HOE HET ZO GEWORDEN IS OF HOE HET ZO KON GEBEUREN
Aantekeningen zoals ik die voor me had tijdens de lezing 30 november 2018 in Zuidhorn. In de concrete lezing heb ik op bepaalde punten wat meer en op sommige punten iet minder gezegd.
Broeders en zusters
We zitten hier bij elkaar als mensen die bezorgd zijn over het kerkelijke leven. Niet op de manier hoop ik dat we alleen bezorgd zijn over wat er in de kerkdiensten en in kerkelijke vergaderingen gebeurt. Als het goed is zijn het zorgen om het hele leven. Omdat de verkondiging van het evangelie ons hele leven raakt. Omdat Christus de God en Koning van elk moment van ons leven is. Omdat we geroepen zijn om 24 uur per dag beeld van Christus en daarmee beeld van God te zijn. De zorgen hebben er voor gezorgd dat broeders en zusters van een huis verdeeld zijn geraakt. Dat zien we vandaag in deze vergadering met eigen ogen.
Hoe gaan we deze zorgen nu benaderen. Vind de een zich daarin beter dan de ander? Kan de een zeggen dat hij of zij meer trouw is dan de ander. Zelf ben ik vanwege de prediking van het evangelie buiten de GKV geraakt. Ga ik u nu vertellen dat ik als GKNer beter ben dan de broeders en zuster die nu deel van de GKV zijn? Ik hoop dat de HERE mij daarvoor bewaart. Wij maken ons zorgen. Wij zien samen hoe een kerk die we kennen om de trouw aan Gods onfeilbare woord en aan de gereformeerde belijdenis daarvan afvalt. Ik kom daar nog uitgebreid op terug. Ik zeg daar nu eerst van dat we daaraan allemaal schuldig zijn. Ik net zo goed als al de anderen die hier zitten. Ook als ik zie wat er fout gegaan is, ook als ik door Gods genade niet met de verkeerde ideeën meega dan nog ben ik medeschuldig. Dat wil ik eerst als duidelijk toonzetting van deze lezing uitspreken. Ik neem u daarvoor mee naar Daniël. Daniël is als jongeman in ballingschap gevoerd. Als ongeveer 14 jarige jongen komt hij aan het hof van koning Nebukadnessar.
Wanneer we op zijn leven letten dan zien we vanaf zijn jeugd een leven in diep vertrouwen op de HERE. Hij is een man die opkomt voor een heilig leven met de HERE. Hij belijdt steeds weer Gods naam in een heidense omgeving. Met gevaar voor eigen dood. We zien bij hem geen meegaan met de wereld en met de cultuur. Hij eet niet van het onreine eten van de koning. Hij blijft tot de HERE bidden en blijft dat openlijk doen al staat er de doodstraf op. Hij is een heerlijk toonbeeld van geloof, van een leven waarin een zondig mens steeds de HERE wil volgen en op Zijn bescherming bouwt. Als je dat vergelijkt met wat de voorouders van Daniel en zijn vrienden deden. Als je let op de stam van Juda dan zie je daar zoveel afval. Zowel in leer als in leven. je zou zeggen dat Daniël en zijn vrienden zich wel ver boven het voorgeslacht verheven voelen. Je kunt toch niet zeggen dat ook zij schuld aan deze ballingschap en aan al die afval in het verleden hebben? Wij zijn meerdere keren geneigd om ons boven de ander te verheffen. We voelen ons beter omdat we weg zijn gegaan of omdat we nog gebleven zijn. Wat is het belangrijk dat we eerst samen uitspreken wat ook Daniël doet. Daniël verheft zich niet. Hij denkt helemaal niet dat hij geen schuld heeft aan de ellende die er over Gods volk gekomen is. Hij spreekt in zijn gebed in Daniël 9 o.a. deze indrukwekkende woorden in zijn gebed uit: “Ik bad tot de HEERE, mijn God, en deed belijdenis en zei: Och Heere, grote en ontzagwekkende God, Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen, wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen. Wij hebben niet geluisterd naar Uw