We kunnen kiezen voor een verbondsmatige prediking, bevindelijke accenten, verrassende exegese of juist een activistische benadering. Wat is er eigenlijk mis met de kerkelijke veelkleurigheid?

We voelen wel aan dat we dit niet openlijk kunnen zeggen, daarom formuleren we onze diep geestelijke excuses. We zeggen dat de kerk geestelijk al één is. Of we verwijzen naar de scheuring in het rijk van Israël, die nooit meer geheeld is. Of we gooien het over een andere boeg: met krokodillentranen in de ogen en met een ernstig gezicht zeggen we dat we eerst in de schuld moeten komen en dat God kerkherstel moet geven. En onderwijl is er geen smart.”

 

Wat kunnen we vroom praten en anderen beoordelen om maar niet samen een te zijn. Willen we die eenheid wel waarbij alles niet meer zo vertrouwd is als vroeger. Waar de liturgie niet overal hetzelfde is maar waar wel hetzelfde evangelie klinkt met de oproep tot geloof en bekering? Willen we ons verenigen op grond van Gods Woord en de belijdenis die daarmee in overeenstemming is en is dat ons genoeg? Of moet er meer bij komen? Vertrouwen we op Gods Woord alleen of moet er meer bij komen. Voelen we ons veiliger bij onze toevoegingen dan alleen op de HEERE en Zijn Woord vertrouwen?

Dan laten we de geschiedenis achter ons. Dan verloochenen we onszelf en dan doen we er alles aan om samen een te zijn. Samen te bouwen aan en in Christus kerk in ons land. Het wordt tijd dat we in een soort nationale vergadering bij elkaar komen. Als we staan op het fundament van Gods Woord en de belijdenis van de kerk die daarmee in overeenstemming is, dan zoeken we de eenheid. Dan zijn we een.

Dan telt niet of we vroeger bij elkaar waren of niet. Of mensen volgens mij niet bij ons hadden moeten aansluiten of niet. Dan lees ik: “En Johannes antwoordde Hem: Meester, wij hebben iemand gezien die demonen uitdreef in Uw Naam, iemand die ons niet volgt; en wij hebben het hem verboden, omdat hij ons niet volgt. Maar Jezus zei: Verbied het hem niet, want er is niemand die een kracht doen zal in Mijn Naam en kort daarna kwaad van Mij zal kunnen spreken. Want wie niet tegen ons is, die is voor ons.” Markus 9:38-40

Dan telt niet of ik vragen heb bij waarom anderen bepaalde dingen doen. Dan kan ik zelfs het idee of gevoel hebben dat iemand mij daarmee ook nog een hak wil zetten maar dan hoor ik de Geest door Paulus in dit soort omstandigheden zeggen: “Sommigen prediken weliswaar Christus uit afgunst en twistzucht, maar anderen ook uit welwillendheid. De eersten verkondigen Christus wel uit eigenbelang, niet zuiver, met de bedoeling aan mijn gevangenschap verdrukking toe te voegen, maar de laatsten uit liefde, omdat zij weten dat ik tot verdediging van het Evangelie aangesteld ben. Maar wat dan nog? Toch wordt Christus op allerlei wijze verkondigd, of het nu onder een voorwendsel is of in waarheid; en daarover verblijd ik mij, ja, zal ik mij ook verblijden.” Fil 1:15-18

Samen verder als Christus gemeente. Daartoe roept Christus ons op. Wie ben ik dan om weer mijn vragen en mijn wensen op tafel te leggen. Wij vergaderen niet de kerk dat doet Christus. Wij geloven de kerk omdat het  Christus’ kerk is en niet die van ons. Wij volgen als het goed is Christus omdat we in hem geloven als de Koning van de kerk.

 

Ik heb gezegd

 

 

 

REACTIE VAN DS ALFRED POST    16 mei 2023

 

Hieronder vind je een waardige reactie van collega Post op de lezing hierboven. Ik heb met hem afgesproken om hierover in gesprek te gaan. Om dit publiek te doen. Ik hoop over ongeveer een week mijn reactie op zijn reactie te geven. 

 

Een akker met graan en onkruid

De centrale stelling van onze broeder ds. Rob Visser in zijn lezing van vrijdag 12 mei is dat in de kerk Christus met Zijn Woord op de troon moet zitten, en dat je geen lid kunt zijn van een kerk waar getornd wordt aan het gezag van Christus en Zijn Woord. Zijn lezing werd uitgesproken in de context van de hereniging van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken, per 1 mei 2023. Als gevolg van deze kerkenfusie zijn in de afgelopen jaren twee splinterkerken ontstaan: De Gereformeerde Kerken (DGK) en de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN).

 

In deze bijdrage wil ik op deze lezing reageren. Ik toon in dit artikel aan dat de Schrift en de Gereformeerde belijdenis er op wijzen dat de Kerk van Christus op aarde niet anders dan in gebroken gestalte bij elkaar komt, en je daar als christen trouw je plek in moet nemen, ook al is er veel in de kerk wat de toets van het Woord en de Belijdenisgeschriften niet kan doorstaan. Afsplitsing en verdere versplintering van de kerk van Christus is een institutionele zonde.

