KOMT AL HET KWAAD VAN DE DUIVEL? (I)

 

 Ik kreeg deze vraag van een van onze bijbelstudieverenigingen. Het is een belangrijke vraag. Ook een vraag die altijd weer ergens opkomt. Er zou veel over te zeggen zijn. Ik ga proberen het kort en overzichtelijk te houden. Door zelf een paar vragen te stellen die ons steeds dichter bij een goed antwoord moet brengen.

 

  1. Hoe is het kwaad in de schepping gekomen?

 Het eerste wat hier gezegd moet worden is dat de HERE de Schepper is.  Hij is ook de enig levende en almachtige God. Het is dus niet zo dat Hij de dingen niet kan maken zoals Hij wil. Wat lezen we nu van de HERE in de Bijbel? Dat Hij goed is. Dat Hij alles wat verkeerd is haat.  Dat Zijn hart alleen maar naar het goede uitgaat. Op een heel duidelijke manier lees je dat in 1 Johannes 1: “En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet. Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van ​Jezus​ ​Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle ​zonde.”  Vs 5-7

Het kwaad is niet in de schepping gekomen omdat de HERE een foutje heeft gemaakt of omdat Hij het er in gelegd heeft. Het kwaad, de zonde en gevolgen van de zonden waren er niet toen de HERE de hemel en de aarde gemaakt heeft. Het begin was goed. Zonder kwaad.

Het zijn de schepselen zelf die het kwaad de wereld in hebben gebracht. Hoe kan dat? Voor ons menselijk verstand blijft er altijd iets van een raadsel. Toch kunnen we er wel iets van zeggen. Omdat de HERE ons er wel iets over verteld heeft. Het kwaad in de schepping begint bij een deel van de engelen. Hun aanvoerder was en is de duivel. Was het kwaad er dan toch al? Nee, je moet goed bedenken dat de HERE alleen het goede gemaakt had. Hij wil daarbij ook dat engelen en mensen van hem houden. Dat Hij omringt wordt door mensen die echt uit de liefde van hun hart voor hem kiezen. Die Hem liefhebben boven alles. Dat betekent dat de HERE niet het kwaad schiep maar wel engelen en mensen de mogelijkheid gaf om te kiezen. Wat tegen Gods wil ingaat is het kwade, het verkeerde. Dat was er nog niet maar wanneer je daarvoor kiest, komt het je leven binnen. Dan is het er en gaat het verwoestend werk doen. De HERE heeft ook laten weten dat een keuze tegen Zijn wil in heel ernstige gevolgen heeft. Je moet daarbij wegblijven. Een van de machtige engelen wil kiezen voor een bestaan waarin hij en andere engelen niet meer knechten van God zijn maar eigen baas. Waarin ze ook echt tegen de wil van God gaan in leven. Bedenk hierbij dat de HERE engelen en mensen zo gemaakt heeft dat ze niet bij de keuze hoeven uit te komen. Dus als ze tot een verkeerde keuze komen, kun je nooit met goed fatsoen beschuldigend naar de HERE als de Schepper wijzen. Het ellendige is dat een deel van de engelen en dat de hele mensheid wel tot die verkeerde keuze gekomen is. Dat begint in de hemel bij de engelen. We lezen daarover heel kort in twee gedeelten in het Nieuwe Testament:

Judas 6:  “En de ​engelen​ die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij voor het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien in de duisternis in verzekerde bewaring gesteld.”

2 Petrus 2:4: “ Want als God de ​engelen​ die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de hel geworpen en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden”.

Het is de duivel die vanuit dat deel van de engelen dat tegen God is opgestaan naar de aarde komt om ook de goed geschapen mens te verleiden tot zonde. Tot het doen van kwaad. We weten hoe dat afgelopen is. De HERE vertelt het ons in Genesis 3. We weten ook hoe de doorwerking van de zonden in ons leven en de wereld voor heel veel kwaad en ellende gezorgd heeft.        