dienaren, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaderen, en tot heel de bevolking van het land. Bij U, Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons de schaamte op het gezicht – zo is het heden ten dage bij de mannen van Juda, bij de inwoners van Jeruzalem en bij heel Israël, bij hen die dichtbij zijn en die ver weg zijn, in alle landen waarheen U hen verdreven hebt om hun trouwbreuk, die zij tegenover U gepleegd hebben. HEERE, bij ons staat de schaamte op het gezicht, bij onze koningen, bij onze vorsten, bij onze vaderen, omdat wij tegen U gezondigd hebben. De Heere, onze God, is vol barmhartigheid en menigvuldige vergeving, hoewel wij tegen Hem in opstand zijn gekomen. Wij hebben niet geluisterd naar de stem van de HEERE, onze God, om volgens Zijn wetten te wandelen, die Hij ons gegeven heeft door de hand van Zijn dienaren, de profeten. Maar heel Israël heeft Uw wet overtreden en is afgeweken door niet te luisteren naar Uw stem. Daarom is over ons de vervloeking en de eed uitgegoten die beschreven is in de wet van Mozes, de dienaar van God, want wij hebben tegen Hem gezondigd. Hij heeft Zijn woorden gestand gedaan die Hij gesproken heeft tegen ons en tegen onze richters die ons leiding gaven, door over ons een groot onheil te brengen, dat zich onder heel de hemel nergens heeft voorgedaan zoals zich dat in Jeruzalem voorgedaan heeft. Zoals het beschreven is in de wet van Mozes, is al dat onheil over ons gekomen. Wij hebben het aangezicht van de HEERE, onze God, niet getracht gunstig te stemmen door ons af te keren van onze ongerechtigheden en verstandig met Uw waarheid om te gaan. Daarom heeft de HEERE over het onheil gewaakt en heeft Hij het over ons gebracht. Want de HEERE, onze God, is rechtvaardig in al Zijn werken die Hij gedaan heeft, aangezien wij naar Zijn stem niet geluisterd hebben. Nu dan, Heere, onze God, U, Die Uw volk met sterke hand uit het land Egypte geleid hebt en U een Naam gemaakt hebt zoals hij heden ten dage is – wij hebben gezondigd, wij hebben goddeloos gehandeld. Heere, laten toch Uw toorn en Uw grimmigheid zich afwenden van Uw stad Jeruzalem, Uw heilige berg, op grond van al Uw gerechtigheden, want om onze zonden en om de ongerechtigheden van onze vaderen zijn Jeruzalem en Uw volk tot smaad geworden voor allen die ons omringen.” Vs 4-16
Vanuit zo’n gebed is het nodig en goed om samen te gaan kijken hoe het zo geworden is dat er grote zorgen zijn en we daarom samen willen spreken over de toekomst. Wanneer we dat gaan doen is er nog iets heel belangrijk.
Geen oneliners
Als we over deze dingen spreken is het belangrijk dat we maar niet een paar korte zinnen gebruiken. Dat we niet alleen maar zwart-wit denken. Dat we niet conservatief zijn maar echt vanuit de schrift en met goede argumenten het gesprek voeren. Dat vraagt meer moeite maar dat is wel wat er moet gebeuren. Een conservatieve kerk die alleen maar bij het oude wil blijven heeft geen toekomst. Het gaat er om dat we vanuit de levende band aan Christus leven en volgens Zijn Woord willen spreken en leven in het Nederland van de 21e eeuw. Dat we ook de taal van vandaag spreken, dat we ook echt ingaan op de argumenten, gedachten en gevoelens die er in onze tijd leven. We zouden de HERE en Zijn Woord tekort doen als we zouden zeggen dat we alleen maar moeten herhalen wat er vroeger gezegd is. Het Woord van God kent oude en nieuwe schatten en voor elke tijd is er het Woord dat antwoord geeft en de goede weg wijst in elke tijd en cultuur. Dat vraagt studie van het Woord met ons hart. Een hart dat aan de HERE met liefde verbonden is.
