DE WAARDE VAN HET LICHAAM I (ALGEMEEN)
Inleiding
De komende maanden hoop ik een aantal artikelen te schrijven over de waarde van ons lichaam. Het gaat er dan vooral om wat deze waarde betekent voor ons leven en voor meerdere vragen die op ons afkomen. Vooral op ethisch terrein. Zo hoop ik in deze reeks artikelen aandacht te geven aan abortus, euthanasie, seksualiteit, homoseksualiteit, de transgenderdiscussie en nog wel enkele andere zaken. Belangrijke punten die ons eigen leven diep kunnen raken. Ook belangrijke punten in gesprekken met anderen. Het zijn heel actuele zaken die onze aandacht vragen in onderlinge gesprekken, in gesprekken met de jeugd. Ze vragen van ons ook dat we heldere standpunten vanuit Gods Woord innemen in de samenleving. In dit eerste artikel sta ik in het algemeen stil bij de verhouding tussen onze gedachten en gevoelens aan de ene kant en ons lichaam aan de andere kant. Ik wil ook iets laten zien wat in discussies en standpunten hierover op de achter grond een belangrijke rol speelt.
Wat is hoger?
In de geschiedenis vinden we duidelijk gedachten waarbij het lichaam en het gewone leven op deze wereld als minderwaardig wordt gezien. De Heilige Geest zelf waarschuwt er al tegen. Heel duidelijk vind je dat in 1 Timotheus 4: “Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” Vs 3-5
Toch zie je in de geschiedenis van de kerk onder invloed van o.a. de filosofie van Plato een verachting van het gewone leven opkomen. Bijvoorbeeld kluizenaars die zich laten opsluiten of die op een paal gaan zitten om er nooit meer af te komen. Om zo alleen met het geestelijke leven bezig te kunnen zijn en je niet meer met het gewone leven te hoeven bezighouden. Het genieten van de gewone dingen van het leven wordt dan als minderwaardig gezien. Je ziet dat ook in de middeleeuwen. Een opvallende uiting daarvan las ik in het Reformatorisch Dagblad van 22 juni. Daar vertelt Steven van den Heuvel: “ken je het verhaal van de middeleeuwse monnik die er van Schrok dat hij zo zat te genieten van zijn soep? Hij strooide zand in zijn bord, want hij zag genieten als iets verkeerds.”[1]
Bij deze gedachten wordt het lichaam en de zorg voor het lichaam iets minderwaardigs. In onze tijd komt de gedachte dat je gevoelens en je gedachten meer dan je lichaam zijn op een andere manier naar ons toe. Vaak op een manier die je zelf niet direct herkent. In onze samenleving is namelijk de gedachten dat onze gevoelens meer dan ons lichaam zijn heel sterk geworden. Vooral onder de invloed van de geest van de tijd.
Ik kan me voorstellen dat je hierbij vragen stelt. We leven toch juist in een tijd waarin het lichaam heel belangrijk is. Denk aan de aandacht voor sport. Denk aan de aandacht voor er zo goed mogelijk uitzien. Denk aan de grote aandacht voor gezond eten. Hoeveel mensen zoeken hun toevlucht niet tot plastische chirurgie om er zo lang mogelijk jong uit te zien. Toch speelt hier op de achtergrond de gedachte dat onze gedachten meer zijn dan ons lichaam. Dat ons lichaam zich moet richten naar onze gevoelens. Ook de gevoelens van eigen tijd.
Vooral vanuit filosofische gedachten die vanaf de 17e eeuw opkwamen is dat gebeurd. Het bewijs dat je leeft zou je denken of je gevoel zijn. Het zou gaan om jouw persoonlijkheid in je je denken en je voelen. Het gevolg was dat je lichaam eigenlijk een soort machine wordt die je gevoelens en gedachten moet volgen. Je lichaam zou geen eigen stem in je leven hebben. Het is niet meer dan een aantal cellen. Dat lichaam moet bruikbaar zijn voor jouw gevoelens en gedachten. Als dat niet meer kan is je leven niet veel waard. Dan is het de vraag of je kwaliteit van leven nog wel genoeg is. Deze gedachten hebben veel invloed hoe mensen in onze tijd denken over allerlei zaken. Bijvoorbeeld wanneer je leven voltooid is en of je gehandicapt leven wel geboren moet laten worden. Het zijn zaken waar ik in volgende artikelen uitgebreid op terug hoop te komen.
Het is belangrijk om nu eerst te zien hoe de HERE over ons als mensen spreekt. Zijn we een eenheid of moeten we de mens verdelen tussen een hoger deel en het lagere dat ons lichaam zou zijn.
De mens een levende ziel
De mens is zoals alles in die schepping door God gemaakt. Toch is er bij de schepping van de mens iets bijzonders. Je ziet daarin dat de HERE de mens als Zijn kind schept. Dat Hij met de mens het meest intieme contact heeft. De mens is het meest intiem met de HERE verbonden en kan daarom ook Gods beeld op aarde zijn. We lezen in Genesis 2 het volgende over de schepping van de mens: “toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.”
De HERE blaast de levensadem heel direct in de mens. Zo wordt de mens dat unieke schepsel dat een levende ziel (Vertaling 1951) of een levend wezen (HSV) wordt. Belangrijk is het om te zien dat het bijzondere niet gebint bij het blazen van de adem in de neus van Adam. Het begint er al mee dat de HERE als de Pottenbakker de mens uit de aarde vormt. Het is niet zo dat de HERE alleen maar spreekt en zo het lichaam van de mens ontstaat. Hij is het die daaraan heel bijzondere aandacht geeft en het lichaam van de mens zelf vorm geeft. Je ziet hier de bijzondere verhouding met de HERE die zich ook uitstrekt naar het lichaam van de mens.
De mens is ziel en lichaam. Zo is de mens een levend wezen. De mens is een eenheid. Niets aan de mens is minderwaardig. Het lichaam dat de HERE ons geeft, bepaald ons ook bij de roeping die we op aarde hebben. We zien hier ook dat de mens vanaf het begin als echte mens eenheid is. Het is wel zo dat door de zondeval er tijdelijk een scheiding tussen ziel en lichaam zal plaatsvinden. Wie als gelovige sterft gaat direct bij het sterven met zijn ziel naar de hemel. Ons lichaam blijft dan achter op aarde. Toch zijn we bedoeld om als ziel en lichaam een eenheid te zijn. Daarom is er bij de terugkeer van de Here Jezus de opstanding uit de doden. Dan krijgen we een verheerlijkt lichaam terug. Zo zijn we dan weer helemaal mens zoals de HERE dat bedoeld heeft. Ons lichaam heeft waarde. Dat vind je op verschillende manieren terug in de Bijbel.
Het lichaam telt helemaal mee
Het leven op aarde heeft waarde. Ons lichaam hoort heel echt bij ons mens zijn. Dat zie je heel duidelijk wanneer de Zoon van God in de wereld komt. Hij komt niet alleen als een geest of als een ziel. Hij wordt heel echt mens met alles wat er bij hoort. We lezen in Johannes 1 van de komst van Christus: “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.” Het kan bijna niet duidelijker gezegd worden: “het Woord is vlees geworden”. Hij is zo echt mens dat Hij ook een heel echt menselijk lichaam heeft. Geen schijn maar heel echt. God schaamt zich er niet voor om een echt mens te worden. Hieraan zie je heel duidelijk dat het lichaam niet minderwaardig is. Dat wordt o.a. in Kol 2:9 nog eens benadrukt. Het gaat daar over Christus die echt mens is en dan lezen we: “Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk.” God is echt helemaal mens geworden in Jezus Christus. Dat is niet maar tijdelijk. Het is niet zo dat de Zoon van God maar voor een bepaalde tijd mens werd. Hij was het die uit de dood opstand. Met een verheerlijkt lichaam. Met een lichaam dat de apostelen konden zien en voelen. De Here Jezus bewijst dat ook door voor de ogen van Zijn leerlingen te eten.
