ROMEINEN MEDITATIES/ROMEINE MEDITASIES (soms een andere)

 

Toezicht op informeel onderwijs 

“En Hij begon hun veel dingen te onderwijzen.” Markus 6:34

 

Eerst even een opmerking vooraf. Vandaag en morgen, en misschien woensdag, is er een Nederlandse meditatie. Woensdag hopen we voor ruim een week naar Zuid-Afrika te gaan vanwege bezoek aan de synode van die Vrye Gereformeerde Kerke daar. In die week hoop ik dan Afrikaanse meditaties of indrukken te schrijven.

Onze regering heeft aangekondigd dat ze verder werken aan een wet op informeel onderwijs. Onder dit informele onderwijs valt bijvoorbeeld ook catechisatie. Ook ander jeugdwerk in de kerk waar kinderen vanuit Gods Woord onderwezen worden. De regering wil ook daarop grip krijgen. Er worden dan voorbeelden genoemd waarbij kinderen extreme dingen leren. Waar ze aangezet worden tot haat tegenover anderen. Waarbij ze eventueel zelfs worden aangezet tot terreurdaden.

Je kunt je voorstellen dat een overheid dit soort dingen wil voorkomen. Aan de andere kant heb je mensen die vinden dat bijvoorbeeld op sociale media alles gezegd en beweerd moet kunnen worden. Geen enkel toezicht zou er moeten zijn. Zelfs haatzaaien en ophitsing zou mogelijk moeten zijn. We moeten alles kunnen zeggen wat we denken en voelen.

Het moet duidelijk zijn dat onderwijs dat haat zaait en dat opzet tot geweld niet kan. Dat moet bestreden worden. Juist vanuit het gebod van God dat je je naaste moet liefhebben. Dat die liefde zelfs moet uitgaan naar onze vijanden. Het echte christelijke onderwijs is dat je leert om volgens Gods goede geboden te leven, om Christus te volgen en daarbij je naaste goed wilt behandelen. Dat je ook je naaste zonder geweld en onderdrukking de weg van Christus wijst. Het onderwijs aan onze kinderen heeft daar vol van te zijn. Om ze te leren wat Christus ons als de Goede Herder heeft geleerd. Ook als dat tegen de heersende meningen in de samenleving ingaat.

In die zin hoef je niet bang te zijn voor toezicht op informeel onderwijs. Toch is het heel gevaarlijk wat er nu gebeurt. Als er zo’n wet komt, kan die ook zomaar ingezet worden om het onderwijs zoals ik dat hierboven noemde te gaan verbieden. Omdat het niet strookt met wat in de maatschappij de heersende mening is. Er kan zomaar de situatie terugkeren zoals die er in de tijd van de Afgescheidenen was. Deze gereformeerde mensen werden na 1834 en daarna vervolgd en uit elkaar gejaagd door een wet uit de tijd van Napoleon te gebruiken dat de overheid bepaalde vergaderingen van meer dan 19 personen mocht verbieden. Laten we het onderwijs volgens Gods Woord steeds laten uitgaan naar onze jeugd. Wat de overheid daarvan ook vindt.

 

“Want God, Die ik in mijn geest dien in het Evangelie van Zijn Zoon, is mijn Getuige, hoe ik zonder ophouden aan u denk. Steeds weer vraag ik in mijn gebeden of mij, zo mogelijk, door de wil van God eens een goede gelegenheid geboden zal worden om naar u toe te komen.” Romeinen 1:9,10

 

 God dienen in het evangelie van Zijn Zoon. In dienst van God staan, bij God als je Vader horen kan alleen als je in dat evangelie van Christus staat. Wanneer je jou door het evangelie laat omringen. Wanneer de boodschap van Christus boven en onder jou is. Wanneer dat evangelie voor en achter je is. Wanneer je in dat evangelie leeft. Het steeds tot en in je laat stromen. Om het in te drinken. Om het Woord van God jouw voedsel te laten zijn waar je niet zonder kunt leven.

Paulus laat zien dat als je zo met Christus verbonden bent, je je ook verbonden weet met de kerk op andere plaatsen op de wereld. Dan word je als gelovige en als gemeente niet egoïstisch. Dan ga je niet alleen voor jezelf. Dan wil je er voor elkaar zijn, omdat je samen met Christus verbonden bent. In hem die Zijn kerken aan elkaar verbindt, hoor je dan door en in Christus bij elkaar. Zoals we dat o.a. lezen in Openbaring 1. Waar duidelijk is dat geloof in Christus aan elkaar verbindt. We lezen in Openbaring 1 o.a. dit: “Ik was in de geest op de dag des Heeren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, die zei: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, en: Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea. En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij had gesproken. En toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaren. En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel”. Vs 10-13

Paulus kan zeggen dat ook de gemeente van Rome steeds in zijn gedachten in zijn hart is. Hij denkt aan deze gemeente, hij bidt voor deze gemeente. Daaraan hoeven ze niet te twijfelen. God is daarin Paulus’ getuige. Paulus zweert hier om een eerbiedige en natuurlijke manier. Hij spreekt vrijuit over die HEERE die Zijn hart en leven kent. De gemeente aan wie Hij een brief schrijft mag weten dat hij het doet vanuit de liefde van zijn hart. Liefde die God hem gegeven heeft. Zo mogen ze de brief nu ook gaan lezen.