Dat vraagt ook om een goede omgang met de mensen met wie we van mening verschillen. Dat betekent dat ik ook in de kerk, ook als ik in gesprek ben met mensen in de kerk die een andere weg wijzen dan het Woord zelf ik er nog vanuit ga dat ze het goed bedoelen. Een valse leraar is nog altijd mijn naaste. Hij is niet vals omdat hij gemeen is maar omdat hij dingen leert die niet volgens Gods Woord zijn. Wij moeten steeds weer de argumenten die aangedragen worden serieus nemen en toetsen aan het Woord. Wij hebben steeds weer de taak om de ander niet van verkeerde bedoelingen te beschuldigen. Ga uit van de integriteit van de ander al kun je het zelf niet plaatsen. Kom steeds weer in liefde met wat de HERE ons in Zijn onfeilbare Woord zegt. Dan komen we bij de vraag hoe het nu zo geworden is. Hoe is het mogelijk dat we in een kerk zijn opgegroeid of daarvan deel zijn geworden waar juist zoveel nadruk werd gelegd op het gezag van Gods Woord voor alle tijden en culturen. Waar de betrouwbaarheid van Gods Woord en van Zijn belofte zo in ere was. wat is er veranderd en hoe was dit nu mogelijk?
De Vrijmaking
We komen als kerken als we naar de geschiedenis kijken uit de Reformatie en via de Reformatie door Afscheiding, Doleantie en Vrijmaking heen. Vanuit de vrijmaking was er juist een heel sterke nadruk op de betrouwbaarheid van Gods Woord. Wat de HERE zegt is waar. Wat de HERE belooft is echt gemeend. Vast en zeker. We zagen na de Vrijmaking de kerken waar we uit voortgekomen zijn in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw al verder bij het Woord van God wegdwalen. De cultuur en de wereld om deze kerken kreeg al meer een grote stem in deze kerken. Velen in de kerken van de vrijmaking zagen een verband tussen het niet altijd voor betrouwbaar houden van Gods belofte en het al meer loslaten van het Woord van God als het hoogste Woord. Het rapport God met ons was een duidelijke en beruchte verzegeling van het al minder je gebonden weten aan de Bijbel als het onfeilbare Woord van God.
We wilden staan voor het Woord van God. We zagen met verdriet hoe kerken om ons heen al meer een andere weg gingen dan de Geest ons in de Bijbel wees. De Bijbel werd al meer gezien als een mooi boek, zelfs nog wel een boek waarin God sprak maar toch zeker ook op veel punten cultuurgebonden. Daartegenover lieten we onze stem horen. Vanuit kampen werd dat ook met kracht gedaan. Toch zien we nu hetzelfde gebeuren heel dicht om ons heen. Nu z9ijn er kansels in de GKV van waaraf deze boodschap te horen is. Hoe is het mogelijk?
Een van de oorzaken is dat we ons vaak heel erg geconcentreerd hebben op laat ik het maar noemen de theorie. Een bepaalde manier van kijken naar de kerk en de leer. Ik weet nog dat ik als jongen van 16 jaar vanuit de synodaal gereformeerde kerken naar de GKV kwam. Wat was het heerlijk om weer heel gewoon het Woord te horen. Om mee te maken hoe dat Woord met zekerheid werd verkondigd. Toch was er iets wat mij als jongen en ook in de jaren daarna vreemd overkwam. Dat was later op een bepaalde manier ook zo in Kampen. Als het namelijk om het gewone leven ging, kon er veel mee door. Dan werd er heel anders gevoeld en gedaan dan Gods norm was. In de leer werd er terecht dichtbij het Woord geleefd maar als je het over het leven had was het of je niet te vroom moest zijn.
Ik vraag me af of onder ons in die jaren in de praktijk er niet veel te weinig geleefd is uit het verbond. Dat klinkt raar want het waren de jaren dat er juist veel over het verbond gesproken werd. Er over spreken en er uit leven is altijd weer iets anders. Dat zien we in de Bijbel ook steeds weer. Er werd door het volk van God in het Oude Testament met de mond veel waarde aan de tempel als huis van god en aan het verbond gehecht terwijl er in werkelijkheid niet dichtbij de HERE geleefd werd. Een heel sprekend voorbeeld is wat we in Psalm 50 lezen:
“Luister, Mijn volk, en Ik zal spreken, Israël, Ik zal onder u getuigen: Ik, God, ben uw God. Niet om uw offers zal Ik u straffen, want uw brandoffers houd Ik voortdurend voor ogen. Toch hoef Ik uit uw huis geen jonge stier te nemen of bokken uit uw kooien, want al de wilde dieren in het woud zijn van Mij, de dieren op duizend bergen. Ik ken alle vogels van de bergen, het wild van het veld is bij Mij.” ….