 

Eenheid van de kerk is een wezenlijk kenmerk van de Kerk. De geloofsbelijdenis van Nicea belijdt het met deze woorden: Wij geloven één, heilige en apostolische Kerk. Eenheid is een geschenk van de Geest, die de Kerk van Christus opbouwt op het apostolisch fundament. Het is de Geest die mensen, hoe verschillend ze ook zijn qua karakter, cultuur en achtergrond, samenbindt in broederlijke en zusterlijke liefde. De Geest zet aan tot liefde en dienstbaarheid, in lijn het met dubbele liefdesgebod. In de kerk van Christus wordt God aanbeden en gediend in liefde, en wordt er in liefde en dienstbaarheid omgezien naar de medemens.  

 

De kerk wordt geroepen om te worden wat in Christus is en zal zijn: één heilig volk van God. Jezus heeft gebeden ’17 Heilig hen door Uw waarheid. Uw Woord is de waarheid. 18 Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden. 19 En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn in de waarheid. 20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, 21 opdat zij één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.’ (Johannes 17:17-21).

 

In de kerk zijn altijd goeden vermengd met kwaden. Jezus heeft dat heel duidelijk ingezien en geleerd. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de gelijkenis van het onkruid tussen het tarwe (Mattheus 13: 24-30) en aan de gelijkenis van het visnet (Mattheus 13: 47-51).

J.C. Ryle schrijft hierover: ‘Goed en kwaad zullen in de belijdende kerk gevonden worden. De zichtbare kerk wordt ons als een gemengde menigte voorgesteld. Zij is een onmetelijk veld, waarin tarwe en onkruid tezamen opgroeien. We moeten verwachten dat wij gelovigen en ongelovigen vinden, bekeerden en onbekeerden, de kinderen van het Koninkrijk en kinderen van de boze. Zij zijn allemaal in de gemeente bij elkaar.’ (J.C. Ryle, Commentaar op het Evangelie van Mattheus, pag. 95).

En: ‘De prediking van het Evangelie is als het neerlaten van een groot net in het midden van de zee van deze wereld. De belijdende kerk die hierdoor vergaderd wordt, is een gemengd lichaam. Binnen in het net worden vissen van allerlei soort gevonden, zowel goede als slechte vissen. Zo zijn binnen de grenzen van de kerk christenen van allerlei soort: onbekeerden zowel als bekeerden, valse zowel als ware christenen. De scheiding van de goeden en de kwaden zal tenslotte komen, maar dan niet voor het eind van de wereld.’ (J.C. Ryle, Commentaar op het Evangelie van Mattheus, pag. 99).

 

Zolang de kerk van Christus op aarde is, zal er iets op aan te merken kunnen zijn, omdat in haar leden altijd de overblijfselen van de zonde zullen zijn. Altijd zal het gezag van Koning Christus en Zijn Woord, zowel aanvaard én betwist worden. Juist in die Kerk worden we geroepen om niet af te wijken van het Woord der waarheid. ‘Beijver u om u welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord der waarheid recht snijdt.’ (2 Timotheus 2:15). Wanneer we zien dat de kerk waarvan we lid zijn, niet is wie en wat ze behoort te zijn, moeten we ons geroepen weten om trouw te zijn en te blijven aan Christus en Zijn Woord. Immers: het fundament met dit zegel blijft staan: ‘De Heere kent degenen die van Hem zijn.’ (2 Timotheus 2:19a). God kan het getuigenis van trouwe dienaren gebruiken om mensen die van de Waarheid zijn afgeweken gebruiken om hen bekering te schenken. (2 Timotheus 2:25).

 

Wanneer het Koninkrijk door zal breken, en Christus komt in heerlijkheid, dán zal het verderfelijke lichaam onverderfelijkheid aandoen, het sterfelijke onsterfelijkheid, en dán zal de kerk worden wie ze is: heilige bruid van Christus. Dan wordt graan en onkruid van elkaar gescheiden, en niet eerder.

 

Persoonlijk brengt het bovenstaande mij er toe om als predikant mijn plek in te nemen in de brede Protestantse Kerk in Nederland. Deze kerk is verre van volmaakt, maar daar roept de Heere mij om trouw te zijn. Hij geeft Zijn belofte dat Hij onze trouw zal zegenen. Afscheiding en verdere versplintering van de kerk is een grote zonde.

 

De Bijbel én de Gereformeerde Belijdenis spreken over de kerk in een gebroken en onvolmaakte gestalte. In artikel 29 van de Nederlandse Geloofbelijdenis wordt erkend dat in de kerk goeden en hypocrieten vermengd zijn. Zij behoren naar hun wezen weliswaar niet bij de kerk, maar bevinden zich wel in de kerk. De aanwezigheid van dwaalleer legitimeert geen afscheiding, maar is een sterke oproep om trouw te zijn aan Christus en Zijn Woord.