De schepping zelf kijkt uit naar het grote herstel dat er komt bij Christus terugkeer op de wolken. Dat betekent ook het volmaakte herstel van de schepping. Op een prachtige manier lezen we daarvan in Romeinen 8: “Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God. Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft, in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God.” vs 19-21
Daarbij hoort ook de opstanding van gelovigen die dan een nieuw lichaam krijgen. We lezen daarover o.a. in Fil 3:20,21: “Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.”
Wat wij met ons lichaam doen is dus zeker van belang. Dat heeft alles te maken met een leven voor Gods ogen. Heel duidelijk lezen we dat i Korinthe 6. Daar is de gedachte ter sprake dat het lichamelijke en in het bijzondere het seksuele eigenlijk minderwaardig is. Zou het als gelovige, als een mens die geestelijk is niet beter zijn om niet te trouwen maar dan als je het niet meer kunt houden af en toe betaalde seks te hebben? Met deze gedachten in het achterhoofd lezen we dan: “ Weet u niet dat uw lichamen leden zijn van Christus? Zal ik dan de leden van Christus nemen en die maken tot leden van een hoer? Volstrekt niet! Of weet u niet dat wie zich met een hoer verenigt, één lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot één vlees zijn. Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest met Hem. Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, is buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.” vs 15-20
Tempel van de heilige geest strekt zich dus ook uit tot het gebruik van onze geslachtsdelen. Het is de bedoeling dat we ook die gebruiken tot eer van God! Ons hele lichaam is door God ons gegeven om er zo mee te leven dat we daarmee Zijn beeld zijn.
Ons lichaam hoort er dus heel echt bij. Hoe we ons lichaam gebruiken, is heel belangrijk. De HERE heeft ons een lichaam gegeven met een duidelijk opdracht. Dat geldt ook als we lezen dat de HERE de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft. Gen 1:27. Juist aan ons lichaam kun je zien of je man en vrouw bent. Met de opdracht die juist daardoor ook in ons leven is gekomen. Wat we met ons lichaam of dat van anderen doen, heeft alles te maken met wat de schepper ons voor richtlijnen en opdrachten geeft. De omgang met het lichaam van jezelf en anderen is niet iets wat maar volgens eigen gevoelens en gedachten gedaan kan worden. Daarbij hebben we juist het kompas van Gods Woord nodig. Volgende keer concentreren we ons dan op het ongeboren leven.
DE WAARDE VAN HET LICHAAM II (HET BEGIN VAN HET LEVEN)
Menselijk leven
Wat is menselijk leven en wanneer heeft het recht op bescherming? Het gaat hier om heel belangrijke vragen. Zeker als je er over nadenkt of het kiezen voor abortus in het algemeen een verantwoorde keuze is. Hierbij is opvallend dat je al meer hoort dat we vanaf de bevruchting met menselijke leven te maken hebben. Je zou denken dat daarmee het beslissende gezegd is. Toch blijkt dat niet zo te zijn. Ik kom hier weer even terug op het vorige artikel. Daarin heb ik geschreven dat een bepaalde scheiding tussen geest en lichaam er voor zorgt dat mensen het lichaam als minderwaardig zien. Zo is het ook in het gesprek over abortus.
In deze discussie speelt bij velen een rol dat het kindje in de buik van die moeder hoe klein ook wel menselijk leven is maar nog geen persoon zou zijn. het zou alleen een lichaam zijn en daarmee minder dan de mensen die al geboren zijn. Dat zijn mensen met geest en lichaam en daarom personen die kunnen beschikken over het ongeboren leven dat nog geen persoon zou zijn.
De keuze van mensen die geboren zijn tegenover ongeborenen wordt in onze tijd zelfs een mensenrecht genoemd. Een voorbeeld van iemand die dit uitdraagt, is de filmster Scarlett Johannson. Zij zei in 2016 op het evenement Power of Woman in Los Angeles o.a. het volgende: “Het recht van een vrouw om te kiezen wat er zou moeten gebeuren met haar lichaam is niet alleen een kwestie voor vrouwenrechten - dit is 2016 en dit is een kwestie voor mensenrechten. De keuze van een vrouw is uiterst persoonlijk en zou geen onderdeel moeten uitmaken van iemand's politieke agenda. Het heeft niks te doen met politiek. Het heeft te maken met het eren en respecteren van vrouwen en het handhaven van de wet.”[2]
Ook hier zie je op een manier weer de scheiding tussen lichaam en geest. Onze gedachten, onze gevoelens zouden het hogere zijn en dat zou er voor zorgen dat we een persoon worden. Vaak wordt nog verder gegaan. Je bent eigenlijk pas een persoon als jezelf keuzes kunt maken. Hoe hulpbehoevender iemand is hoe minder hij of zij een persoon zou zijn. Deze manier van denken waarin de mens niet meer als een door God gegeven eenheid gezien wordt heeft gevolgen bij het begin van het leven. Maar dat niet alleen. Ook voor het denken over mensen met een beperking en bij het einde van het leven. We concentreren ons nu op het begin van het leven.
Recht op leven?
Hoe wordt er tegen het leven aangekeken? Is het leven het gevolg van toeval? Is het leven tot stand gekomen zonder een Schepper die er Zijn goede bedoeling mee heeft? Het antwoord op deze vragen is van het grootste belang. Dat zie je o.a. als je een op dit moment heel populair boek leest. Ik heb het nu over het boek: Sapiens van Yuval Noah Harari. Het is over de wereld en ook in ons land op dit moment een echte bestseller. Deze Harari noemt dit boek een kleine geschiedenis van de mensheid. Hij gaat daarbij helemaal van de evolutie uit. Hij ziet heel scherp dat evolutie en het christelijke geloof heel duidelijk tegenover elkaar staan. Als het over de waarde van het leven gaat schrijft hij o.a. dit: “Volgens de biologie zijn mensen niet alleen niet geschapen, maar is er ook geen ‘Schepper’ die hen met wat dan ook ‘begiftigt.’ Er is alleen een blind evolutionair proces zonder enig doel dat leidt tot de geboorte van individuen. ‘Door hun Schepper begiftigt’ moet dus simpelweg vertaald worden met ‘geboren’. Evenmin bestaat er in de biologie zoiets als rechten. Er zijn alleen organen, vermogens en eigenschappen. …… pleitbezorgers van gelijkheid en mensenrechten zullen waarschijnlijk verontwaardigd reageren op deze manier van redeneren en iets zeggen als: ‘We weten heus wel dat mensen in biologisch opzicht niet gelijk zijn! Maar als we geloven dat we allemaal gelijkwaardig zijn, kunnen we tenminste een stabiele, welvarende samenleving opbouwen.’ Daar heb ik niets tegen in te brengen. Dat is precies wat ik bedoel met imaginaire orde’. Wij geloven niet in een bepaalde orde om hij objectief waar is, maar omdat het geloof erin ons in staat stelt om effectief samen te werken en een betere samenleving op te bouwen.”[3]
Je leest hier dat als je consequent vanuit de evolutie denkt het niet zo is dat het leven op zich beschermwaardig is. We kunnen dat wel afspreken maar het leven op zich is niet beschermwaardig. Er ligt in de schepping geen echte norm voor het leven omdat het bestaan van de HERE, de Schepper van alle dingen ontkend wordt. We zijn voor ons leven en onze omgang met elkaar niet verantwoordelijk tegenover de Schepper van het leven. Beschermwaardigheid zou vanuit het ontstaan van het leven niet beter zijn dan het recht van de sterkste.