“Maar tegen de goddeloze zegt God: Hoe durft u over Mijn verordeningen te vertellen en Mijn verbond in uw mond te nemen? Want ú haat de vermaning en werpt Mijn woorden achter u weg. Ziet u een dief, dan loopt u met hem mee; en uw deel is met overspelers. Uw mond gebruikt u voor het kwaad, uw tong smeedt bedrog aan bedrog. U zit daar en spreekt kwaad tegen uw broeder, u werpt een smet op de zoon van uw moeder.” vs 8-11 …. 17-21
Was er onder ons niet teveel sprake van een praktisch verbondsautomatisme dat er theoretisch niet was. hebben we wel genoeg met ons hart benadrukt en zo geleefd dat het Woord van God niet alleen objectief de waarheid was maar juist omdat het de waarheid is, omdat het Gods zuivere stem is die ons aanspreekt. Heel direct, heel intiem. Vanuit de belofte die we vanaf het begin van ons leven hebben meegekregen.
Dat is ook iets heel belangrijks voor ons vandaag en voor de toekomst. Wat is het belangrijk dat we onze kinderen, onze jeugd laten zien en horen hoe belangrijk het is om in je hele leven met Christus te leven. dat Hij echt de belangrijkste in ons leven is en blijft. Dat we benadrukken vanuit de volledig betrouwbare schrift wat we belijden in artikel 22 van de NGB: “Wij geloven dat de Heilige Geest, om ons ware kennis van deze grote verborgenheid te doen verwerven, in ons hart waar geloof ontsteekt, dat Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst, Hem zich toe-eigent en niets meer buiten Hem zoekt. Want één van beide: òf in Jezus Christus is niet alles wat voor ons heil nodig is, òf dit alles is wel in Hem en dan heeft hij die Jezus Christus door het geloof bezit, al zijn heil.”
Wat doen we met de wereld om ons heen
Een tweede element dat ik wil noemen is dat we al meer in een omgeving kerk zijn waar leven volgens het Woord van God vreemd geworden is. Waar er een samenleving tegenover je staat op heel veel punten van je leven. Het vreemdeling zijn tussen de mensen is al nadrukkelijker naar voren gekomen. Waar het vroeger zo was dat in Nederland zuilen tegenover elkaar stonden is het nu zo dat veel zuilen verdwenen zijn. Er is veel meer een algemeen gevoel gekomen op bepaalde punten en als je daar anders denkt, tel je niet meer mee.
Zelf ben ik er van overtuigd dat de afval in ons land niet begonnen is met een verkeerde leer maar in het hart dat zich vreemd is gaan voelen. Het hart dat er graag bij wil horen, het hart dat wel op een manier God wil dienen maar dan niet als iets dat tegenover een groot deel van de samenleving staat. Twee op het eerste gezicht tegenstrijdige gedachten hebben zeker bij de theologen en bij de groep vooraanstaanden in de kerk er voor gezorgd dat er heel andere wegen zijn gegaan dan de weg van het Woord.
De twee gedachten waaraan ik denk is een zogenaamde destructie theorie en aan de andere kant dat wij als mensen echt wel iets zijn. Ik begin bij het eerste. We zien in de wereld een gedachte die uitwaaiert dat wij niet zo goed zijn als we vroeger dachten. We moeten met wantrouwen tegenover onszelf staan en tegenover allerlei dingen die mensen vertellen en menen. We moeten veel aan reflexie doen en dan ontdekken we dat we onze mening en wat geschreven en gezegd wordt vaak door mensen met een oneigenlijke bedoeling gebruikt wordt. Om macht uit te oefenen. Deze gedachte heeft veel aanhang gevonden. Het is een soort wereldse theorie die de zondigheid van de mens bevestigt. Het probleem in de kerk is dat vanuit deze gedachte ook naar de belijdenis van de kerk gekeken wordt en het lezen van de Bijbel. De Bijbel mag eigenlijk niet meer als het normatieve Woord van God gebracht worden want dan oefen je macht uit en ben je bezig je eigen mening en gevoel aan anderen op te leggen. Dat verbindt zich dan ook weer met de gedachte dat wij als mensen allemaal toch voor een groot deel onze eigen waarheid hebben. Dan wordt de hoogste norm dat je elkaar in liefde moet dragen en verdragen en vooral niet mag zeggen: Zo zegt de HERE. Hiermee komt dan ook in geding of de Bijbel duidelijk is. Heeft de HERE Zijn duidelijke Woord gegeven of niet. De duidelijkheid van de Schrift is een andere zaak die duidelijk in het geding is. Die duidelijkheid wordt aangevochten door dat we er dingen als normen lezen die niet passen bij de tijdsgeest. Dan komt het zelfs zover dat gezegd wordt dat we meer dan Paulus weten en daarom het op bepaalde punten ook beter dan Paulus weten. Dan komt het zover dat er voor gepleit wordt om niet meer naar Bijbelteksten te kijken. “Wat ethicus Ad de Bruijne betreft, is er in de kerk sowieso te lang gesproken over de vraag: hoe moeten we omgaan met homo’s die voor een relatie kiezen? Dat is ethiek in de derde persoon, zoals De Bruijne het verwoordt.