 

“God, wat ek met my hele wese dien deur die evangelie van Sy Seun, is my getuie dat ek gedurig aan julle dink”.  Rom 1`:9

 

 Paulus wat nog nooit in Rome nie. Dit terwyl sy taak was om die evangelie ook onder die heidene te verkondig. Rome was toe ‘n baie groot en belangrike plek in die wêreld. Nogtans het Paulus nog nie na daardie stad gereis nie.

Was dit omdat hy geen belang in die mense daar stel nie? Het hy geen liefde vir die gemeente wat daar ontstaan het nie? Ons moet goed bedink dat die Here die verkondigers van die evangelie stuur waarheen Hy wil. Op Sy tyd. Ons kan planne maak maar dit is die Here Christus wat ook as dit om hierdie dinge gaan in beheer is. ‘n Baie duidelike voorbeeld in Paulus se lewe is wat ons in Handelinge 16 lees: “Hulle het deur Frigië en die landstreek van Galasië gereis, omdat hulle deur die Heilige Gees verhinder is om die woord in Asië te verkondig. Toe hulle naby Misië kom, het hulle probeer om na Bitinië te gaan, maar die Gees van Jesus het hulle nie toegelaat nie. Hulle het toe by Misië verbygereis en afgegaan na Troas.” Handelinge 16:6-8

Dan kom die Here Jesus vir Paulus in ‘n visioen vertel dat hy na Macedonië moet gaan. Hy moet in Griekeland, hy moet in Europa die evangelie gaan verkondig. Christus bepaal waar Sy boodskap gebring moet word.

Dit is net die HEERE se genade as die evangelie na ons toekom. As ons genooi word om tot Christus te kom. As die Here God mense stuur wat vir ons die regte evangelie kom verkondig.

Paulus wil Christus se dienaar wees. Met sy hele wese. Hy wil daar vir Christus werk waar Hy hom stuur. Dit leer ons ook dat as mense tot die verkondig van die evangelie geroep word dit ‘n roeping is wat ons hele lewe moet bepaal. Met jou hele wese, met jou hele hart in diens van Christus. Hoe goed is dat!

Vir ons almal beteken dit dat ons met ons hele lewe Christus wil dien in die take waartoe die HEERE ons in ons lewe roep.

 

“Allereerst nu dank ik mijn God door Jezus Christus voor u allen, omdat uw geloof in de hele wereld wordt verkondigd.” Romeinen 1:8

 

Paulus was nog niet in Rome. Hij was al graag ook daar geweest om de gemeente in Rome juist te versterken in hun geloof. Toch is het niet zo dat Paulus niet aan deze gemeente denkt. Het is ook niet zo dat bij hem alleen die gemeenten belangrijk zijn waar hij gewerkt heeft. Het gaat Paulus niet om zijn werk. Hij staat in dienst van Christus die Zijn kerk door mensen heen bij elkaar brengt. Waar Hij wil, wanneer Hij wil en door wie Hij wil. Het is het werk van God!

Paulus laat aan de gemeente in Rome dan ook merken dat hij aan ze denkt. Dat er bij hem ook het gebed voor hen is. Dan is er bij Paulus in de eerste plaats het dankgebed. Hij dankt voor het werk dat Christus in Rome heeft gedaan. Hij dankt voor het geloof dat er in Rome gekomen is. Hij dankt niet alleen voor enkelen in de gemeente. Mensen die hij kent. Nee, hij dankt voor iedereen die bij deze gemeente door het geloof in Christus hoort. Dat danken van God laat zien dat Paulus het ontstaan en bestaan van deze gemeente ziet als werk van God! Zonder de Geest van God, zonder dat Christus mensen stuurde om er het evangelie te brengen, was er nooit een gemeente daar ontstaan.

Dit leert ons om te danken voor elke gemeente op de wereld die in geloof, in liefde voor Christus en Zijn Woord kerk is. Wij kunnen dat niet overzien, maar we danken voor al het werk dat Christus doet.

Het is dan ook heel bijzonder dat er juist in de stad waar de troon van de keizer staat een kerk van Christus ontstaat. De keizer en later alle vervolgingen kunnen dat niet verhinderen. Geen aardse macht kan ervoor zorgen dat Christus Zijn kerk niet bij elkaar brengt waar Hij dat wil. Dat is iets om zo dankbaar voor te zijn!

Zonder Christus en Zijn werk om Zijn kerk bij elkaar te brengen zou er namelijk geen kerk zijn. Nu kan Paulus zeggen dat de mensen overal waar hij komt over de kerk in Rome praten. Zelfs daar vlak bij de troon van de keizer is er een kerk van Christus die de Koning van de koningen is. Geen macht op aarde kan tegen Christus als de Zoon van God en de Verlosser van zonde, schuld en zelfs van de dood op! Niemand kan mensen het eeuwige leven geven. Dat kan alleen Koning Christus, die meer is dan alle keizers en machthebbers op aarde.