 

De Nederlandse Geloofsbelijdenis is opgesteld door Guido de Bres. In zijn uitleg van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (Guido de Bres, Het Wapen van het Christelijk geloof) geeft hij duiding aan de onvolmaakte gestalte van de kerk. Hij stelt dat de ware aard van de kerk bestaat in gehoorzaamheid aan het Evangelie en een wettig gebruik van de sacramenten. Dit hebben allen die instemmen met de belijdenis van Petrus, namelijk dat Christus de Zoon van de Levende God is, gemeenschappelijk. Maar, zo zegt Guido de Bres er nadrukkelijk bij: ‘De naam kerk wordt soms gegeven aan een deel van de kerk en zelfs aan een huis, om daarmee te laten zien, dat deze een ware gedaante van de Kerk heeft en dat de leden ware leden van de kerk zijn.’ (Guido de Bres, Wapen van het Christelijk geloof, pag. 188 en 189).

 

Wanneer we als leden van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt of Nederlands Gereformeerde Kerken, om wat voor reden dan ook, ons niet kunnen vinden in de kerkfusie tot Nederlandse Gereformeerde Kerken, is het oprichting van een nieuw kerkverband (DGK of GKN) niet de weg. 

Artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis stelt dat we ons schuldig moeten weten om ons bij de ware kerk te voegen, waar God haar ook maar gesteld heeft.

Augustus schreef: ‘Hoewel het onkruid al gezien wordt in de kerk, moet dat ons geloof en onze liefde niet verhinderen, zodat wij niet van de kerk afwijken als wij het onkruid zien in de kerk. We moeten alleen moeite doen om koren te kunnen zijn.’ (Geciteerd vanuit: Guido de Bres, Wapen van het Christelijk Geloof, pag. 194).

 

Concreet toegepast op de huidige situatie, en de lezing van ds. Rob Visser: kerkleden die niet mee willen naar de nieuwe fusiekerk dienen zich, allereerst te bezinnen op de vraag of ze niet alsnog lid blijven van de gemeente (GKV of NGK) waar ze lid waren. Of anders dienen ze zich aan te sluiten bij een Bijbelgetrouwe gemeente in hun naaste omgeving.

 

De kerk anno 2023 is enorm verdeeld. Een versnipperde kerk is een beproeving van het hart, en een ondermijning van het getuigenis van het Evangelie. Oecumene van het hart boven kerkmuren uit, legitimeert de kerkmuren niet, maar onderstreept de noodzaak van (institutionele) eenheid. Onze hoop is Christus. Hij vergadert door Zijn Geest en Woord een gemeente in de eenheid van het ware geloof.

 

Ds. Alfred Post
Predikant Hervormde gemeente Elim ’t Harde
15 mei 2023

 

Reactie op ds Alfred Post

 

CHRISTUS EN ZIJN WOORD OP DE TROON

 

Waar we het over eens zijn

 

Ik ben er blij mee dat er op de lezing die ik gehouden heb reactie is gekomen. Een reactie op een goede toon die ervoor zorgt dat er een goed gesprek kan plaatsvinden. Ik ga proberen om mijn  reactie niet te lang  maken zodat het leesbaar blijft.

De dingen waar we het van harte over eens zijn is dat Christus ons roept om als kerk van Christus ook zichtbaar een te zijn. Dat is waartoe de HEERE ons roept. Daarmee wordt het scheuren van de kerk een ernstige zonde. Als we kerk willen zijn volgens eigen smaak en zo al meer versplinteren zijn we zondig bezig. Er is veel om heel klein voor de HEERE te worden op dit punt. Om daarvoor vergeving te vragen. In mijn lezing heb ik gewezen op Daniël en dat wij allemaal schuld hebben en die ook hebben te belijden om vandaaruit juist ook die eenheid van Christus’ kerk in ons land hebben te bevorderen.   

 

 Christus en Zijn Woord op de troon

 

 Collega Post vat de centrale stelling van mijn lezing zo samen: “dat in de kerk Christus met Zijn Woord op de troon moet zitten, en dat je geen lid kunt zijn van een kerk waar getornd wordt aan het gezag van Christus en Zijn Woord.”

Collega Post heeft daarmee recht gedaan aan mijn lezing. Het is dan ook juist deze centrale gedachte waarop hij kritiek heeft. Hij meent het Woord van God  en ook onze gereformeerde belijdenis niet zo spreekt. Ik heb wat hij schrijft ernstig overdacht. Toch meen ik dat collega Post niet zp spreekt zoals onze belijdenis spreekt. De belijdenis die de Schrift naspreekt. Ik wil dit hieronder kort duidelijk maken.