Hij vergelijkt het met een stel dat voor de vraag staat of ze open staan voor zwangerschap via ivf. ‘Als jij zegt: “Het is belangrijk om elkaar niet te veroordelen, we aanvaarden jullie”, dan laat je dat stel alleen achter met de vraag hoe zij ermee om moeten gaan, de ethiek in eerste persoon.’ De Bruijne zou het gesprek over bijbelteksten het liefst even willen staken, zegt hij. Homoseksualiteit zoals het vandaag wordt beleefd, komt niet voor in de Bijbel, aldus de ethicus. ‘Maar de Bijbel zegt wel dingen die ermee te maken hebben. De ethische bezinning vraagt dus een bredere aanvliegroute.’
ND 17 november.
De Bijbel als Gods duidelijke Woord krijgt al minder een plaats en wordt vervangen door een eigen rode lijn van de Bijbel. Voor uitgebreide bespreking van dit punt zoals dit bij prof de Bruijne speelt verwijs ik naar: https://www.evangeliebelijden.nl/artikelen/een-verbeterde-visie We zien hier steeds weer terugkeren het punt van de liefde als principe wat Gods concrete geboden laat vervagen. Een voorbeeld waar je ziet dat onder druk dit veel invloed heeft vind je in het verslag van hetzelfde congres over homoseksualiteit in het RD van 17 november:
“Dagvoorzitter Ad de Boer vroeg dr. Hoek wat zijn visie betekent als iemand met een homoseksuele relatie toegang tot het avondmaal vraagt. Dr. Hoek: „De Heere Jezus Christus kijkt Petrus diep in de ogen en zegt: Simon, zoon van Jonas, heb je Mij lief? Als dat er is, wie zouden wij dan zijn om de weg naar de tafel des Heeren te versperren?”
We zijn met dit concrete voorbeeld al gekomen bij het tweede dat een heel belangrijke plaats inneemt in de ontwikkelingen in de GKV en andere kerken. Dat is een positief mensbeeld. Tegenover het erkennen van verkeerde neigingen in een mens staat ook dat we toch positief moeten spreken en dat we van onszelf waarde hebben. Je ziet ook in de prediking al meer verdwijnen dat over de zonde, over de toorn van God gesproken wordt. Zelfs wordt van tijd tot tijd het doopsformulier aangepast omdat mensen het eerste gedeelte er van en de eerste vraag niet meer zo kunnen meemaken. Mensen moeten niet opgeroepen te worden om zich te bekeren maar ze zijn al geliefd bij God. Dat moet ze verteld worden en waar zij zich goed bij voelen moeten ze over het algemeen kunnen doen. Als dat volgens de maatschappij goed is en de Schrift spreekt er anders over dan moeten we de cultuur van nu volgen. Dat is de weg die de Geest met ons is gegaan. Dan kom je bij het punt van de verhouding tussen Bijbel en cultuur.