Je ziet hier hoe de wereld op zijn kop wordt gezet. Deze gedachten vormen een voedingsbodem voor de gedachte dat het een mensenrecht is om het ongeboren leven te doden als dat je beter uitkomt. Het recht van de sterkste. Het recht van iemand die een sterkere persoonlijkheid heeft dan het ongeboren kind krijgt zo voluit zijn kans.
Tussenopmerking
Voordat ik nu verder ga, wil ik er wel op wijzen dat vrouwen en mannen in onze samenleving heel erg kunnen worstelen als er een zwangerschap zich aandient. Dat is zeker zo wanneer in de kerk een vrouw of meisje in verwachting raakt zonder ze getrouwd is. Een van de belangrijke dingen is dan hoe wij reageren. Moeten vrouwen en meisjes bang zijn voor een heel veroordelende houding in de kerk? Een houding waardoor er eerst een walm van verontwaardiging op hen afkomt als ze het vertellen. Een houding die de Joodse leiders in Johannes 5 aannamen tegenover een overspelige vrouw. Als dat de stemming en houding in de gemeente is, is de kans op angst waardoor vrouwen voor hun gevoel richting abortus geduwd worden heel groot. Het is belangrijk om juist in die moeilijke omstandigheden om die ander heen te staan. Om graag te willen helpen waar het maar kan. Om een gemeenschap van liefde te zijn die om een ongetrouwde vrouw in verwachting heen staat. Zonder om wat verkeerd was daarmee goed te keuren. We zijn allemaal mensen die de zonden in eigen leven kennen. Dagelijks vergeving nodig hebben. We hebben het juist in omstandigheden dat we het daardoor moeilijk in ons leven hebben zo nodig dat andere ons bemoedigen en helpen op de goede weg. Om juist niet verder op het verkeerde pad te gaan. De gemeente zal juist in zulke omstandigheden een veilig en warm thuis moeten zijn.
Wanneer beschermwaardig
Hoe staat het nu met de beschermwaardigheid van het ongeboren leven? Is het zo dat het ongeboren leven een mens wordt als we het in de buik van de moeder voelen bewegen? Is het een mens na de wettelijke datum die vastgesteld is waarna geen abortus meer mag plaatsvinden? Er zijn vroeger discussies geweest over het moment waarop de ziel in het ongeboren leven door God gegeven zou zijn. Is dat dan het begin van een echt beschermwaardig menselijk leven? Of moeten we nog verder gaan zoals sommigen in onze tijd doen dat dit pas bij de geboorte of zelfs nog later pas het geval is. We kunnen over de verschillende mogelijkheden die hier genoemd worden veel schrijven. Ik ga dat nu niet doen. Ook de discussie over wanneer de ziel nu in het ongeboren leven komt, is niets anders dan speculatie. Wanneer we de Bijbel als het Woord van God lezen, zien we dat het lichaam er vanaf het allereerste begin toe doet. Vanaf het begin wanneer een embryo ontstaat, is er sprake van een mens die de HERE gegeven en gevormd heeft.
Het is wel degelijk de Schepper die de mens vanaf het begin als Zijn beeld schept. Wanneer Job in zijn heel moeilijke omstandigheden tot God klaagt, doet hij ook een beroep op de HERE omdat die hem vanaf het begin gevormd heeft. Op een heel mooie manier wordt door hem het proces van verwekking en het ontstaan van een embryo waaruit hij verder gegroeid is beschreven. Hij gebruikt eerst het beeld zoals het bij de schepping van de mens in het paradijs gegaan is. Toen de HERE Adam zelf vormde en de levensadem gaf. Daarna lezen we dan: “Hebt U mij niet als melk uitgegoten, en hebt U mij niet als kaas laten stremmen? Met huid en vlees hebt U mij bekleed; met beenderen en pezen hebt U mij samengeweven.” Job 10:10,11 het sperma van de man is het begin en komt het lichaam van de vrouw binnen. Uit de vereniging van een zaadcel en een eicel ontstaan dan het embryo dat al meer groeit. Het kind wordt geboren als een mens dat met huid en haar in de buitenwereld komt.
Ons lichaam is vanaf het begin van waarde en is beschermwaardig menselijk leven. Het weghalen van dat leven is het doden van een mens. Dat de mens vanaf het begin een prachtig werk van de HERE is, lezen we op een indrukwekkende manier in Psalm 139: Want Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed. Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde. Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond.’ Vs 13-16
Ons leven is niet afhankelijk van andere mensen. Niet afhankelijk van hun oordeel of we genoeg kwaliteit van leven hebben. Deze beschermwaardigheid van het ongeboren leven vinden we ook al terug in de Vroege Kerk.[4] In die tijd was het nog niet voor iedereen duidelijk wanneer het leven begon. Het voelen van leven was het eerste wat er van werd gevoeld. De christelijke kerk was er van overtuigd dat het leven in de buik van de moeder niet gedood mocht worden.
Ik geef hiervan twee voorbeelden daarvan. Het zijn echt voorbeelden van hoe de kerk op grond van Gods Woord dacht en wat ze in die tijd voluit uitdroeg.
Het eerste voorbeeld komt uit het Smeekschrift voor de christenen van Athenagoras. Het is rond 177 na Christus geschreven. Athenagoras maakt o.a. duidelijk dat de beschuldiging dat christenen in hun samenkomsten mensenvlees eten niet klopt. In dit verband schrijft hij dan o.a. het volgende: “En wij die verklaren dat de vrouwen die middelen gebruiken om abortus te plegen een moord op hun geweten hebben en aan God voor een afdrijving verantwoording schuldig zullen zijn, hoe zouden wij een mens kunnen doden? Het zou toch inconsequent zijn wel de mening te zijn toegedaan dat het ongeboren kind al een levend wezen is en dat Gods zorg er al naar uit gaat, maar wat reeds een deel van zijn levensweg heeft afgelegd te doden, en weliswaar een boreling niet te vondeling te leggen – degenen die een kind te vondeling leggen zijn kindermoordenaars – maar hem daarna wel, eenmaal opgevoed, te vermoorden.”[5]
Een ander voorbeeld komt uit de Didache. Dit geschrift moet ergens tussen 50-150 na Christus geschreven zijn. We lezen daar dat de christelijke kerk op grond van het tweede deel van de 10 geboden het volgende in de samenleving van die tijd uitdraagt: “U zult niet doden, geen echtbreuk plegen, u niet met jongens afgeven, geen ontucht bedrijven, niet stelen, geen bezweringen uiten, geen tovermiddelen bereiden, geen abortus plegen en geen pasgeborene doden. [6]
Het is duidelijk dat God ons vanaf het begin van ons leven als Zijn beeld schept. Onze lichamen zijn maar niet een aantal cellen dat nog geen mens zijn. We lezen van Johannes de Doper als Maria bij Elisabeth komt zelfs: “En toen Elizabet de groet van Maria hoorde, gebeurde het dat het kindje opsprong in haar buik; en Elizabet werd vervuld met de Heilige Geest, en zij riep met luide stem en zei: Gezegend ben je onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je buik.” Luk 1:41,42
Ons lichaam is vanaf het begin een geschenk van God. Hij maakt ons vanaf het begin als mensen die bescherming verdienen uit eerbied voor Hem die ons gemaakt heeft. Dit betekent ook dat we bij een abortus in Gods oog met een moord te maken hebben. Het recht van de sterkste overwint dan. Het is belangrijk om in de samenleving met bewogenheid te laten zien dat ook het ongeboren leven echt een mens is. Met wie je vol liefde en teerheid hebt om te gaan. Om ook dat kind in liefde in deze wereld te ontvangen.