 

 Zuivere kerk

 

 Laat ik een misverstand wegnemen. Het is niet zo dat ik beweer dat er een zuivere kerk op aarde is en dat je daarvan lid moet zijn. Terecht wijst collega Post op Schriftgedeelten en op artikel 29  van de Nederlandse Geloofsbelijdenis om te laten zien dat de kerk op deze wereld altijd gemengd is. Juist ook omdat we vanuit Gods verbond kerk zijn. Er zijn altijd mensen in de kerk die doen alsof ze gelovigen zijn. De hypocrieten. Er zijn ook altijd mensen die in de kerk onchristelijk leven en denken. Daarom is juist nodig dat mensen in de kerk aangesproken worden. Altijd met geduld. Altijd met liefde zoals we dat bijvoorbeeld lezen in Galaten 6: “Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt.” vs 1

Ook binnen een kerkverband kan er verschil zijn. De ene gemeente, de ene kerk is geestelijk beter als de andere. De een meer zuiver dan de andere. Dat zie je bijvoorbeeld in Openbaring 2 en 3 waar Christus zelf beschrijft hoe het er met verschillende kerken voorstaat. Dat is ook mooi verwoord in de Westminster confessie: “Ook de kerken onder de hemel die het meest zuiver zijn, bezitten die zuiverheid niet onvermengd en zijn aan dwaalleer blootgesteld. Sommigen zijn zelfs zo verdorven geworden, dat ze niet langer kerken van Christus zijn, maar synagogen van de satan. Toch zal er op aarde altijd een kerk zijn om God naar Zijn wil te dienen en te vereren.”  25, V

 

Dat zijn dingen waar we heel ernstig rekening moeten houden. Dat betekent dus ook dat we heel voorzichtig moeten zijn om de gemeente te te verlaten en met een andere gemeente verder gaan. Het moet dan echt om wezenlijke zaken gaan. Daar komt nu ook mijn verschil met collega  Post. Ik zeg dus niet de kerk moet helemaal zuiver zijn en als dat niet zo is gan je weg en begin je met een andere gemeente. Wel beslissend is dat Christus en Zijn Woord in de gemeente en in het kerkverband op de troon zitten. Dat is ook wat we nu juist belijden in de artikelen 27-29 in de NGB.

 

 Artikel 27-29

 

 We belijden in deze artikelen wat we van de kerk op grond van Gods Woord geloven en wat dat van ons als gelovigen vraagt. Daarbij wordt dan ook de vraag beantwoordt waar je een kerk van Christus vindt. Wie op zoek gaat die moet weten waaraan een kerk van de Here Jezus aan moet voldoen.

Dan komen er de heel bekende kenmerken zijn: de zuivere verkondiging van het evangelie, de zuivere bediening van de sacramenten en het onderhouden van de kerkelijk tucht. Al met al is het zo dat in de gemeente Christus en Zijn Woord op de troon moeten zitten. Als dat niet zo is dan is dat niet de gemeente waar ik moet zijn. Het gaat erom dat vanaf de kansel de stem van de Goede Herder klinkt. Waar twijfel aan het Woord van God gezaaid wordt, waar de boodschap niet meer is dan dat je goed moet voelen en over zonden en bekering niet gesproken wordt, waar zelfs verkondigd kan worden dat God niet bestaat, waar op ethisch terrein allerlei dingen toch wel kunnen terwijl de Geest in de Bijbel zegt dat het zo niet volgens Gods wil is daar is niet de kerk van Christus. Hoeveel er ook de naam Jezus genoemd wordt. Het is dan ook niet voor niets dat we in artikel 28 belijden dat we ons moeten afscheiden van hen die de weg van Christus niet wijzen.

Bij die echte kerk van Christus, al is ze nog zo zwak hoort ook de kerkelijke tucht en de zuivere bediening van de sacramenten. Dat betekent o.a. dat gemeenteleden die openlijk tegen Gods Woord in leven en spreken niet aan het avondmaal mogen deelnemen. Dat ze als ze volharden in hun zonden buiten de gemeente moeten worden gesloten. Met heel veel geduld en liefde maar dat is wel de weg die Christus ons zelf wijst in Mattheus 18.  

Kerkelijk samenleven als kerken in een kerkverband betekent dan ook dat de dwaalleer daar geen wettige plaats mag hebben. Dat het niet zo mag zijn dat we samenleven in een kerkverband waar twijfel aan de Bijbel vanaf de preekstoel kan klinken, waar Christus niet als de Verlosser voor eigen zonden wordt verkondigd maar alleen als een mooi voorbeeld, waar allerlei wind van leer een kans krijgt. De Geest laat door Paulus weten dat o.a. dit de taak van de ambtsdragers is: “En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars,  om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,  totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn,  heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.” Efeze 4: 11-15

Christus op de troon en Zijn Woord juist vanuit de leiding van de gemeente om de gemeente echt bij Christus te brengen! Een gemeente waar dit niet gebeurt is geen gemeente van de Here Jezus. Daarom is het nodig dat een gemeente van Christus een kerkverband zoekt samen met gemeenten die zo in al hun zwakheid kerk zijn. Je zult je ook van kerken hebben te distantiëren die zo niet kerk willen zijn.

 

 Hoe verder?

 

 Laat ik hier zeggen dat ik uitzie naar eenheid met gemeenten die Christus en Zijn Woord op de troon laten staan. Dan kunnen onze gewoonten heel verschillend zijn. Als het is volgens Gods Woord dan is er geen reden tot scheiding. Dan hebben we elkaar te zoeken. Een in Christus. Dat betekent geen eenvormigheid maar wel elkaar altijd toetsen aan het Woord. Het Woord van Christus.