 

“Genade vir julle en vrede van God, ons Vader, en die Here Jesus Christus.” Romeine 1:7

 

Mense groet mekaar. Hulle wens mekaar die goeie toe. Alles van die beste vir jou.  Wat is die beste? Die beste is dat ons in God se genade en vrede deel. Dit is die groet waarmee Paulus na die gemeente in Rome kom. Paulus kan vir hulle die genade toewens. Die rede daarvan is dat die HEERE vir ons ‘n goedgunstige, welwillende God wil wees. Hy wil ons Sy liefde gee. Hy het dit gewys in die stuur van die Here Jesus. Die HERE het na die sondeval dadelik Sy genade gewys deur in Genesis 3:15 die Verlosser te beloof. Ondanks ons wil God as Vader ons laat deel in Sy genade. Dit beteken dat wie op die HERE bou en by Christus vergifnis soek uitsig op ‘n lewe kry dat nog net goed is! De Vader stuur in Sy genade Sy Seun om vir wie glo vrede met Hom te maak.

Calvyn skryf by hierdie vers die volgende woorde: “Daarom is de enigste grondslag van ons geluk die welwillendheid van God, waardeur ons ware en blywende geluk geniet en ons saligheid selfs ook deur teenspoede bevorder word. Daaruit dan, dat hy die vrede van de Here afbid, verstaan ons dat alle goeie dinge wat tot ons kom, vrug is van goddelike weldadigheid.”

Laat ons oë en ons hart in die eerste pel op God gerig wees. Nie as die God van wie ons net die oordeel kan verwag nie. Juis die God wat vir sondaars soos ek en jy Sy genade en vrede wil gee. Laat die ook so wees dat ons met Christus verbonde dan ook God se vrede en genade vir die mense rondom wil wys. Aan almal want die Here God wys dit vir alle mense om hulle te roep. Ons lees dit o.a. in Matteus 5: “Maar Ek sê vir julle: Julle moet julle vyande liefhê en bid vir hulle wat julle vervolg., sodat julle kinders van julle Vader in die hemel kan wees. Hy laat immers Sy son opkom oor slegte en goeie mensen en hy laat dit reën oor wetsgehoorsames en wetsverbrekers. As julle diegene liefhet wat vir julle liefhet, verdien julle dan enige beloning? Maak die tollenaars nie ook maar so nie?” vs 44-46

 

“Aan allen die in Rome zijn, geliefden van God en geroepen heiligen: genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.” Romeinen 1:7

 

Paulus schrijft bewust aan de kerk van Christus in Rome. In deze wereldstad.  Een stad waar je toen de wereldmacht zag. Waar de keizer regeerde. Als je niet beter wist, zou je denken dat vanuit Rome alles besloten werd. Ook een stad waar veel goden vereerd werden. Je moest de goden te vriend houden om ervoor te zorgen dat je de macht in handen kon houden. Je moest de goden te vriend houden om ervoor te zorgen dat het Romeinse Rijk in stand bleef en zich nog kon uitbreiden. Daarbij komt dat de keizers zichzelf al meer als een soort goden gaan zien die goddelijke verering verdienen.

Aan mensen in die stad schrijft Paulus als apostel. Mensen die verder kijken dan de macht en glorie van de keizers, die verder kijken dan de verering van allerlei goden. Mensen die hebben leren zien en geloven dat Jezus Christus als de opgestane vanuit de hemel regeert. Die hebben geleerd om als ze onrecht moeten verdragen te weten dat er bij Christus toekomst is, ook als je heel je leven op aarde verdrukt wordt. Rome is ook de stad van de kruisen. Juist daar hebben regelmatig veel kruisen met daarop slaven en mensen uit de onderkant van de samenleving om de boodschap uit te sturen dat deze mensen niet moeten denken in opstand te komen. Er waren tijden dat meer dan de helft van de inwoners in deze stad slaven waren. Je moest zorgen dat deze mensen hun plaats kenden.

In Rome is een gemeente waarvan ook slaven lid zijn die geloven in Christus die aan het kruis op Golgotha gestorven is. Hij heeft daar de straf voor de gelovigen gedragen. Ook voor gelovigen die aan een kruis, in de arena of door andere gruwelijke handelingen om hun geloof de dood worden ingejaagd. Deze kinderen van God mogen geloven, mogen zeker weten dat hun het heerlijke eeuwige leven wacht. Verdiend voor Jezus Christus. Gods vrede is zoveel meer en beter dan je eigen zondige hart volgen en de geest van de tijd volgen. Al lijkt dat zo goed. Geliefd zijn door Christus bij God is het beste wat je kan overkomen.

 

 “Onder wie julle ook is, julle wat deur Jesus Christus geroep is.” Romeine 1:6

 

Die Here Jesus leef. Hy is God se Seun. Hy het uit die dood opgestaan. Die gemeente in Rome is daarvan self ’n bewys. Hulle het die evangelie gehoor waarin hulle tot liefde en gehoorsaamheid aan Christus opgeroep word. Hulle het aan daardie boodskap gehoor gegee! Paulus skryf nou sy brief om onder hierdie broers en susters in geloof die geloofsgehoorsaamheid te bevorder.  Die gemeente in Rome leer so ook om weer ander met hierdie evangelie op te soek en tot die gehoorsaamheid in geloof op te roep.