Bijbel en cultuur
De verhouding tussen Bijbel en cultuur zoals daarover in o.a. GKV meerdere keren gesproken wordt komt duidelijk uit in de artikelen van ds JM Haak GKV predikant te Dordtrecht. Ik maak hier gebruik van een deel van een artikel dat ik in 2016 schreef. Het hele artikel kun je vinden op: https://www.evangelie-voor-elke-dag.nl/news/bijbel-en-cultuur-voor-de-derde-keer-enkele-opmerkingen-bij-het-actuele-debat-over-vrouw-in-het-ambt/
Ik geef hier enkele gedeelten uit het artikel van Haak weer waarin duidelijk wordt hoe hij over de verhouding tussen Bijbel en cultuur is gaan denken:
“Toch hebben de deputaten naar mijn mening een groot geloofwaardigheidsprobleem. De winst die ze boeken in dit eerlijke rapport had op dit cruciale punt groter kunnen en moeten uitvallen. Dat had gekund als de deputaten ronduit hadden toegegeven dat beslissend is hoe je als kerk in je cultuur staat; een cultuur die is opgekomen in een door het christendom doordrenkte maatschappij waarin de aandacht voor het ik en bijbehorende gelijkheid en vrijheid voor iedereen bepalend is.[iii] Eerlijk was geweest om toe te geven dat ons inmiddels duidelijk is geworden dat een manier van Bijbel lezen meer bepalend is, dat de context waarin geschreven is en gelezen wordt, en de cultuur waarin geschreven en geleefd wordt van grotere invloed is dan we tot op heden hadden aangenomen. En dan met het accent op de cultuur waarin we vandaag leven en lezen.”
“Het tweede is dat ik me meer ging realiseren dat de tijd/cultuur waarin je leeft niet gelijk onder een (theologisch) oordeel hoeft te staan (‘Gij geheel anders’!). Zo simpel is het niet: onze westerse cultuur met bijbehorende vrijheid, gelijkheid en autonomie is niet los te zien van ontwikkelingen waarin het christendom een belangrijke rol speelde.[xviii] Dank God voor zoveel goeds daarin (waarmee – moet ik dat nog zeggen? – niet gezegd is dat daarmee alles ‘dus’ goed is in onze cultuur).”[iii]
Dat de cultuur invloed op ons heeft, is heel duidelijk. We ademen de lucht van de tijdgeest elke dag in. Dat is waar. Een van mijn grote bezwaren tegen wat haak hier schrijft is dat de cultuur zoals we die nu meemaken een soort eigen kracht en openbaring naast de Bijbel wordt. Er zou door de invloed van het christelijke geloof een cultuur zijn ontstaan die door de Geest een soort zelfstandige werking naar het goede zou zijn. Het christelijke geloof zou daarin krachten gebracht hebben die zo doorwerken dat we die moeten volgen als een soort voortgaande openbaring.
Een van de belangrijke vragen is of je zo over de cultuur kunt spreken. Of je zo over een cultuur kunt spreken die in het verleden sterk door het christelijke geloof beïnvloed is. Ik meen van niet. Ik noem twee redenen waarvan de laatste voor mij beslissend is.
- Bij Haak wordt de cultuur die wij hier in Nederland in 2016 hebben op een voetstuk geplaatst. Er zijn meer culturen die sterk door het christelijke geloof gestempeld zijn maar niet tot dezelfde gevolgtrekkingen komen. Als we denken aan de cultuur in het oosten van Europa en in Rusland dan komen daar ondanks de beïnvloeding van het christelijke geloof andere dingen uit. De cultuur van ons in het westen van Europa wordt zo wel verheven boven de rest van de wereld. Hier klinkt voor mij toch te veel een superioriteitsgevoel door. Alsof wij dechristelijke en beschaafde cultuur en wereld zijn.
- Mijn belangrijkste bezwaar is dat de cultuur een soort eigen kracht krijgt. Als ik dan de Bijbel lees als het zuivere Woord van God dan zie en lees ik iets heel anders. Ik noem een paar dingen:
- De HERE heeft het volk Israël opgezocht en Zijn wet als een geweldig voorrecht aan dit volk gegeven. Hij zorgde er voor zelfs met direct ingrijpen dat het bestaan van Israël gestempeld werd door het leven met Hem. De cultuur van dit volk werd door Gods Woord en ingrijpen diep beïnvloed door Zijn Woord. De Geest zorgde onder dat volk ook altijd voor mensen die in liefde aan de HERE en Zijn Woord verbonden waren. Betekende dat nu dat er een soort kracht kwam waardoor de cultuur zich met een eigen kracht de goede kant op ontwikkelde?