Voor mij geldt wat we geregeld zingen in de berijming van psalm 119 die wij gebruiken: “Aan wie U dient heb ik mijn hart verpand, ik ben een vriend van allen die U vrezen.” Vers 24

Dat is voor mij kerkelijk de reden om juist mij in te zetten voor kerkelijke eenheid tussen gemeenten waar Christus en Zijn Woord op de troon zitten. Dan is het terecht dat er gewezen wordt op voorgaande versplintering om dingen die niet in strijd Zijn met het Woord maar wel anders zijn dan we gewend zijn. Dat is zonde en daarvan moeten we ons bekeren!

Voor mij betekent dat ik mij inzet voor kerkelijke eenheid. Heel ruim. Zo ruim als het Woord. Het betekent ook voor mij dat de PKN geen optie is. Juist omdat ik dan ook een moet worden met gemeenten waar de vrijzinnigheid een vaste plaats heeft. Waar Christus en Zijn Woord niet op de troon zitten. Dat maakt voor mij en velen de keuze voor de PKN onmogelijk. Ook als ik zie en hoor dat ook daar hele goede en mooie dingen in gemeenten gebeuren. Ik hoop en bid dat we samen met ook die gemeenten ooit samen in een kerkverband kunnen komen en samen de dwaalleer bestrijden en gemeenten waar die dwaalleer vorm  heeft gekregen niet als gemeenten van Christus aanvaarden.

 

Ds Rob Visser

 

22 mei 2023

 

Tweede reactie ds Alfred Post  8 juni 2023

 

Wij geloven in Christus, het Hoofd der Kerk

In deze bijdrage reageer ik op ds. Rob Visser, die in zijn bijdrage van 22 mei 2023 stelt dat afscheiding van de Nederlandse Gereformeerde Kerken rechtmatig is. Christus en Zijn Woord moeten in de gemeente en in het kerkverband op de troon zitten. Waar dit niet het geval is afscheiding rechtmatig, ja zelfs geboden, zo vat ik de visie van ds. Visser samen.

In deze bijdrage stel ik dat de visie van ds. Visser een verkeerd uitgangspunt heeft. Er wordt teveel naar de fouten en gebreken in het kerkelijke leven en bij andere christenen gekeken, en te weinig naar het Hoofd der Kerk, Christus. Christus bepaalt het wezen van de kerk. De aanwezigheid van dwalingen legitimeert kerkscheuring niet, maar is een sterke oproep om zelf trouw te zijn en te blijven aan Christus in Zijn kerk.

 

Christus, het Hoofd der Kerk

Christus is het die Zich een gemeente heeft uitverkoren, en die in de eenheid van het ware geloof vergadert, beschermt en onderhoudt. (Heidelbergse Catechismus, zondag 21). Wie recht over de kerk wil spreken, moet bij God, bij de ongedeelde Christus beginnen’ (ds. G. Boer). Er is immers maar één Heere en één doop. De kerk vindt haar oorsprong in God. Hij roept mensen tot gemeenschap met Zijn Zoon Jezus Christus, de Heere. Kerk-zijn gaat om de eenheid en verbondenheid met Christus, en vandaaruit ook om de eenheid en verbondenheid met allen die in Jezus Christus, de Heere, geloven.

 

Oorsprong en wezen van de kerk liggen dan ook niet in de geschiedenis, maar in een goddelijk initiatief. God sticht Zijn verbond en Christus roept de Zijnen door Zijn Geest. Dat wil zeggen dat er door de Geest nu al sprake is gemeenschap met Christus, maar tegelijkertijd is er een sterke eschatologische gerichtheid. De Geest verbindt ons met Christus, maar pas in de voleinding is er sprake van een volledige en vervulde gemeenschap met Christus.

(Christelijk geloof, V/d Brink & V/d Kooi, hoofdstuk 14 Kerk – Sacrament – Ambt, pag. 528).

 

Christus en de kerk zijn niet los van elkaar verkrijgbaar. De Geest doet ons zeggen dat Jezus de Heere is, en legt het geloof bij mensen in het hart dat zij van de Kerk van Christus een levend lidmaat zijn en zullen blijven. Gelovigen die hun heil van Jezus Christus verwachten, vormen samen de kerk. God vergadert Zijn kerk waardoor gelovigen bijeenkomen en samen een gemeenschap vormen. Onlosmakelijk zijn ze met Christus en met elkaar verbonden. Samen kerk zijn is een gave en tegelijk een opgave en roeping.

 

Bij afscheiding moet zeer fundamenteel en onderbouwd worden aangetoond dat de kerk verworden is tot een gemeenschap waar Christus niet meer het Hoofd is, waar de Geest niet meer werkt om mensen rondom Christus te verzamelen. Het wezen van de kerk ligt niet in haar verschijningsvormen in de geschiedenis, maar in haar verbondenheid met Christus.  