Waar ‘n gemeente van Christus bestaan waar regtig die evangelie verkondig word, klink die roep om Christus te volg. Om in die Drie-enige God as die enigste God te glo en Hom op Sy Woord in liefde te volg. ‘n Kerk wat regtig vanuit die evangelie van Christus leef, is ‘n kerk wat Christus se roepstem volg. ‘n Gemeente wat deur Christus ontstaan het! Dit is Sy werk. Ons moet mooi bedink dat dit gebeur het in ‘n omgewing waarin ander gode gedien word. Waar die groot, groot meerderheid nie die HERE dien nie en ‘n heeltemal ander lewe lei as wat God se wil is. ‘n Lewe wat vir ons sondige hart baie meer aangenaam voel. Nogtans ontstaan daar ‘n kerk van Christus. Juis in daardie stad waar mense die grootheid van die keiser sien en waar die verleidings om ‘n lewe los van God te lei volop aanwesig is.

Die duiwel kan daar sy mag vol van verleiding op allerhande maniere en terreine uitvoer. Nogtans laat Christus sien dat Hy leef. Ook hier vind ons ‘n kerk van Christus. Paulus skryf in opdrag van Christus ‘n brief om hierdie gemeente juis in die ware geloof te sterk. Ons het ook wat in hierdie brief geskryf word nodig om in 2024 as gelowige en as gemeente van Christus bemoedig en geleer te word.    

 

Namelijk Jezus Christus, onze Heere. Door Hem hebben wij genade en het apostelschap ontvangen tot geloofsgehoorzaamheid onder alle heidenen, ter wille van Zijn Naam."  Romeinen 1:4b-5

 

Waarop is het werk van Paulus als apostel van Jezus Christus gericht? Op het bewerken van geloofsgehoorzaamheid bij zijn hoorders. Zo laat de Heilige Geest ons ook zien wat het doel is van de verkondiging van het evangelie. Dat wie het hoort er toe komt om in Christus, in de Drie-enige God te geloven en Hem in liefde gehoorzaam te zijn.

Het gaat er om dat wij horen. Dat betekent in de eerste plaats dat we echt luisteren. Dat we ook met de verwachting naar de kerk gaan dat we moeten luisteren. Een kerkdienst gaat er niet om wat wij er kunnen doen en hoe wij tot een ervaring kunnen komen die wij graag willen. We komen er om naar de HEERE te luisteren. Om het Woord van Christus te horen. Wanneer dat Woord er klinkt dan zijn we daar waar Christus Zijn kerk bij elkaar brengt. Zijn Woord is beslissend voor het kerk zijn. Het luisteren is dan niet vrijblijvend. Het horen vraagt dan ook om echt volgen. Echt in het spoor gaan van het Woord dat Christus laat horen. Daarom is echte verkondiging van het Woord in de lijn van at Paulus is opgedragen ook altijd oproep tot geloof en bekering. Met de echte uitnodiging dat Christus je dat door de Geest ook wil geven.

Het gaat dus om horen en op het horen volgen en dat betekent dan gehoorzaamheid. In onze tijd is het woord gehoorzaamheid iets wat tegenstand oproept. Ook het woord moeten heeft bij velen een negatieve klank. Toch is dat helemaal niet nodig. De gehoorzaamheid waartoe Christus door de verkondiging van het evangelie oproept is zo goed, zo mooi, zo hoopvol, zo zeker! Christus laat in Zijn boodschap, in Zijn Woord zien wat het echte goede leven is en dat wie vanuit dat evangelie leeft eeuwig leven heeft. Het is ons verkeerd verlangen waardoor we botsten op die gehoorzaamheid, op dat moeten. De Geest wil ons de liefde voor dat goede leven leren. Wil ons ook troosten als dat ons zeer doet, omdat we nog anders willen. Hij laat ons dan zien dat er bij Christus vergeving is. Dat we op weg zijn naar iets wat eeuwig zo goed en mooi is. Dat het zoveel meer is dan wat wij volgens ons eigen gevoel nu moeten missen omdat  we Christus volgen.

 

Namelijk Jezus Christus, onze Heere. Door Hem hebben wij genade en het apostelschap ontvangen tot geloofsgehoorzaamheid onder alle heidenen, ter wille van Zijn Naam. Romeinen 1:4b-5

 

Paulus wijst op de bijzondere plaats van Jezus Christus. Hij is de Heer! De Heer van Paulus en ook die van de gemeente aan wie hij schrijft. Jezus Christus is de Heer over elk schepsel. Hij is de Heer over alle machthebbers.

Dat heeft Hij in het leven van Paulus op een heel bijzondere manier laten zien. Hij heeft Paulus die de gemeente van Christus met haat in zijn hart tegen Christus vervolgde, geroepen om nu juist Zijn knecht te zijn. Om juist de boodschap van Christus als de goede boodschap te brengen. Dat we hierin de opdracht en ook de genade van God zien komt heel mooi bij elkaar in wat Paulus aan zijn medewerker Timotheüs schrijft: “En ik dank Hem Die mij kracht gegeven heeft, namelijk Christus Jezus, onze Heere, dat Hij mij trouw geacht heeft, toen Hij mij een plaats gaf in de bediening, mij, die vroeger een godslasteraar was, een vervolger en een verdrukker. Maar mij is barmhartigheid bewezen, omdat ik het in onwetendheid gedaan heb, in ongeloof. De genade van onze Heere is echter zeer overvloedig geweest, met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus. Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben." 1 Timotheüs 1:12-15