Beslist niet! Hoe groot en diep is de afval steeds weer. Hoe sterk bepaalde dat steeds weer de cultuur en het volksbestaan. Wanneer het zuivere Woord van God niet meer met het hart werd gevolg kwam er afval van de HERE! Dan werd de cultuur juist de verkeerde kant opgestuurd. Is er enige reden om te denken dat wij het nu beter zouden doen?
- In het verlengde van wat we in het eerste punt zagen, zien we het ook in het Nieuwe Testament. Zelfs in de gemeenten die ontstaan door de verkondiging van het evangelie! Dat is ook van belang voor het laatste waar we in dit artikel bij stilstaan. Als je eens denkt aan de brieven die Christus aan de zeven gemeente in het boek Openbaring schrijft, lees je daar ook intens vermaan. Dan lees je van afval nadat er eerst de eerste liefde was zoals in de gemeente van Efeze. Dan lees je van dwaalleer en een leven dat los komt van het Woord van de HERE. Dan is er geen cultuur die doorwerkt. Dan wordt teruggeroepen naar de gehoorzaamheid aan het door God gegeven Woord!
Als het al zo in de kerk is en met de kerkcultuur dan is dat zeker zo met de algemene cultuur. Je leest ook steeds weer dat we onszelf en ook de wereld om ons heen moeten toetsen aan het Woord van God. De cultuur zelf wordt nergens een normatief iets voor Christus’ kerk. Het gaat om het Woord van God dat een lamp is en moet blijven in deze donkere wereld. Denk bijvoorbeeld aan 2 Petrus 1: “En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.“
We hebben altijd weer wat in ons leven speelt en hoe er in de cultuur om ons heen gedacht, gesproken en gehandeld wordt te toetsen aan Gods Woord dat ook het Woord van Christus is. Zo leren we in het licht van Christus te leven. De Geest leert ons juist door het Woord Christus kennen zoals Hij is. Wij hebben dan ook wat er in de wereld om ons heen speelt daaraan te toetsen. Je ziet dat bijvoorbeeld in Kol 2: “Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem,
geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging. Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus. Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk.” Vs 6-9.
De cultuur wordt ons in de Schrift niet voorgesteld als een zelfstandig iets waarin Gods openbaring tot ons komt. De cultuur moet juist getoetst worden aan het door God gegeven Woord en we moeten ons inzetten om de cultuur als dat mogelijk is al meer in overeenstemming met Gods Woord te brengen. Al meer volgens de wil van Koning Christus zoals we die vanuit het Woord kennen. Juist in Christus en in Zijn Woord ligt het antwoord vanuit de kerk aan de wereld. Ook aan elkaar in Christus’ kerk.
In de gedachten van ds Haak wordt volgens mij kracht en de macht van zonde veel te weinig in rekening gebracht. Het van nature niet volgens Gods wil willen leven geldt ook voor de cultuur. Als die niet meer gedragen wordt door levend geloof, door de levende band met Christus als Heer zal het juist de verkeerde kant op bewegen. Dat zien we in de westerse wereld voor onze ogen gebeuren.