[1] RD 22 juni 2018 bijlage artikel: Lichaam en ziel horen bij elkaar p. 6
[2] https://www.liberties.eu/nl/short-news/15519/15379
[3] Yuval Noah Harari Sapiens een kleine geschiedenis van de mensheid 29e druk 2018 p. 121 … 122
[4] Zie hiervoor o.a. O.M. Bakke When Children Became People: The Birth of Childhood in Early Christianity Fortress Press 2005
[5] G.J.M Bartelink Twee apologeten uit het vroege Christendom (Athenagoras Smeekschrift voor de christenen 35) p. 161,162
[6] AFJ Klijn Apostolische Vaders 2 (Didache II,2) p. 108
DE WAARDE VAN HET LICHAAM III (HET ZWAKKE LEVEN)
We hebben na de zondeval niet het eeuwige leven. We hebben zelf door onze opstand tegenover God de afbraak van ons lichaam en de dood in de wereld gebracht. Allerlei beroepen zijn hiervan het gevolg. Zonder de zondeval zouden we nooit in de zorg hoeven te werken. Iedereen zou gezond zijn en veroudering en verzwakking zou er niet zijn. Dat is nu heel anders. We besteden miljarden aan de zorg. Er wordt steeds over nagedacht hoe we de kosten van de zorg in de hand kunnen houden. Dat wordt als een probleem gezien. Dat is o.a. zo omdat we gemiddeld ouder worden. Er is meer zorg nodig. Er komen bijvoorbeeld al meer mensen met dementie die hulp nodig hebben. Er wordt ook al meer gesproken over de kwaliteit van het. Niet op een neutrale manier maar vaak om daarmee aan te geven dat iemand uit het leven kan stappen als de kwaliteit van het leven te laag geworden is. Dat zijn dingen die ook op ons afkomen. In je eigen leven of als ouders of kinderen in het ziekenhuis liggen en er de vraag komt of je het goed vindt dat een behandeling gestopt wordt. Over dit laatste zou veel te zeggen zijn. Dat is ook nodig. Toch ga ik er in dit artikel niet uitgebreid op in. Dat hoop ik later nog een keer te doen.
Geest en lichaam
Ik kom terug op wat ik al in de eerdere artikelen geschreven heb. Er is in het denken van de moderne mens een heel duidelijk scheiding tussen geest en lichaam gekomen. Voor velen ben je pas een persoon als je in staat bent eigen keuzes te maken. Je bent pas echt een mens als je jezelf in het leven kunt redden. Deze gedachte leidt er toe dat al is het ongeboren leven menselijk leven je het toch kunt weghalen en dood laten gaan omdat het nog niet echt een persoon is. Deze gedachte werkt naar het leven met een beperking en een leven waarin de afbraak al meer doorzet. Wanneer iemand geen controle over eigen leven kan hebben, worden er vragen gesteld bij de kwaliteit van het leven. Als je jezelf niet meer kunt redden en van zorg afhankelijk bent, komen er in onze maatschappij de vragen of zo’n leven nog wel zin heeft. Zelfs de vraag of zo’n leven de zorg die gegeven moet worden nog wel waard is. Je moet eigenlijk gezond zijn of in ieder geval het leven nog in je eigen hand hebben om een waardevol leven te hebben. Dat je nog een lichaam hebt en dat je hart nog klopt, telt dan eigenlijk niet meer mee. Euthanasie moet mogelijk zijn als in eigen ogen de kwaliteit van leven te weinig geworden is. Er wordt zelfs voor gepleit om dat we over mensen die zichzelf bijvoorbeeld door dementie kunnen uitspreken. Zelfs besluiten om euthanasie op hen te kunnen toepassen. Wanneer we de geest van een mens losmaken van het lichaam dat de HERE geeft, komen zulke gedachten al meer naar voren.
Wanneer je geest en lichaam van elkaar gaat losmaken, wordt de stap om in lichaamsdelen te gaan handelen ook al groter. Het gaat dan niet om het afstaan van bijvoorbeeld een nier voor iemand die dat nodig heeft om verder te kunnen leven. Het gaat niet om echt barmhartigheid maar om er economisch beter van te worden. Het lichaam wordt handelswaar. De waarde van het lichaam is dan niet meer dat je het van HERE gekregen hebt om ook te wachten op het moment dat Hij jouw leven op aarde beëindigt. Ook hier werkt dan het recht van de sterkste door zoals dat in de evolutietheorie steeds weer naar voren komt. Het wordt dan zelfs dat wie veel geld heeft de sterkste is en ten koste van anderen lichaamsdelen koopt om zelf sterker te kunnen worden.
Telt iemand met een beperking mee?
In onze samenleving tellen mensen met een beperking al minder mee. Voor velen is het zo dat als voor de geboorte vastgesteld wordt dat een kind een beperking heeft het heel logisch is om dit ongeboren leven weg te halen. Je zadelt jezelf en de samenleving toch niet met zo iemand op. Dat kost zoveel energie en geld. Dat is beslist niet de weg die de HERE ons wijst. Het christelijke geloof wordt o.a. gekenmerkt voor de liefde voor wie zwak is. Wordt gekenmerkt door de vergeving die we zelf nodig hebben en graag ook anderen willen geven. Waarom zouden we juist staan voor mensen met een beperking?
Ik noem een paar redenen:
- De HERE geeft het leven. We hebben in het vorige artikel gezien dat het daarbij om het leven gaat van het allereerste begin in die buik van de moeder. De mens is naar het beeld van God gemaakt. Juist van de mens als beeld van God lezen we in Genesis 9: “Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden; want naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt.” vs 6
Ook wie met een beperking geboren wordt is een mens volgens Gods beeld. Hoe zwaar en groot de beperking ook is het gaat om een mens die onze liefde verdiend. Een mens die de bescherming van Gods gebod verdient zoals we die lezen in Exodus 20: “U zult niet doodslaan.” vs 13 Iemand met een ernstige beperking vanaf de geboorte of door ziekte en ongeluk later ontstaan, moet staat kunnen maken op onze liefde en zorg. De liefde van God gaat juist ook uit naar de zwakken. We lezen dat bijvoorbeeld heel duidelijk in Psalm 146: “Die de onderdrukten recht doet, Die de hongerigen brood geeft. De HEERE maakt de gevangenen los, de HEERE opent de ogen van de blinden. De HEERE richt de gebogenen op, de HEERE heeft de rechtvaardigen lief. De HEERE bewaart de vreemdelingen, Hij houdt wees en weduwe staande, maar de weg van de goddelozen maakt Hij krom.” Vs 7-9
Ook de mens die het zwaarst gehandicapt is, is een echt mens. De HERE wil dat naar die mens onze liefde en zorg uitgaat.
- Een tweede reden om juist voor de mensen die zwak zijn te zorgen en liefde te geven, is dat wij allemaal schuldig staan aan de zwakheid van deze medemensen.
Wij hebben samen als mensen de gevolgen van de zonde in de wereld gebracht. Niemand van ons is hier onschuldig. Wij allemaal doen verkeerde dingen. Wij allemaal hebben in ons leven verkeerde verlangens. Het kan zijn dat we sterk en gezond zijn. Toch zijn wij het samen die er voor gezorgd hebben dat andere mensen zwak zijn en soms met heel zware beperkingen lichamelijk en verstandelijk moeten leven. Wij kunnen niet zeggen daar hebben wij niets mee te maken. Die gezamenlijke schuld zorgt er ook voor dat wij die niet door beperkingen getroffen zijn er juist voor die anderen met zwakheid en beperkingen willen zijn. Ook hun leven heeft waarde. Het is onze verantwoordelijkheid om in de levens van deze mensen ook liefde en plezier te geven. De HERE zorgt niet alleen zelf voor de zwakken. Hij roept juist ons op om dit als gelovigen te doen. Steeds weer klinkt die oproep in de Bijbel. Om bijvoorbeeld voor de wees en de weduwe te zorgen. Het wordt Gods volk zwaar aangerekend als ze dat niet doen. De Here Jezus zelf maakt ook heel duidelijk dat wie Hem volgen, wie in Hem echt geloven er juist voor de zwakke naaste willen zijn. Vanuit Zijn liefde. Een voorbeeld zijn de volgende woorden van de Here Jezus in Mattheus 25: “Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed? Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen? En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.” Matt 25:34-40
Over hen die niet zo leven zegt de Here Jezus dat ze in het eeuwige oordeel komen.