De verantwoording van ds. Rob Visser dat afscheiding van de Nederlandse Gereformeerde Kerken legitiem is, is echt te mager. Er valt ook veel tegenin te brengen, namelijk het getuigenis van de nieuwe kerkorde, maar ook de ervaring dat de Geest werkt en zegen geeft. Natuurlijk zijn er bedenkingen te noemen aangaande de koers van de Nederlandse Gereformeerde Kerken, maar de eerste woorden van de nieuwe kerkorde liegen er niet om.

 

Het eerste artikel van de nieuwe NGK-kerkorde luidt: ‘De Nederlandse Gereformeerde Kerken bestaan dankzij Gods genade. Zijn Geest verbindt de kerken in één geloof: het geloof in Christus Jezus, Gods Zoon, als onze Heer.

En de inleidende woorden bij de nieuwe kerkorde kerkorde begint met deze belijdenis: ‘De Nederlandse Gereformeerde Kerken willen kerken zijn waar Jezus Christus centraal staat. Hij is onze

levende Heer.
Even later staat er in de inleiding bij de kerkorde geschreven: ‘Dat Jezus Christus centraal staat moet merkbaar zijn in hoe we doen, wat we zeggen, waarover we besluiten. Kerken waar alles spreekt van genade: een open huis waar we elkaar zoeken bij het kruis.

De Nederlandse Gereformeerde Kerken zijn een kerk die Christus belijden als hun Heere, als het Hoofd der Kerk.

 

Het tegendeel beweren, namelijk dat de Nederlandse Gereformeerde Kerken de naam van kerk van Christus niet meer dragen, is niet één stap, maar vele stappen te ver. Ds. Visser laat in zijn artikel de woorden de woorden ‘… daar is niet de kerk van Christus’ uit zijn pen komen. Dat zijn zeer forse bewoordingen, en ik betwist de waarheid van deze woorden met klem.

 

Blijkbaar beschouwt ds. Visser de nieuwe Nederlandse Gereformeerde Kerken, maar in het verlengde daarvan ook de Protestantse Kerk in Nederland, niet als kerk van Christus. Dit is een klap in het gezicht van vele broeders en zusters, én een grote, onterechte beschuldiging. Zorgen over de koers van een kerkgemeenschap en de beschuldiging dat een kerk een valse kerk is geworden, moeten uit elkaar gehouden worden.

 

Ik wil het op een bepaald punt nog wel opnemen voor bezorgde leden van de (niet meer bestaande) Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Het lijkt mij dat achter deze woorden van de nieuwe kerkorde spanningen zichtbaar worden, die tot een kerkscheuring hebben geleid. Want wat is precies ‘centraal stellen van Jezus’, en hoe bindend en normatief is het Woord van God daarbij? Terechte vragen! Ik constateer verschil met de bewoorden van ds. Visser, die graag spreekt over Christus die op de troon zit. Woorden die overigens door ds. Visser niet expliciet worden gedefinieerd.

Ik voorzie dat de GKN en DGK mensen aan zich weet te binden, die gecharmeerd zijn door een congregationalistische denkwijze, waar gelovigen elkaar weten te vinden op basis van een gedeelde geloofsbelijdenis. Maar zo’n kerkvisie vindt haar oorsprong niet in een goddelijk, maar menselijk initiatief, aldus V/d Brink en V/d Kooi.

 

Ter overdenking geef ik woorden van ds. Verhoeven, voorzitter van de Gereformeerde Bond, mee.

‘De les van de geschiedenis is dat afscheiding niet leidt tot geestelijk herleven, maar slechts uitdrukking geeft aan menselijk onvermogen om samen onder één Heere te leven.’ (ds. J.A.W. Verhoeven, Waarheidsvriend, 1 juni 2023). Laten we bij alle fouten en gebreken in de kerk, ons blijven scharen onder Christus, ons Hoofd, en liefde blijven opbrengen waar Hij ook liefde voor opbrengt.

 

En ter overdenking ook deze woorden van de inmiddels overleden secretaris van de Gereformeerde Bond, ir. J. van der Graaf: ‘Wie de kerk verlaat, neemt de schuld der kerk mee.’ Waar de fouten en tekortkomingen van de Nederlandse Gereformeerde Kerken voor het voetlicht worden gehaald, verdwijnen de eigen fouten en tekortkomingen naar de achtergrond. Van de weeromstuit wordt er te weinig gekeken naar de eigen gebreken en tekortkomingen, die meegenomen worden in een nieuw kerkverband. Menselijke hoogmoed ligt, verstopt onder de christelijke dekmantel van nederigheid, op de loer.  En wie zegt mij dat in de DGK en GKN het beter zal zijn? Leeft er ook in het hart van leden van nieuwe afgescheiden kerken niet telkens weer de aanvechting of Christus op de troon mag zitten, of niet?