Gemeente als antwoord
Ds Haak meent dat de gemeente het antwoord op de cultuur van vandaag en morgen is. . Hij beschrijft het zelf zo: “ Het gaat helemaal niet om meegaan in de cultuur (deputaten, zie hierboven). Dat is waar de discussie vaak over gaat in onze kerken. Maar zo worden we geframed en loopt ieder gesprek vast. Het gaat erom dat je in de cultuur van vandaag leeft en daarin het antwoord bént aan de cultuur; het antwoord dat Jezus geeft. Het antwoord in bijvoorbeeld de zaken die hierboven aan de orde komen. Het nieuwe gebouw dat nodig is, is deze geloofsovertuiging. Dat we op alle fronten waarin onze cultuur zich beweegt, zeggen: zo zijn wij ook en daarin laten wij ons door Jezus aanspreken. Zó worden we anders omdat we anders – vanuit Jezus – naar onszelf leren kijken. ….. Minstens moet dit erbij: waarom is het zo goed en belangrijk dat vrouwen ambtsdrager zijn? Omdat de gemeente en de buitenstaander dan kan zien dat God vrouwen tot hun recht laat komen in de gaven die Hij hen geeft. En dat vrouwen niet optreden om hun gelijkheid op te eisen zoals in onze cultuur het geval kan zijn. Een vrouw in de gemeente verkondigt het gelijk – het recht – van Jezus. Zo wordt de Heer geprezen. Dat kan in onze tijd niet anders dan door mannen en door vrouwen. Tenzij, natuurlijk, we een ‘taal’ willen spreken die niemand van onze tijd nog kent, de ‘alleen-de-man-taal’. Desnoods, negatief gezegd is het hierom belangrijk: om daarmee christenen en de buitenstaanders de mond te snoeren (‘wij/jullie discrimineren!’) zodat ieder erkent dat Gód in ons midden is. Door vrouwen ambtsdrager te laten zijn, zijn we Jezus’ antwoord aan onze cultuur. Voor sommige gelovigen misschien wennen; voor velen een ‘woord’ dat men goed zal verstaan. (Net zoals we een predikant die open is over z’n eigen twijfel vandaag niet ontslaan maar juist onder de aandacht brengen: hij spreekt de (onzekerheids)taal van vandaag en is zo het antwoord dat Jezus geeft.[xx] En ga maar door in het bedenken van voorbeelden)”[iv]
Ik kan het niet anders zien als dat er eerst iets aan de Schrift toegevoegd is. Namelijk dat tegen het Woord van de Geest in vrouwen in alle ambten moeten kunnen dienen. De gemeente wordt op deze manier de plaats waar we verder schrijven aan Gods openbaring. Wat de cultuur als goed en rechtvaardig ervaart, wordt in ieder geval minimaal norm naast de Schrift. Dat is iets heel anders dan vanuit de Schrift zoeken naar antwoorden op vragen en zaken die in onze tijd spelen en nog niet op dezelfde manier in de tijd van de Bijbel. Al met al moet je concluderen dat we op een verschillende manier de Schrift lezen. Ik wil mij laten leren door de Geest. Door het Woord dat Hij gegeven heeft en waarvan Hij zegt dat het voor 100% betrouwbaar is voor alle tijden. Het Woord is zelf het antwoord, Christus die het Woord is, is het antwoord. Het door God gegeven Woord is ook in de cultuur van vandaag het antwoord van God op de cultuur en de kerk heeft de taak om in leer en leven dat Woord door te geven als Gods antwoord. Laten we goed beseffen dat dit een groot verschil is met de opmerking dat de gemeente het antwoord is. De gemeente heeft juist in diepe afhankelijkheid en toegerust door de Geest Gods Woord in de cultuur hebben te verkondigen ook als dat voor onze cultuur een aanstoot en een ergernis is. Gods orde die Hij ons in Zijn Woord laat zien is goed voor de wereld, voor elke cultuur.
Toekomst
Samen! Achter Christus aan volgens Zijn Woord elkaar opzoeken om zo al meer samen kerk te zijn. Dan echt samen en niet alleen je moet bij ons zijn. Dan echt om je heen kijken waar we die gehoorzaamheid en liefde aan Gods Woord vinden. Elkaar opzoeken en vertrouwen in elkaar krijgen door samen vanuit het Woord te zien wat de4 HERE ook concreet voor leer en leven in 2018 ons leert. Samen weer onder de verkondiging van het Woord zoals de HERE het gegeven heeft voor alle plaatsen en voor alle culturen in de geschiedenis.
Psalm 102!
Slot lezing:
Nu dan, onze God, luister naar het gebed van Uw dienaar en naar zijn smeekbeden. Doe, omwille van de Heere, Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is. Neig Uw oor, mijn God, en hoor! Open Uw ogen om onze verwoestingen en de stad te zien waarover Uw Naam is uitgeroepen, want wij werpen onze smeekbeden niet voor U neer op grond van onze gerechtigheden, maar op grond van Uw grote barmhartigheid. Heere, luister. Heere, vergeef. Heere, sla er acht op en doe het, wacht niet langer – omwille van Uzelf, mijn God. Over Uw stad en over Uw volk is immers Uw Naam uitgeroepen.” Dan 9:17-19