Zorg en liefde voor de zwakken hoort dus bij een christelijk leven. Je ziet dan ook dat juist in de eerste eeuwen van het christendom de zorg voor ernstig zieken, voor gehandicapten en stervenden of ze nu gelovig waren of niet een heel opvallende trek van de christenen is. Rond het jaar 200 wordt er een brief geschreven aan Diognetus waarin de christelijke kerk verdedigd wordt tegenover beschuldigingen. We lezen daarin o.a. dit: “Want vreugde ligt niet in het heersen over de naasten noch in het meer willen hebben dan de zwakkeren noch in het rijk zijn en het geweld plegen jegens behoeftigen. In deze dingen kan niemand God navolgen, maar deze dingen liggen buiten de sfeer van Zijn majesteit. Maar wie de last van zijn naaste op zich neemt, die een minder bedeelde wil goed doen met dat waarin hij zelf beter af is, wie door wat hij van God ontvangen heeft aan behoeftigen te schenken wordt als een god voor die ontvangen – die is een navolger van God.”[1]
Eerder in de brief wordt over de christenen dit geschreven: “Zij delen hun tafel maar niet hun bed.”[2]
Iemand met een beperking, iemand die heel zwak geworden is, telt echt mee. Wij zijn schuldig om juist aan deze mensen liefde en zorg te geven. Vanuit Gods liefde. Het is niet aan ons om te beslissen wanneer het einde van het leven van een ander of van onszelf gekomen is.
De vraag om euthanasie
We leven in een tijd waarin de vraag om euthanasie al sterker wordt. Er zijn veel mogelijkheden om zonder pijn voor de dood van iemand te zorgen. Toch is dit iets waar wij bij weg moeten blijven. Ook onze tijden zijn in Gods hand. Het is niet aan ons om te besluiten wanneer ons leven op aarde genoeg geweest is. Zolang de HERE ons hart nog laat kloppen en er nog leven in ons lichaam is, hebben wij de taak tot zorg en liefde voor die ander. Dat vraagt van ons ook een voorbeeld van liefde te zijn voor mensen die het einde van hun leven als zwaar ervaren. Wanneer we de waarde van het lichaam terecht zo zwaar laten wegen, is het heel belangrijk om juist ook die liefde voor de ander die lijdt te laten zien. Ik noem nu drie dingen die dat in ieder geval voor ons betekent. Er zou zeker meer te noemen zijn.
- Wanneer iemand zijn of haar gedachte aan euthanasie aan jou kenbaar maakt, is het belangrijk om te vertellen waarom je daarin niet kunt meegaan. Dat geeft ons de opdracht om met liefde en meeleven duidelijk te maken dat er een goede andere weg is. Zo krijg je dan ook de kans om van Christus te getuigen.
- De liefde voor de naaste vraagt ook om een goede behandeling. Om een echt goede pijnbestrijding. Om er voor te zorgen dat een ander niet onnodig veel hoeft te lijden. Dan zetten we ons in voor een goede verzorging. Zodat je ook heel praktisch laat zien dat je om de ander geeft vanuit de liefde van Christus.
- Je wilt ook zelf waar het nodig is helpen. Waar mensen verzorging en gezelschap nodig hebben, willen we juist als gemeente van Christus er voor anderen zijn. Het is goed als de omgeving opmerkt dat juist zij die Christus willen volgen daarin een belangrijke plaats innemen.
[1] A.F.J. Klijn Apostolische Vaders 3 p. 111,112 Baarn 1967
[2] A.F.J. Klijn a.w. p. 104
DE WAARDE VAN HET LICHAAM IV (Seksualiteit)
Scheiding geest lichaam
We hebben al eerder in deze artikelen gezien dat er in onze tijd bewust of onbewust een scheiding tussen geest en lichaam wordt gemaakt. Dit heeft op verschillende manieren ook invloed op het denken over en het in de praktijk brengen van seksualiteit. In dit artikel richt me vooral het punt dat seksualiteit vooral gezien wordt als wat hoort bij het lager, bij het lichamelijke. Dat lichamelijke krijgt dan zo’n plaats dat het alleen maar gaat om uitleven van je lichamelijke verlangens. Het uitleven daarvan zegt dan niet veel over wie je bent en je neemt daarvoor eigenlijk ook geen verantwoordelijkheid. Het is alleen maar iets van het lichaam en meer niet. Eigenlijk heeft seksualiteit dan heel weinig met een relatie te maken. Zeker niet met een relatie zoals de HERE die wil. Seksualiteit alleen in de veilige relatie van het huwelijk waarin je elkaar als man en vrouw voor altijd trouw beloofd hebt.
#Metoo
Op het eerste gezicht lijkt het er op dat de losse seksuele levensstijl die er gekomen is op een kantelpunt gekomen is. Er is veel aandacht voor seksueel misbruik. Nu ook heel duidelijk in de wereld van film en entertainment. Dan zie je hoe achter het masker van veel glamour en geld er een wereld schuilgaat waar mensen elkaar misbruiken. Wat seks als een machtsmiddel wordt gebruikt. Om zelf maar de bevrediging te krijgen die je wilt. Het is goed dat hiervoor aandacht komt. Al brengt de aandacht daarvoor in de media wel met zich mee dat ook onschuldige mensen zomaar als schuldigen behandeld worden zonder dat ze schuldig worden bevonden. Zonder dat er echt bewijs is. Toch is het heel goed dat er aandacht is dit seksueel misbruik dat zich in alle delen van de samenleving voordoet. Tot ook diep in de kerk. Tot beschaming van de Christus’ kerk. Wat is het erg als kwetsbare mensen door anderen overweldigd worden en vaak voor hun leven daar de nadelige gevolgen van met zich meedragen.