 

Persoonlijke noot

Nooit vergeet ik de eerste zondag na 1 mei 2004, de dag dat de Hervormde kerk opging in de Protestantse Kerk in Nederland. De gemeente waar ik lid van was, de Hervormde gemeente van IJsselmuiden/Grafhorst scheurde. Die zondag, 2 mei 2004, werd er gepreekt in Dorpskerk van IJsselmuiden gepreekt over 1 Korinthe 15:25 ‘Want Hij (Jezus, de Opgestane Heere) moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd.’  Christus werd verkondigd als Heere, de Vorst van alle koningen der aarde. Ik had en heb het lef en de moed niet, om deze kerk, waar ik gedoopt was en belijdenis van het geloof het afgelegd, en waar deze Christus gepreekt wordt, te verlaten. Hier heeft God mij gesteld en geroepen, en Hij vraagt van mij trouw Hem te dienen, ook al zijn de omstandigheden verre van ideaal in kerk en samenleving. Ik wil niet een scheuring van de kerk van Christus op mijn geweten te hebben. We worden allen gewaarschuwd door de woorden uit het klassieke Avondmaalsformulier, die gaan over hen die tweespalt zaaien in de kerk.

 

Principieel ben en blijf ik daarom lid van de kerk, waar God mij gesteld heeft. Ik ben Hervormd gedoopt, heb daar belijdenis van het geloof afgelegd, ik ben predikant geworden (na 2004) met de verklaring dat ik me gebonden weet aan de Schrift als bron en norm voor leer en leven, en aan de Gereformeerde belijdenisgeschriften.

 

Ik roep een ieder op om Christus te gehoorzamen op de plaats waar God hem/haar gesteld en geroepen heeft. Mensen die de kerk scheuren, roep ik op tot bezinning en bekering.

 

CHRISTUS EN ZIJN WOORD OP DE TROON II

 

Reden voor dit gesprek

 

Laat ik beginnen met een positieve opmerking. Het is duidelijk dat we beide het grote belang van de kerk als een geschenk van Gods kant zien. Bij de kerk gaat het nooit om een menselijke club van gelijkgezinden. Daarom moet ik ook niets hebben van wat collega Post een of andere vorm congregationalisme noemt. De plaatselijke kerk is zelfstandig maar niet autonoom. Plaatselijke kerken van Christus hebben de roeping om elkaar te zoeken en samen te leven onder Christus als de Koning van de kerk. Daarom binden wij ons als kerken ook samen aan het Woord van Christus en willen elkaar niet boven het Woord van God uit binden. Zie o.a. artikel 7 en 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

De reden tot ons gesprek was niet om een scheuring te rechtvaardigen. Mijn toespraak was er juist op gericht om versplintering tegen te gaan. Om versplintering als zonde voor God aan te wijzen.  Om elkaar als kerken die zich echt binden aan Gods eigen Woord en de belijdenis die daarmee in overeenstemming is,  te zoeken en te vinden. Om de geschiedenis daarbij niet beslissend te laten zijn maar hoe we nu samen in liefde volgens Gods Woord leven en zo kerk willen zijn. Het is ook daarom dat ik met de meeste citaten die collega Post noemt het eens ben. Bijvoorbeeld ook met wat hij van ir van der Graaf aanhaalt: “Wie de kerk verlaat, neemt de schuld der kerk mee”.

De grote vraag hierbij  is wat de kerk is. Ik kan een gemeente waar dwaling vrijuit verkondigd kan worden en waar de tucht niet uitgeoefend wordt niet als echt kerk van Christus zien. Daarmee zeg ik niet dat daar geen gelovigen zijn, daarmee zeg ik niet dat er ook geen goede dingen gebeuren maar toch is dit niet de kerk zoals we die vanuit de Schrift in de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden.

Daarom is er bij mij wel teleurstelling over hoe het gesprek door collega Post nu wordt voortgezet.

 

Teleurstelling

 

 Wat is die teleurstelling? Dat hij niet ingaat op wat ik juist vanuit Schrift en belijdenis in mijn reactie op hem heb geschreven. Hoe in de belijdenis  juist de weg gewezen wordt waar je die kerk van Christus nu vindt. Niet waar de dwaling vrijuit verkondigd kan worden, niet waar de tucht niet meer uitgeoefend wordt. Dat is zo duidelijk in Gods Woord en in de belijdenis.

Onze gezamenlijke belijdenis spreekt heel concreet over de kerk en in dit gesprek gaat het er nu op lijken dat de kerk een soort grootheid is die boven ons hangt. Waarbij het concreet kerk-zijn in gehoorzaamheid aan Christus eigenlijk verdwijnt.