Het eerste deel van ons antwoord is dus dat de HERE op geen enkele manier de oorzaak of de oorsprong van het kwaad is. Dat is het ook dat we belijden in artikel 12 en 13   van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Hij heeft ook de engelen goed geschapen, om zijn gezanten te zijn en zijn uitverkorenen te dienen. Sommigen van die engelen zijn uit die verheven staat waarin God hen geschapen had, in het eeuwige verderf gevallen, maar door Gods genade hebben anderen volhard en zijn in hun oorspronkelijke staat staande gebleven. De duivelen en boze geesten zijn zo verdorven, dat zij vijanden van God en van al het goede zijn. Uit alle macht loeren zij als moordenaars op de kerk en elk van haar leden, om alles door hun bedriegerijen te vernielen en te verwoesten. Zij zijn daarom door hun eigen slechtheid veroordeeld tot de eeuwige ondergang en verwachten dagelijks hun verschrikkelijke pijnigingen. 

Wat dit betreft verwerpen en verfoeien wij de dwaling van de Sadduceeën, die loochenen dat er geesten en engelen zijn. En ook de dwaling van de manicheeërs, die zeggen dat de duivelen hun oorsprong uit zichzelf hebben en van nature slecht zijn; zij ontkennen dat de duivelen slecht zijn geworden.    ……..

Wij geloven dat deze goede God, nadat Hij alle dingen geschapen had, ze niet aan zichzelf heeft overgelaten, of aan het toeval of het lot heeft prijsgegeven, maar ze overeenkomstig zijn heilige wil zo leidt en regeert, dat in deze wereld niets gebeurt zonder zijn beschikking. Toch is God niet de bewerker van de zonde die gedaan wordt, en evenmin draagt Hij er de schuld van. Want zijn macht en goedheid zijn zó groot en gaan ons begrip zo te boven, dat Hij zijn werk zeer goed en rechtvaardig beschikt en doet, ook al handelen de duivelen en goddelozen onrechtvaardig. En al wat in zijn doen het menselijk verstand te boven gaat, willen wij niet nieuwsgierig onderzoeken, verder dan ons begrip reikt. Maar in alle ootmoed en eerbied aanbidden wij de rechtvaardige beslissingen van God, die voor ons verborgen zijn. Wij stellen ons ermee tevreden, dat wij leerlingen van Christus zijn, om slechts te leren wat Hij ons onderwijst door zijn Woord, zonder deze grenzen te overschrijden. 

 

Een belangrijke vraag die overblijft, is wel of de HERE nu alles maar aan de zonde en het kwaad overgeeft. Wat betekent dat voor de verhouding tussen de HERE en het kwaad. Daarover volgende keer.  

 

KOMT AL HET KWAAD VAN DE DUIVEL (II slot)

 

 In het vorige artikel hebben we gezien dat de duivel samen met een deel van de engelen in opstand tegen God gekomen is. Dat de HERE de schepping goed gemaakt heeft. Dat de duivel met de slechte engelen voor het opstaan tegen God en wat echt goed is besloten hebben. Het is de duivel die daarna naar de mens op aarde gegaan is om die te verleiden tot het kwaad. Het kwaad en de ellende vinden hun oorsprong in de keuze van de duivel en daarna in de keuze van de mens. De vraag die ons nu bezighoudt is:

Heeft God toch niets met het kwaad en de ellende te maken?

 

Wanneer we op deze vraag antwoord geven, is het belangrijk om het ons niet te makkelijk te maken. Er zijn in de Bijbel en ook in onze belijdenis echt wel stukken die er op wijzen dat de HERE echt wel met ellendige dingen op aarde te maken heeft.

Ik ga er een paar noemen.