Steeds weer lezen we Gods Woord dat Jezus Christus Verlosser en Heer is. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je gaat Christus niet gehoorzaam zijn als je Hem niet als de Redder van je leven kent. Als je niet zoals Paulus je zonden kent en leert dat je elke dag bij Christus moet zijn voor vergeving. Dat Hij de straf heeft willen dragen die ik verdiend heb. Je kent Christus niet als Verlosser als je je Hem niet wilt als de Verzoener van jouw schuld. Als je hem kent in Zijn onverdiende liefde voor jou ga je vragen: Heer wat wilt U dat ik doen zal. Hoe ik mijn leven inricht in alle dingen van mijn leven. Dan wil je Christus gehoorzaam zijn, omdat je Gods onverdiende liefde door Hem hebt leren kennen. Dan is geloven niet meer iets wat er ook bij hoort. Christus en leven voor Hem is dan je leven geworden.

 

“Wat na die Gees van heiligheid op grond van Sy opstanding uit die dood kragtig aangedui is as die Seun van God – Jesus Christus, ons Here.”. Rom 1:4

 

 Paulus is in opdrag van Jesus Christus apostel. Hy het die opdrag van die Here Jesus gekry om aan Jode en Grieke die evangelie te verkondig. Om ook vir mense wat niks of baie min van de HERE weet te vertel wie Hy is. Om te vertel dat Vader in die hemel Sy eie Seun na die wêreld gestuur het om mense te red. Om te vertel wie die Here Jesus is en wat Hy gedoen het. Ons moet mooi bedink dat die verkondig van die evangelie, die vertel van wie God is, wie Christus is nie iets is wat geen resultaat kan oplewer nie. Dit is so dat ons vanuit onsself God en Sy boodskap verwerp. Nie omdat God ons nie goed gemaak het nie. Hy het! Hy het ons so gemaak dat ons Hom altyd met ons hele hart kon dien en liefhê. Ons het teen die ene God wat goed is gekies. Ons het onsself  tot slegte mense gemaak. Die HERE stuur Sy Seun om die straf op Hom te neem wat ons vir ons verkeerde keuse en keuses verdien het. Paulus is deur Christus gestuur om soveel moontlik mense dit te vertel en hulle tot geloof op te roep.

Dit is nie ‘n hopelose onderneming nie. Hoekom nie? Omdat Jesus Christus leef! Hy het gesterf maar uit die grafte opgestaan. Hy het die dood oorwin. Hy het na die hemel gegaan en regeer nou vanuit die hemel. Hy het saam met die Vader die Gees oor Sy volk uitgestort. Die Gees wil deur die verkondiging van die evangelie ons hart bereik. Hy gee op die gebed dat ons nie meer vir onsself en die sonde kies nie maar vir Jesus Christus as die Here van ons lewe. Dit is nie dat ons net glo wat Christus vroeër gedoen het nie. Dit is dat ons met ons hart bely dat ons Christus as Verlosser elke dag nodig het en dat Hy leef. Dat ons Hom wil volg as die Koning van ons lewe. Dat ons die Gees bid om met ons hart en met ons mond, hande en voete volgeling van Jesus Christus te wees. Jesus Christus wat leef.  

 

Spelen we een rol of rollen in ons leven? 

“U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste” Exodus 20:16

 

Ik kom nog een keer terug op wat ik gisteren schreef.  Dit naar aanleiding van wat een minister hier in Nederland zei en wat ik op meerdere gebieden in de samenleving ook terugzie. Het was namelijk zo dat een van onze ministers zei dat hij als hij nog Kamerlid was geweest er ook stevig in was gegaan en geëist had dat een bepaalde zaak nu geregeld moet worden. Nu doet hij dat niet, want als minister heeft hij een andere rol en ziet dat het heel moeilijk te regelen is. Aan die rol moest hij nog wat wennen.  Hier zie je nu het failliet en de onbetrouwbaarheid in politiek en bestuur. Natuurlijk hebben mensen verschillende verantwoordelijkheden in het leven. Maar nooit anders dan dat je samen naar het beste voor anderen zoekt. Dat je een mens uit een stuk bent voor de HEERE.

Dat je samen de feiten onder ogen ziet en niet uit bent om die dingen te zeggen die je de meeste sympathie en stemmen opleveren. Als je juist de stemmen zoekt en de sympathie van mensen ben je bezig om te liegen. Om niet echt je verantwoordelijkheid te nemen voor Gods ogen.

Wanneer je kijkt naar veel verkiezingscampagnes in de wereld is dat een groot zondig schandaal. Er wordt zo gepraat dat het mensen aanstaat en de ander zoveel mogelijk in een kwaad daglicht zet. Wat zou het een zegen zijn als mensen in de samenleving en in de kerk niet eigen belang, niet eigen partij of organisatie op nummer 1 zouden zetten. Maar samen juist echt met een open hart het goede voor de ander zouden zoeken. Mensen echt verantwoordelijk samen zouden werken. Ook als dat stemmen kost of jou de sympathie van anderen kost.