Betekent deze aandacht dat er een echt kantelpunt gekomen is? Een punt waarin voor de meeste mensen duidelijk is dat de lichamelijke eenwording tussen man en vrouw in de veilige omgeving van het huwelijk de enige goed plaats is. Zijn we in de samenleving terug bij wat in een huwelijksformulier heel mooi zo omschreven wordt: “Dit verbond zijn ze aan God en aan elkaar verplicht, als ze samen een willen zijn. Want de Schepper wil een ring van trouw zien om de intieme liefde. Alleen binnen het huwelijk mogen man en vrouw zich volledig aan elkaar geven. Zo wordt het kostbare geschenk van de seksualiteit beschermd en wordt losbandigheid tegengegaan. Ons lichaam is immers een tempel van de Heilige Geest.”[1]
De #Metoo campagne vraagt terecht aandacht voor de dwang en het geweld dat mensen op seksueel gebied uitoefenen. Toch verandert er in het denken niet wezenlijk iets. Nog steeds is de gedachte leidend dat als 2 of meer mensen seks willen hebben buiten het huwelijk om dat daar niets mis mee is. Wanneer je samen het verlangen voelt om bij elkaar seksuele bevrediging te zoeken moet dat kunnen. Zo stond er een paar maanden geleden een bericht in kranten dat de grootste playboy van Italië gestorven was. Hij had bijgehouden met hoeveel, vaak jonge vrouwen hij geslapen had. Dat waren er in zijn leven 6000. Geen kwaad woord daarover. Dat moet kunnen als er maar geen dwang aan te pas komt. De losbandigheid, de seksualiteit los van Gods wet beleven is er nog steeds heel duidelijk. Dat is maar lichamelijk en daarom niet iets om je schuldig over te voelen. Op een heel sprekende manier wordt dat in Spreuken 30 zo onder woorden gebracht: “Zo is de weg van een overspelige vrouw: zij eet, wist haar mond af en zegt: Ik heb geen onrecht bedreven.” Na bevredigd te zijn en hun kleren weer te hebben aangetrokken, zeggen mannen en vrouwen in onze tijd: “Wij hebben niets verkeerds gedaan.” Dan is het geen punt om naast je huwelijk nog een tweede liefde te hebben. Dan is het geen probleem om naast je huwelijk af en toe eens met een ander voor een onestandnight te gaan of voor af entoe wat friends with benefits te hebben. Dat betekent dat je gerust eens een keer je seksuele bevrediging kunt zoeken bij iemand die je bijna niet kent maar die dag of nacht voor jou lichamelijk heel aantrekkelijk is. Of dat je vrienden hebt die af en toe best ook hun seksualiteit willen geven als jij dat denkt nodig te hebben. Seks wordt bevrediging van verlangens die dan niet je relatie met een ander raken. Want het is maar lichamelijk.
Tot een vlees worden
Het huwelijk betekent ook dat je op een bepaalde manier afstand van je familie neemt. De man moet vader en moeder verlaten en zich helemaal aan zijn vrouw geven en toewijden. De verhouding tussen die twee in het huwelijk moet voor hun nu de innigste levenseenheid in hun leven zijn. Deze woorden laten ook zien dat het de wil van God is dat het huwelijk een unieke verbintenis tussen 1 man en 1 vrouw is. Waar mensen tot één vlees worden, waar ze een totale eenheid vormen, is er geen plaats voor een derde in die verhouding. Het één vlees zijn heeft niet alleen betrekking op het seksuele. Het gaat erom dat man en vrouw in alles een levenseenheid vormen.
Die levenseenheid is in het paradijs tussen Adam en Mannin zo dat ze er naakt kunnen rondlopen. Er was niets tussen hen dat scheiding of schaamte bracht. Ze hebben elkaar volledig vertrouwd. Ze leefde in tere liefde voor elkaar. In niets waren ze voor elkaar een bedreiging. Er was geen enkele angst voor elkaar. Daarvan is het naakt zijn een teken, voor ons, na de zondeval.
Het huwelijk volgens Gods goede norm betekent dat de man zijn vader en moeder verlaat en zich aan zijn vrouw hecht. Je ziet hier dat de Schepper de plaats van de man als eerst-verantwoordelijke benadrukt. Hij heeft Adam als eerste geschapen en daarmee is de man de eerst-verantwoordelijke tegenover de HERE geworden. (Zie 1 Tim 2,12-13). De man is in het huwelijk het hoofd van de vrouw. Dat is de reden waarom van hem het initiatief moet uitgaan om het ouderlijke huis te verlaten.
De onthechting van vader en moeder moet gestalte krijgen. Dit moet er toe leiden dat de kracht en tijd die daardoor vrijkomt aan de hechting aan zijn eigen vrouw besteed wordt. Het verlaten van vader en moeder betekent niet dat je vanaf het moment van je huwelijk niets meer met vader en moeder te maken hebt. Nog altijd blijft ook dan het vijfde gebod staan dat je je ouders moet eren. Toch is de eerste verantwoordelijkheid dan voor de man een levenseenheid met zijn vrouw te vormen.
Het woord levenseenheid is belangrijk als we op het laatste deel van vs. 24 letten: “en zij zullen tot één vlees zijn”.
Wanneer je alleen op vs. 24 let zijn er drie dingen die op de hechte en innige verhouding tussen man en vrouw wijzen, welke verhouding ook een levenseenheid genoemd kan worden:
- Het werkwoord ‘hechten’.
- Niet aan een vrouw, maar aan zijn vrouw. Dat maakt al meteen duidelijk dat Gods norm is dat het huwelijk bestemd is voor een bijzondere verhouding tussen één man en één vrouw. We zien ook dat in het Nieuwe Testament op dit gedeelte als Gods norm voor het huwelijk voortgebouwd wordt. Het is Gods norm die vanaf het paradijs geldt in de hele geschiedenis.
Paulus wijst er op dat iedere man zijn eigen vrouw moet hebben en elke vrouw haar eigen man (1Kor. 7,2). We vinden dit ook weer in Ef. 5 terug. We lezen daar in de verzen 22-33 een aantal keren het meervoud mannen en vrouwen; en dan gaat het om mannen en vrouwen die ieder hun eigen vrouw of man hebben. Dat is heel duidelijk in vs. 28 en 33: “Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. ….. Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man”.
Een ander in dit verband belangrijk gedeelte in het Nieuwe Testament is 1Tim. 3,2,12. De Geest geeft daar door Paulus voorwaarden voor het ouderling of diaken worden in de gemeente van Christus. Zowel bij de voorwaarden voor ouderling als bij de diaken lezen we dan dat hij: “de man van één vrouw moet zijn”.
- Man en vrouw behoren in het huwelijk één vlees te zijn. Dat betekent dan ook dat er geen derde bij kan komen. Voor een derde is er geen ruimte.
Hier zie je hoe geest en lichaam bij elkaar horen. De lichamelijke eenheid in de beleving van de seksualiteit is door de schepper bedoeld op de geestelijk eenheid die man en vrouw in het huwelijk hebben. Die juist ook in liefde al meer naar elkaar hebben toe hebben te groeien. Geestelijk en lichamelijk zo een unieke eenheid vormen in de wereld.
Genieten van de seksualiteit
Wanneer je naar de geschiedenis kijkt, zie je dat de manier waarop over seksualiteit gesproken wordt steeds weer verandert. Je kunt zeggen dat de waardering van seksualiteit schommelt tussen verwerping en verafgoding. Tussen afwijzing van seksueel genot tot hedonisme. Heel lang hebben de gedachten van Augustinus over seksualiteit een grote invloed in de kerk gehad. Augustinus heeft sterk negatief over het genieten van de seksualiteit gesproken. Het genieten daarvan was in zijn ogen zonde. Je ziet dat o.a. in het volgende citaat uit zijn boek De stad van God. Hij schrijft daar in XIV,16: “Wij zien nergens duidelijker de vernedering van de mens dan in het orgasme van de seksuele lust. Wanneer twee mensen seksuele gemeenschap hebben, eist hun lust immers het hele lichaam voor zich op. Niet alleen het uiterlijk maar ook het innerlijk. Het brengt de hele mens in beweging, omdat de hartstocht van de ziel zich met de begeerte van het lichaam verbindt en vermengt om voor dit genot te zorgen. Dit genot kan door geen ander lichamelijk genot overtroffen worden. Het is zo dat door het hoogtepunt hiervan de helderheid en het wakker zijn van ons denken bijna helemaal bedolven wordt.”[2]
Wie vanuit een antiseksuele gedachtegang denkt, kan niet begrijpen dat God in Zijn Woord zo openlijk over de seksualiteit tussen man en vrouw spreekt. Toch maakt de Heilige Geest duidelijk dat de seksualiteit tussen man en vrouw in het huwelijk een geschenk van God is. Ik noem nu twee gedeelten uit de Bijbel die dit duidelijk maken:
- Spreuken 5:15-20: “Drink water uit uw eigen regenbak en welwater uit uw eigen bornput. Moeten uw bronnen op straat overstromen, (uw) waterbeken op de pleinen? Zij moeten voor u alleen zijn, niet voor vreemden nevens u. Uw bron zij gezegend, verheug u over de vrouw uwer jeugd: een liefelijke hinde, een bekoorlijke ree; laat haar boezem u te allen tijde vreugdedronken maken, wees bestendig verrukt over haar liefkozingen. Waarom zou u dan, mijn zoon, afdwalen naar een vreemde, de boezem van een onbekende omarmen?”
