Voorbereidingsblad preek vanuit Zondag 9  17 mei 2020

 

Maandag     11 mei     Genesis 1:1-19         Wat betekent het dat de aarde eerst woest en leeg was?  Waarom neemt de HERE dat woeste en lege weg? Wat zeggen deze verzen over God en ons houding tegenover Hem?

Dinsdag     12 mei      Genesis 1:20-2:3   Met welk doel heeft de HERE alles op aarde gemaakt? Wat is onze taak als mens op aarde? Maak dat voor jezelf eens concreet in onze tijd.

Woensdag   13  mei     Jesaja 40:12-24  Wat leer je uit die gedeelte? Wat zegt het voor je eigen leven?

Donderdag  14 mei      Jesaja 40:25-31   Herken je de klacht in vers 27?  Komen dit soort gedachten ook wel eens bij jezelf op? Als dat zo is of anderen komen er mee hoe reageer je dan?  

Vrijdag         15 mei      Job 38:1-5; 31-38   wat zegt dit over het verschil tussen God en mens? Over het verschil tussen de Schepper en de schepping? Wat is de invloed daarvan op jouw leven en ook op je gebedsleven?

Zaterdag      16 mei      Openbaring 4  wat zijn de meest opvallende dingen voor jou in dit hoofdstuk?  Wat doe je daarmee voor je leven met de HERE?

 

 

VOOR DE KINDEREN

 

Petrus (III)

 

Petrus is vaak haantje de voorste. Hij is het die op de vraag van de Here Jezus het eerst antwoord geeft. De Here Jezus vraagt wie zij denken dat Hij is. Petrus zegt dan dat de Here Jezus de beloofde Verlosser is en de Zoon van God. Wat was dat mooi! De andere discipelen zijn het helemaal met hem eens. Prachtig hè!  Het lijkt erop dat Petrus en de andere leerlingen echt weten wie de Here Jezus is.

Is dat zo? Nadat Petrus heeft gezegd dat de Here Jezus de Zoon van God is, gaat Hij vertellen wat er met Hem gaat gebeuren. Luister maar naar de Here Jezus. “Ik moet naar Jeruzalem toe.” Waarom eigenlijk? Is dat niet heel gevaarlijk?

De Here Jezus gaat verder: “Daar in Jeruzalem moet Ik heel veel lijden. Vooral de mensen die daar belangrijk en machtig zijn zullen mij veel pijn doen. Ze gaan me daar zelfs dood maken. Op de derde dag sta ik dan weer op uit de dood.’

Petrus en de andere leerlingen schrikken heel erg. Wat zegt de Here Jezus nu?! Dat kan toch helemaal niet. Dat laatste over het opstaan uit de dood, horen ze al niet meer. De beloofde Verlosser is toch juist machtig en verslaat toch alle vijanden? Die zal toch juist de Joden bevrijden van de Romeinen!  Wat de Here Jezus nu zegt kan toch echt niet.

Weer is het Petrus die als eerst wat zegt. Hij zegt: “Here dat kan echt niet. Zo gaat het echt niet gebeuren. dat zal God tegenhouden.” Eigenlijk zegt Petrus dat de Here Jezus zich vergist.

De Here Jezus was net nog heel blij met Petrus maar nu niet. Dat kun je heel goed horen. Wat zegt de Here Jezus nu tegen Petrus? Dit: “Ga achter mij weg satan!” Hij noemt Petrus zelfs satan!  Weet je waarom? Omdat Petrus nu iets zegt wat de Here Jezus tot iets verkeerds wil brengen. Dat zou de satan zo mooi vinden. Wat Petrus zegt trekt aan de Here Jezus om niet aan het kruis te gaan hangen. Als de Here Jezus niet naar het kruis gaat wordt de duivel niet verslagen. Dan is er geen vergeving voor jou en mij. Daarom reageert de Here Jezus uit liefde voor God en voor ons zo fel op Petrus.

Petrus moet nog veel leren. De Verlosser komt niet om de Joden het sterkste volk te maken. Hij komt om de straf te dragen die wij verdiend hebben. Om zo de duivel te verslaan.

 

Goed om te weten:

Satan  betekent tegenstander

Duivel betekent verleider      

 

JRV