Dat is juist wat de HEERE die uit een stuk is van ons vraagt. In alle verantwoordelijkheden die we in ons leven hebben. Dat is het onpartijdige leven dat de HEERE van ons vraagt. Uit een stuk vanuit het liefhebben van Christus en daarom in liefde voor elke naaste.

 

Vrijheid van meningsuiting absoluut?

“U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste” Exodus 20:16

We horen in het nieuws steeds weer mensen zeggen dat de vrijheid van meningsuiting er altijd moet zijn. Op de manier dat iedereen altijd moet kunnen zeggen wat hij denkt of meent te moeten zeggen. Niemand mag maar op enige manier de mond gesnoerd worden. Ook op sociale media moet iedereen over iedereen kunnen beweren wat hij of zij denkt. Voor velen klinkt dat goed in de oren. We willen in niets beperkt worden.
Hoe moeten we hier tegenaan kijken vanuit wat de HEERE in de Bijbel zegt? Laat ik het duidelijk zeggen: Deze mening komt van de duivel en van niemand anders. Het betekent namelijk dat frank en vrij leugens kan verkondigen en ongegrond levens van andere mensen kan beschadigen en ruïneren. De Here Jezus zegt over leugens in Johannes 8 dit: “U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.” Vs 44
We hebben onze mond te gebruiken om de waarheid te dienen. Om God te dienen en onze naaste. Daarbij horen woorden die niet waar zijn, maar voor onze campagne om gekozen te worden of om bij iemand in een goed blaadje te komen niet bij. Vrijheid van meningsuiting die liegt en onverhoord veroordeelt, ligt onder Gods oordeel. Ook als wat die ander wil voor ons sympathiek klinkt. Tot in ons eigen hart hebben we te bestrijden dat we dingen zeggen die niet in overeenstemming met de feiten zijn of die zo de feiten weergeven dat er toch een verkeerd beeld van de ander ontstaat. Laten we beseffen dat wie zo vrijheid van meningsuiting gebruikt onder Gods oordeel valt en dat zal merken als de Here Jezus terugkomt. De Here Jezus zegt daarover zelf dit: “Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. Want op grond van uw woorden zult u rechtvaardig verklaard worden, en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden.” Mattheus 12:36,37

 

“Wat na die Gees van heiligheid op grond van Sy opstanding uit die dood kragtig aangedui is as die Seun van God”. Rom 1:4

 

 Paulus verkondig Christus. Hy is deur Christus gestuur. Wie is Jesus Christus? Hy is God wat mens geword het. Hy word al dadelik by die aankondiging van Sy geboorte as Seun van God aangedui. Ons lees dit as die engel Gabriël by die maagd Maria in Nasaret kom. Die engel sê dan o.a. dit in God se naam: “Moenie bang wees nie, Maria, want jy het genade by God gevind. Kyk, jy sal swanger word en aan ‘n seun geboorte skenk. Jy moet Hom Jesus noem. Hy sal magtig wees, en die Seun van de Allerhoogste genoem word. En die Here God sal aan Hom die troon van Sy voorvader Dawid gee. Hy sal vir ewig oor die nageslag van Jakob regeer. Aan Sy heerskappy sal daar geen einde kom nie.” Lukas 1:30-33

God se boodskapper kondig die geboorte van die beloofde Verlosser aan. Die Seun van God wat mens word en uit die familie van Dawid word gebore. Die HERE voer Sy belofte, Sy plan uit. Hy is die Allerhoogste wat altyd kan doen wat Hy wil. Wat altyd trou is aan Sy beloftes. Wanneer Jesus Christus op aarde leef, wys Hy steeds weer dat Hy meer as ‘n mens is. Selfs meer as ‘n sondelose mens. Hy vergeef sondes wat net God kan doen. Hy genees en laat mense uit de dood opstaan. Hy verneder Hom tot op die kruis maar nogtans het Hy steeds weer gewys dat Hy God is. God en mens om vir hulle wat na Hom vlug die straf en die oordeel van God op Hom te neem.

Hy sterf. Aan die kruis. Hy word in die grafte gelê. Dit lyk asof Hy niks anderste as ‘n baie goeie mens was nie. Dan is daar die derde dag na Sy dood. Hy staan op uit die dood. Hy is God en daarom is Hy dit wat oor dood en lewe beskik. Die werk van God se Seun as die Verlosser is die werk van de Drie-enige God. Die Gees is ook daarby betrokke. In die opstanding van Christus word so duidelik dat Hy regtig die Seun van God is wat niks en niemand dood kan kry nie. Hy deel die verlossing deur Hom verdien uit aan elkeen wat vergifnis en nuwe lewe by Hom soek. Ook vandag en in die toekoms.

“Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David.” Romeinen 1:3

 

Waar gaat het over als het om de goede boodschap die van God komt gaat? Dat is een boodschap die een kern heeft. Die kern is Jezus Christus. Dat is dat de Here Jezus de Zoon van God is die naar de wereld gekomen is. Dat is dat God zelf mens geworden is om wat de we lezen in Johannes 3:16-18: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.”