- Paulus kent in de kerken mensen die vanuit het leven met Christus het gewone leven gaan minachten. Het gewone leven en ook de seksualiteit zou minderwaardig zijn. Zijn reactie hierop is geïnspireerd door de heilige Geest: “Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” 1 Tim. 4:1-5
Een conclusie
Er valt nog veel meer te schrijven en te zeggen. Voor nu is belangrijk dat we zien dat de seksualiteit bedoeld is voor de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk. Dat daarbij ook hoort dat we genieten van de seksualiteit als kroon op de liefde die er tussen man en vrouw is. Die het hele leven van man en vrouw samen vormt zowel geestelijk als lichamelijk. In een volgend artikel iets over wat dit betekent voor een verhouding tussen mensen van hetzelfde geslacht. Is het huwelijk en daarmee de volledige beleving van de seksualiteit er alleen voor de verhouding tussen man en vrouw of ook voor andere verhoudingen. Wat betekent daarbij het lichaam dat je gekregen hebt?
[1] Gereformeerd Kerkboek Heerenveen Jongbloed 2006 p. 789
[2] Via J.H. van Wijk 2002 Venialis culpa Augustinus over huwelijk en seksualiteit In: In die Skriflig 36,3 p. 342
DE WAARDE VAN HET LICHAAM V HOMOSEKSUALITEIT
Gevoelig onderwerp
Spreken en schrijven over homoseksualiteit is een heel gevoelig onderwerp geworden. Er bestaat in Nederland vrijheid van meningsuiting maar wanneer je op dit punt een ander standpunt inneemt dan het politiek correcte komt de beschuldiging van discriminatie heel snel naar je toe. Je wordt door velen snel in het beklaagdenbankje gezet. Dat geldt voor politieke partijen, kerken, kranten, verenigingen en ook personen die er iets over zeggen dat anders is als wat de meerderheid zegt. Je wordt ook heel gauw in een heel extreme hoek geduwd. Wee je gebeente als op scholen de kinderen geleerd wordt dat homoseksuele omgang in Gods ogen niet goed is. De kans dat er een hetze tegen je gevoerd wordt is groot. Je wordt veracht, je bent achterlijk en je discrimineert. Ik loop de kans dat dit ook met mij naar aanleiding van dit artikel gaat gebeuren. Laat ik dus eerst heel duidelijk zeggen dat ik met mensen die homoseksuele gevoelens kennen heel gewoon omga. Ik praat met hen die daarmee worstelen en heb geen enkel probleem om als het klikt vrienden met hen te zijn. Ik ga om met mannen en vrouwen die ook in een homoseksuele relatie leven. Ik ga met ze om als mijn naaste die ik vanuit de liefde van God liefde wil geven. Betekent dit dat er verder niets te zeggen valt? Zeker wel. Zeker ook als het om de opvoeding gaat, als het gaat om de prediking en om een liefdevolle beoordeling van een homoseksuele verhouding waar twee vrouwen of twee mannen met elkaar omgaan als man en vrouw in het huwelijk.
Waarom zo gevoelig geworden
Een van de redenen waarom dit onderwerp zo gevoelig geworden is, is dat gevoelens belangrijker geworden zijn dan het lichaam dat we gekregen hebben. Hoe wij over dingen denken of voelen zijn belangrijker geworden dan wat de HERE als de Schepper en enige God ons zegt. De waardering van het lichaam dat God ons gegeven heeft met een bepaalde opdracht verdwijnt als wij het anders voelen of anders denken.
De HERE heeft ons als mens gemaakt. Niet alleen maar in het algemeen als mens maar ook in een van de twee geslachten die er zijn. Heel duidelijk komt dat in Genesis 1 naar voren: “En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.” Genesis 1:26,27
De HERE schept mannen en vrouwen. Hij heeft ook het huwelijk ingesteld als de verhouding tussen twee mensen om daarin vanuit unieke liefde voor elkaar de seksuele eenwording te beleven. Die seksuele eenwording is er niet alleen om kinderen te verwekken. Die is er juist als kroon op de unieke liefde tussen twee mensen die in levenslange trouw aan elkaar beleeft mag worden. Wanneer de HERE het huwelijk instelt maakt Hij ook duidelijk voor wie dat bedoeld is. Dan maakt het wel degelijk uit of het om twee mannen, twee vrouwen of een man en een vrouw gaat. De HERE stelt namelijk in het paradijs het huwelijk met de volgende woorden in: “Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.” Genesis 2:24
Het huwelijk is de plaats waar die intimiteit ook lichamelijk beleefd mag worden. Wanneer we dan ook lezen over seksuele verhoudingen die de HERE als de Schepper niet wil, lezen we dat ook van die tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Dat lezen we in Leviticus 18 en 20 zo:
“U mag niet slapen met een mannelijk persoon, zoals u met een vrouw slaapt. Dat is een gruwel.” 18:22
“Wanneer een man met een andere man slaapt, zoals men met een vrouw slaapt, dan hebben zij beiden iets gruwelijks gedaan.“ 20:13
Meerdere keren wordt geprobeerd om hier onderuit te komen door te zeggen dat het zou gaan om heidense praktijken die in een heiligdom plaatsvonden. Het vreemde is dat dit in de gedeelten waar we dit lezen op geen manier genoemd wordt. Wel dat Gods volk ook op het punt van de seksualiteit moet richten op wat de HERE zegt in plaats van wat in de wereld om hen heen gebeurt. Het is ook een vreemd argument want in deze gedeelten wordt ook verboden om kinderen te offeren zoals dat in de dienst aan de afgod Moloch in die tijd gedaan werd. We zeggen ook niet dat we kinderen wel mogen offeren als het maar niet om heidense godsdienstige redenen is. Juist in verband met Gods duidelijke voorschrift over het huwelijk in Genesis 2:24 is heel duidelijk dat ook het verbod op homoseksualiteit in dit kader staat.
Deze dingen liggen zo gevoelig omdat in onze samenleving de Schepper voor velen geen rol meer speelt. Als de HERE wel een rol speelt, moet die zich aanpassen aan onze gevoelens en onze gedachten. Wij willen met ons lichaam kunnen doen wat wij willen. Elke beperking wordt dan als discriminatie opgevat. Wie zo denkt zoals dat in Gods Woord naar voren komt zou anderen beperkingen opleggen en bezig zijn om te onderdrukken.
Terwijl als het goed is het je er juist om gaat om te laten zien wat een goed leven is waarop de HERE Zijn zegen wil geven. Hij heeft ons mannelijk of vrouwelijk gemaakt om als we tot seksualiteit in ons leven op aarde komen dat met iemand van het andere geslacht te beleven.
Toch blijft het wel gevoelig
Het zou niet goed zijn om hier dit artikel af te sluiten. Er is zeker sprake van gevoeligheid. Laten we eerlijk zijn dat het zo is dat er mensen om je heen zijn die juist die gevoelens voor anderen van hetzelfde geslacht in hun leven kennen. Dat is zo na de zondeval. Er zijn er die deze gevoelens met zich meedragen vanaf het begin. Er zijn er ook die deze richting met hun gevoelens en gedachten zijn uitgestuurd door de omstandigheden in het leven.