Bij deze teleurstelling hoort ook dat er nu gesproken wordt over een slag in het gezicht van wie in de PKN zitten of in andere kerken. Het gaat mij erom dat we samen volgens Christus Woord kerk zijn en zo elkaar zoeken en vinden in zichtbare eenheid. Dan ben ik het ook van harte eens met wat collega Post schrijft: “Het wezen van de kerk ligt niet in haar verschijningsvormen in de geschiedenis, maar in haar verbondenheid met Christus.” Een prachtige zin! Zo Schriftuurlijk. Dat betekent ook dat waar dwaling wordt geduld en uitgedragen de verbondenheid met Christus wordt opgeheven.  Hij haat de dwaling, Hij haat leven los van Hem. Hij roept de zondaar om tot Hem te komen en daarmee te breken.  Dat betekent niet dat er geen verscheidenheid in de kerk van Christus gevonden mag worden. Eenheid is niet hetzelfde als eenvormigheid. Over verscheidenheid en  schering maken heb ik eerder een artikel geschreven.[1]

 

 Persoonlijke noot

 

Laat ik ook met een persoonlijk noot eindigen. Ik was 16 jaar toen wij als gezin de Gereformeerde Kerk (synodaal) die 200 meter van ons huis was, verlieten. De concrete aanleiding was de vrouw in het ambt. Toch denk ik nog met liefde aan de kerk waar ik 16 jaar van mijn leven heenging. Twee keer per zondag. Daar heb ik Christus leren kennen. Daar heeft de HEERE onder de prediking het verlangen gegeven en nu kan ik zeggen de roeping gegeven om dienaar van het Woord te worden.

Toch zag ik ook als jonge jongen in dat er al meer afwijking kwam van het Woord. Het Woord waarmee Hij mij geroepen had tot Christus.  

Ik heb ook de verwoesting, de geestelijke verwoesting gezien die er uitgaat van een kerk waar het Woord niet meer het laatste en beslissende woord heeft. Een kerk die toen nog twee keer op een zondag vol zat. Een kerk waar ongeveer 25 medeleerlingen  in de klas op de basisschool naar diezelfde kerk gingen. Toen nog bijna  altijd twee keer per zondag.  Enkele jaren later was dat al heel anders. Nu is het zo dat van die 25 er nog een enkeling gelooft en naar een kerk gaat. De verwoestende kracht van dwaling en onverschilligheid heeft zijn werk gedaan!

Juist deze dingen die in de praktijk gebeuren,  maken duidelijk dat het zo is dat Christus en de kerk niet los van elkaar verkrijgbaar zijn. Die horen bij elkaar! Dat laat ook de praktijk zien. Waar het Woord van Christus niet meer verenigt daar krijgt de dwaling en de duivel al meer de kans zijn verwoestend werk te doen. Wij kunnen mensen het geloof niet geven. Toch is onze roeping als we kerk zijn om Gods Woord te verkondigen en de dwaling te weren. Wanneer die dwaling er is die te bestrijden en niet te zeggen dat we samen met duidelijke dwaalleraren een kerk kunnen zijn.

Wat ben ik achteraf dankbaar dat de HEERE ons toen als een brandhout uit het vuur gerukt heeft. Alleen Zijn genade. Als we ook zelf daar waar de dwaling al meer toegelaten werd gebleven waren, zou ik waarschijnlijk meegenomen zijn door een leven al meer los van Christus.  Laten we ook aan onze jeugd denken en juist ook daarom kerk willen zijn die niets anders doet dan het Woord van God uitdragen en beslissend laten zijn in ons leven. Ook als kerk. Laten we de dwaling haten! Collega Post heeft erop gewezen dat de kerk het beeld van Christus, het beeld van God heeft te vertonen. Dat betekent vol van zoekende liefde naar de zondaar. Steeds weer. Het betekent ook wat we in dit beeld van Christus vertonen die tegen de gemeente van  Efeze zegt: “Maar dit hebt u vóór, dat u de werken van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.” Openbaring 2:6,7.

Ik verwijs voor de dwaling die nooit een vaste plaats in de kerk mag innemen naar mijn vorige reactie.  Het gaat er dan niet om daar alleen formeel over te spreken. Het gaat in de kerk om de liefde van Christus en naar elkaar en alle naaste toe. Vanuit de band met God. Juist daarom haat Christus’ kerk de dwaling. Zoals God vanuit Zijn liefde de zonde haat.

Om terug te komen op de persoonlijke noot. Wat ben ik de HEERE dankbaar dat Hij ons daar bracht waar in alle eenvoud het evangelie verkondigd werd en vanuit dat evangelie de weg gewezen werd. Hoe heeft de HEERE ons zo bewaard bij Hem. Dan doet het zeer dat die kerk het spoor gaat dat toen de synodaal gereformeerde kerk ging. Dan zie je al meer dat kerken die Christus volgens Zijn betrouwbare Woord volgen bij elkaar horen. Daar bid ik om, daar probeer ik mijn piepkleine steentje aan bij te dragen! Tot heil van Gods volk om mensen zo ook tot Christus als de Verlosser te brengen. In de eenheid van dat echte geloof.

 

Laten we zo kerken zijn die elkaar zoeken en elkaar al meer zichtbaar vinden. Tot eer van God. Tot heil van velen.  Ik hoop dat we dit gesprek kunnen voortzetten maar dan niet door te doen of anderen in het gezicht geslagen worden maar door samen al meer aan Christus verbonden kerk te zijn. Om de geschiedenis achter ons te laten en nu en in de toekomst in de eenheid van het geloof samen zichtbaar kerk van Christus te zijn.

 

[1] https://www.evangeliebelijden.nl/kerk-in-verscheidenheid-kerk-en-verscheurdheid