Als je erover nadenkt dat Gods liefde zo diep en ver gaat dat Hij in de Zoon mens wordt. Dat Hij in Christus gekomen om ons hele menselijke zondige bestaan te dragen en zo de straf tegen onze zonden op zich te nemen, gaat je verstand duizelen. Eigenlijk niet te bevatten, niet op waarde te schatten. Zo groot!  Dan ga je ook begrijpen dat als je die liefde in ongeloof verwerpt er Gods oordeel is. Wat is het belangrijk dat we Gods liefde in Christus vastgrijpen om daarvan en daarin te leven.

Dat Gods liefde in Christus er is en zo diepgaat, is maar niet een of ander sprookje. Dat is er echt omdat de HEERE trouw is. Dat zie je ook als Paulus hier schrijft dat Jezus Christus uit het geslacht van David geboren is. Dat had de HEERE al heel lang voor de geboorte van de Here Jezus uit de maagd Maria belooft. De beloofde Verlosser wordt in Ezechiël 34 zo aangekondigd: “Ik zal over hen één Herder doen opstaan en Die zal ze weiden: Mijn Knecht David. Híj zal ze weiden en Híj zal een Herder voor ze zijn. En Ik, de HEERE, zal een God voor ze zijn, en Mijn Knecht David zal Vorst zijn in hun midden. Ík, de HEERE, heb gesproken.” vs 23,24. Ezechiël schrijft dit als David al honderden jaren gestorven is. De grote nakomeling van David zal komen. Ezechiël schrijft dit honderden jaren voordat de Here Jezus uit het huis van David geboren wordt. De HEERE is altijd trouw en doet wat Hij beloofd heeft. Op Hem kunnen we aan.

 

“wat Hy reeds tevore deur Sy profete in die Heilige Skrif beloof het aangaande Sy Seun” Romeine 1:2,3a

 

 Paulus is deur Christus geroep om Sy apostel te wees. Hy word geroep om op ’n spesiale manier dienaar van die Woord te wees. Hy kom as iemand wat deur Christus gestuur word nie met sy eie boodskap nie.  Hy kom ook nie met ‘n boodskap wat nuut is nie. Hy kom vertel dat wat die HERE in die tyd van die Ou Testament beloof het werklikheid geword het.  Christus wat as die Verlosser in die Ou Testament deur God beloof is, het gekom. Hy het Paulus persoonlik opgesoek en laat weet wie Hy is. Paulus mag sowel vir Jode as vir mense van alle volke vertel dat die geloof in Christus verlossing beteken. Hy gaan van Christus vertel en mense oproep tot Hom te kom. ‘n Oproep tot geloof en bekering. Hy gaan in Christus se naam kerke wat ontstaan het die pad wys en oproep om by die evangelie te bly.

Ons lees in die Skrifte die heerlike belofte dat eendag die Verlosser kom en die evangelie dan juis ook vir alle volke is. Ons lees dit o.a. in Genesis 12. Die HERE roep dan Abram op om sy eie land te verlaat en na die land te gaan wat de Here God hom sal wys. By daardie geleentheid sê die HERE: “Ek sal jou ‘n groot nasie maak; Ek sal jou seën en jou naam groot maak; sodat jy ‘n seën sal wees. Ek sal hulle seën wat jou seën; maar wie jou verwens, sal Ek vervloek. En deur jou sal al die grootfamilies (nasies RV) van die aarde geseën wees.”  Sien ook Gen 18:18 Die Gees self maak vir ons in die Nuwe testament duidelik dat de Gees hier al beloof dat mense uit alle volke tot Christus kan kom. Ons lees in Galasiërs 3: “En  omdat die Skrif dit vooruit gesien het dat God die heidene op grond van geloof regverdig sou verklaar, het die Skrif die evangelie reeds vooraf aan Abraham verkondig:  “In jou sal al die nasies geseën word.” Daarom word die mense wat glo, saam met die gelowige Abraham geseën.” vs 8,9

Paulus kan ‘n brief skryf aan die kerk in Rome wat uit Jode en heidene bestaan en wat saam van die evangelie van God wil leef. Saam deur geloof in Christus verbind.

 

“afgezonderd tot het Evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften,” Romeinen 1:1,2

Christus heeft Paulus geroepen om het evangelie van God te brengen. Niet maar ergens achteraf maar zoveel mogelijk over deze wereld. Dat wordt al duidelijk wanneer Paulus door Christus geroepen in Damascus is. Dan is het broeder Ananias die van de Christus de opdracht krijgt om naar Paulus te gaan. Ananias ziet dat eigenlijk niet zitten. Moet hij naar die man die bekend staat als een van de ergste vervolgers van de broeders en zusters in geloof? Hij vertrouwt die man helemaal niet. Dan maakt de Here Christus duidelijk dat Hij juist deze man gaat gebruiken bij de verkondiging van het evangelie. Christus laat zien dat Hij voor die verkondiging gebruikt wie Hij wil en wanneer Hij wil. Hij is de Heer!
Christus zegt dan tegen Ananias o.a. dit: “Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten.” Handelingen 9:15
We lezen in vers 1 dat het gaat om het evangelie van God. Het is niet zomaar een goede boodschap. Evangelie betekent namelijk goede boodschap. Mensen kunnen allerlei boodschappen brengen die goed lijken of goed voelen. Er zijn onder mensen ook echt goede boodschappen, maar het is nooit een boodschap die verder reikt dan de dood. Het is nooit een boodschap die verder gaat dan het leven hier en nu. Het is nooit een boodschap die laat zien hoe er eeuwige vrede met God in je leven kan komen. Die vrede van God kan er zelfs niet komen door Gods wet. Dat is zo omdat ons zondige hart tegen Gods wet opstaat en overtreedt. Christus roept Paulus om die enige echte goede boodschap die van God komt te verkondigen aan Joden, heidenen en ook aan machtigen en koningen. Zelfs aan de keizer. Dat evangelie moet gehoord worden. Christus die de inhoud van dat evangelie is moet ons voor ogen geschilderd worden. Dat gaat Paulus doen in opdracht van de Heer. Dat is geen nieuw evangelie. In het Oude Testament komt dat al naar ons toe. Daarover morgen meer.