  1. We lezen in Amos 3:5,6 het volgende: “Schiet een vogel neer op het klapnet op de aarde, zonder dat er een lokaas voor hem is? Vliegt het klapnet op van de grond, zonder dat het iets vangt?6Wordt de bazuin in een stad geblazen, zonder dat de inwoners opschrikken? Geschiedt er een ramp in een stad, zonder dat de Here die bewerkt?”
  2. De Here Jezus zelf zegt in Lukas 13: “Er waren juist op dat tijdstip enigen bij Hem, die Hem berichtten over de Galileeërs van wie ​Pilatus​ het bloed met hun offers vermengd had. En ​Jezus​ antwoordde en zei tegen hen: Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andereGalileeërs, omdat zij zulke dingen geleden hebben? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. Of die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer ​schuld​ hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen?Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.” vs 1-5
  3. Denk ook eens aan al de oordelen waarvan het boek Openbaring vertelt. Oordelen die over de wereld gaan en die er alleen kunnen komen zolang en zover de HERE als de Almachtige dat toelaat.
  4. Als laatste een deel van Zondag 10: “Vraag 27: Wat verstaat u onder Gods voorzienigheid?
  5. Antwoord: De almachtige en tegenwoordige kracht van God, waardoor Hij hemel en aarde, met alle schepselen, als met zijn hand in stand houdt en zó regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, eten en drinken, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede en alle dingen, niet bij toeval, maar uit zijn vaderhand ons ten deel vallen.” We belijden hier dat Gods hand ook is in droogte, onvruchtbare jaren, ziekte en armoede is.

Wanneer je deze dingen leest dan zie je dat de stelling dat alleen de duivel met het kwaad, met de ellende in de wereld te maken heeft te kort door de bocht is. Maakt dat God dan toch niet medeplichtig aan het kwaad?

Nee! Waarom niet?

Bedenk goed dat de HERE alles  goed gemaakt heeft. Het zijn de duivel en de engelen die hem volgden die tegen God zijn opgestaan en zo het kwaad in de wereld brachten. Het is de mens die naar de duivel geluisterd heeft en het kwaad in de wereld gebracht heeft. Als de HERE niets gedaan had was de wereld aan het kwaad en de duivel overgegeven en was het hier niets anders dan een hel.

Wat doet de HERE? Hij houdt het kwaad in de hand! Hij beperkt daardoor de doorwerking daarvan. Op die manier zorgt Hij er voor dat dat er een weg van verlossing is en dat Gods volk op aarde kan leven. Hij houdt het kwaad en ook de duivel in Zijn hand. Het is Zijn goedheid dat het niet een grote hel op aarde is.  Zijn zo toelaten van het kwaad maakt ook duidelijk dat als de ellende je treft je bij jouzelf moet afvragen of wat over je komt ook geen zonde in je leven aanwijst. De ellende die er is, is ook straf op de zonden die we als mensen allemaal verdiend hebben.

De straf die komt laat zien dat de HERE de zonden en het opstaan tegen Hem niet duldt. Die opstand die tot een grote hel leidt, krijgt niet het laatste woord. Daarom houdt de HERE ook het kwaad in Zijn hand. Daarin ligt de grote bemoediging dat Zijn uiteindelijke oordeel komt over wie met overtuiging tegen Zijn wil in leven. Ook de bemoediging dat wie bij Christus schuilt eens voor altijd van de straf en daarmee van alle gevolgen van de zonden gered zal zijn.

Wanneer de ellende over de wereld komt, mag je weten dat het in Gods hand is. Dat Christus voor de gelovigen  de straf gedragen heeft  zodat ze er eens voor altijd van bevrijd zijnGelukkig bemoeit de HERE zich met het kwaad zodat het niet voor altijd een hel wordt voor de hele schepping. Hij is het die uiteindelijk de duivel, het kwaad en allen die vanuit een zondig hart blijven leven aan het kwaad overgeeft waarvoor ze zelf hebben gekozen.  Hij is de vader die het kwaad in de hand houdt om op weg te gaan naar de nieuwe hemel en aarde waar nooit meer kwaad en ellende is. Waar Hij woont met Zijn volk.