Wat is het dan belangrijk om tegenover deze naasten niet ongevoelig en alleen veroordelend te staan. Wat kan dit een strijd in iemands leven geven. Zeker in de kerk waar vanuit de Bijbel duidelijk gemaakt wordt dat homoseksualiteit niet is wat de HERE wil. Wat een strijd, vertwijfeling als je die gevoelens wel bij jezelf merkt. Wat heb je dan juist een steun nodig. Juist in de gemeente van Christus moeten we daarvoor heel erg openstaan. Wie eerlijk met zichzelf is, weet hoe ook in eigen leven zondige gevoelens steeds weer opkomen. Dan hebben we juist Gods hulp zo nodig. Zo nodig om ook broers en zussen in het geloof te hebben met wie je samen kunt praten om gesterkt en bemoedigd te worden. Vooral als je merkt dat die gevoelens terugkomen en die gerichtheid in je leven er is. Dat betekent als het zo blijft dat je niet tot een huwelijk kunt komen. Dat je op een manier verder alleen door het leven zult gaan. Dat geeft strijd, dat zorgt voor verdriet een aanvechting. Wat hebben we nodig dat we open staan voor die broeders en zuster. Dat er gezinnen en alleenstaanden zijn waar je thuis bent, waar je binnen kunt lopen. Waar je een stuk warmte samen met anderen kunt krijgen. Dat geldt natuurlijk ook voor alleenstaanden onder ons bij wie deze geaardheid geen rol speelt.
Gevoelig zijn voor deze broeders en zusters is in onze tijd nog extra nodig omdat de verleiding, de aanvechting om tot een homoseksueel leven nog groter is geworden dan vroeger. Het komt met meer kracht op je af als de samenleving zegt dat je echt wel zo kunt leven. Je krijgt vanuit de samenleving en vanuit veel kerken de boodschap dat homoseksueel samenleven in een verhouding van liefde en trouw geen enkel probleem is. Er wordt zelfs vanuit kerken voor gepleit om dit helemaal gelijkwaardig aan het huwelijk te laten zijn. Om ook mensen die in zo’n relatie leven toe te laten aan het avondmaal en dat ze ambtsdrager zouden moeten kunnen zijn.
Je merkt als je dit in rekening brengt hoe hoog de druk is op broers en zussen in het geloof die deze gevoelens bij zichzelf kennen maar geen homoseksuele relatie willen aangaan omdat het niet volgens de wil van God is. Ze worden dan zelfs in de kerk niet gesteund in wat hun heilige overtuiging voor Gods ogen is. Dan moet je heel sterk staan om in die overtuiging te blijven staan en zo te leven. Je wordt door veel meewarig aangekeken als je die overtuiging hebt. Dat is toch niet meer nodig in onze tijd en wat ontneem je jezelf op deze manier veel. Juist in zo’n tijd is het nodig om die broeders en zusters die vanuit Gods Woord zichzelf willen verloochenen en volgens Gods wil leven een veilig plaats in de gemeente te geven. Om ze te helpen vanuit Gods Woord om te blijven zien dat Christus die ook voor hen heeft willen leiden een homoseksueel leven niet wil. Om deze broeders en zuster echt een thuis te geven in onze huizen en in onze gemeenten. Om ze niet toch een beetje argwanend aan te kijken en op afstand van ze te blijven. Wij hebben allemaal onze zwakke plekken waarin we heel snel de weg gaan die anders is als Gods weg.
Een gebalanceerde opvoeding
De HERE heeft ons een mannelijk of vrouwelijk lichaam gegeven. Daar mee zijn we dan ook man of vrouw. Er is geen genderneutraal wezen. Ik hoop in het volgende artikel op de zogenaamde genderdiscussie terug te komen. Daarbij hoop ik dan ook aandacht te geven aan transseksualiteit en interseksualiteit. Nu eerst nog aandacht voor dat onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk. Je ziet als een soort tegenbeweging tegen homoseksualiteit en ook wel de discussie over wat nu man en vrouw is nadruk in bepaalde christelijke kringen op mannelijkheid en vrouwelijkheid. Een man moet stoer en sterk zijn. Een vrouw moet mooi en zacht zijn. We maken heel duidelijke beelden van wat volgens ons mannelijk en vrouwelijk is. De grote vraag is of dat ook de beelden zijn die HERE ons in zijn Woord geeft. Moet een man om echt man te zijn stoer en sterk zijn? Was de Here Jezus als mens stoer en sterk? Wat denk je van het verschil tussen bijvoorbeeld Ezau en Jakob? Moet een man altijd iemand zijn die initiatieven neemt en avontuurlijk is. Is een vrouw die initiatieven neemt geen vrouw meer? Wanneer we in onze opvoeding dit soort beelden op onze kinderen willen plakken kan het gebeuren dat jouw kind heel anders is dan jouw beeld. De kans is dan aanwezig dat jouw kind zich door het beeld dat je steeds voorgehouden hebt zich geen man of vrouw voelt. Daardoor met zichzelf in de knoei komt. Dat onze kinderen dan gaan denken dat ze homoseksueel zijn en het daar gaan zoeken. Het is belangrijk dat we niet het beeld van onze cultuur of onze groep of van jezelf van man en vrouw op je kinderen of onze jonge mensen wil duwen. Het is belangrijk dat onze jeugd leert dat als ze als man geschapen zijn ze ook man zijn en wanneer ze als vrouw geschapen zijn ook vrouw zijn. Dat ze dan als man en als vrouw volgens de taak die de HERE mannen en vrouwen gegeven heeft willen leven. Dan is de ene man in onze ogen wat vrouwelijker en de ene vrouw wat mannelijker maar ze zijn man en vrouw. Ze mogen met hun eigen gaven als man en vrouw volgens Gods Woord leven.
Uitzicht
Het is moeilijk om in de wereld van vandaag homoseksualiteit als zonde aan te wijzen. Het is moeilijk om als je deze gevoelens bij jezelf hebt daaraan niet toe te geven. Dat vraagt offers. Dat zorgt ook voor mensen die dan niet meer met je te maken willen hebben en je met de nek aankijken. Wie toch op grond van Christus offer voor eigen schuld en zonden niet toegeeft aan eigen gevoelens maar Gods weg gaat, mag weten dat je leven zinvol is en ook vol uitzicht is. We lezen op dit punt ook bijzondere bemoediging van de kant van de HERE zelf. De leerlingen van de Here Jezus denken dat het te zwaar voor een mens is om als getrouwden niet te mogen scheiden maar elkaar levenslang liefde te geven. De Here Jezus weet dat we dat uit onszelf niet kunnen. Toch laat Hij zien dat de Geest de kracht wil geven om juist tegen eigen gevoel en tijdsgeest in te kunnen leven volgens Gods goede geboden. We lezen dat in Mattheus 19 zo: “Niet allen vatten dit woord, maar alleen zij aan wie het gegeven is. Want er zijn ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn; en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen. Wie dit vatten kan, laat die het vatten.”
Wie in zijn of haar leven niet tot seksualiteit kan komen door welke oorzaak ook. Wie daarin Gods weg wil gaan mag weten dat hij of zij toekomst heeft in Gods koninkrijk. Met de volgende belofte die we in Jesaja 56 lezen: “Laat de vreemdeling die zich bij de HEERE gevoegd heeft, niet zeggen: De HEERE heeft mij geheel en al van Zijn volk gescheiden; laat de ontmande niet zeggen: Zie, ik ben maar een dorre boom. Want zo zegt de HEERE over de ontmanden die Mijn sabbatten in acht nemen, verkiezen wat Mij behaagt, en vasthouden aan Mijn verbond: Ik zal hun in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan die van zonen en dan die van dochters; een eeuwige naam zal Ik ieder van hen geven, een naam die niet uitgewist zal worden.” vs 3-6
'
Reactie plaatsen
Reacties