 

“Paulus, ’n dienskneg van Christus Jesus, ’n geroepe apostel afgesonder vir die evangelie van God.” Romeine 1:1

 

 Paulus dien hom by die kerk van Rome aan as ’n geroepe apostel. Dit is nie so dat Paulus homself apostel noem nie. Dit is nies o dat hy homself die eer toeëien dat hy ’n apostel is nie. Hy maak duidelik dat hy deur Jesus Christus self geroep is. Met Christus se eie stem uit die hemel. Ons lees daarvan in Handelinge 9 Paulus wat ook die naam Saulus gehad het, was iemand wat die Here Jesus en Sy volgelinge gehaat het. Hy was na Damaskus op pad om christene gevange te neem. Hy was bly as van die christene in die tronk gekom het of doodgemaak het. In sy hart was niks wat daarna verlang het om Jesus Christus se apostel te wees nie.

Ons lees dan in handelinge o.a. dit: “Terwyl hij onderweg was, en naby Damaskus kom, het ’n lig uit die hemel hom skielik omstraal, en hy het op die grond neergeval en ’n stem vir hom hoor sê: “Saul, Saul, waarom vervolg jy My? Hy het gevra: “Wie is U, Here?” En Hy antwoord: “Ek is Jesus wat jy vervolg. Maar staan op en gaan na die stad en daar sal vir jou gesê word wat jy moet doen.” Vs 3-6

Die Here Jesus het Paulus met Sy eie stem geroep om Sy apostel te wees. Dit is Christus wat Paulus onderwys gee sodat Paulus soos die ander apostels oor en ooggetuie van Hom op hierdie aarde kan wees.  Sien o.a. Gal 1:15-17; 2 Korinthe 12;1-7; Efese 3:2,3  

Paulus is een van die apostels wat deur Christus self geleer is en nou afgesonder is om die evangelie van God te bring. ’n Man wat maar nie ’n plaaslike ampsdraer is nie maar iemand wat orals met die gesag van Christus kom vertel wat die ware evangelie is. Die Gees sorg daarvoor dat hierdie brief aan die Romeine in die Bybel ’n plek gekry het. Ons hoor en lees in hierdie brief die ware evangelie. Die boodskap wat regtig goed is vir ons. Wat vra om geloof en gehoorsaamheid aan Christus.

 

 

Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God Romeinen 1:1

Paulus schrijft een brief aan de gemeente van Rome. Dat is toch wel bijzonder als je daarover nadenkt. Het is namelijk een brief aan een gemeente waar hij nog nooit geweest is. Een gemeente waar hij nooit gewerkt heeft. Het is een gemeente die al langer geleden ontstaan is. Waarschijnlijk door het contact dat gewone gemeenteleden in Rome hadden en daar van de Here Jezus verteld hebben. De Geest heeft ervoor gezorgd dat er een gemeente ontstaan waarin zowel mensen met een Joodse achtergrond als mensen met een heidense achtergrond deel van uit maken. Het is een gemeente die al langer bestaat, omdat Paulus in deze brief ook schrijft dat er in de wereld over het geloof van deze gemeente gesproken wordt.
Wat geeft Paulus het recht om aan deze gemeente als buitenstaander te schrijven? Wat geeft Hem het recht om zich te bemoeien met het geloof in deze gemeente. Paulus is toch geen ambtsdrager in deze gemeente? Let er dan op hoe Paulus zich aan het begin van deze brief aankondigt. Wie is hij?
Hij noemt heel kort zijn naam. Zelf is hij als persoon niet belangrijk. Het mag een dienaar van het woord nooit om zijn eigen naam gaan. Paulus maakt duidelijk dat hij een dienstknecht van Jezus Christus is. Hij staat helemaal in Zijn dienst. Het leven is voor Hem Christus 24 uur per dag. Wat voor deze brief nog belangrijker is, is: “een geroepen apostel”. Hij komt en schrijft maar niet uit zichzelf als iemand die zich graag met anderen bemoeit. Hij is een apostel. Dat betekent dat hij gestuurd is om namens iemand anders met een boodschap te komen. Dat heeft hij maar niet zelf bedacht. Hij is namelijk geroepen! Jezus Christus zelf heeft hem vanuit de hemel geroepen toen hij op weg was naar Damascus. Hij is door de Geest er toe gebracht om deze brief aan de Romeinen te schrijven. In deze brief hebben we te maken met het echte zuivere Woord van God. Het Woord van Christus. Morgen verder.