IK GELOOF IN – IK GELOOF EEN, DE,HET
Geloven in
Wanneer je de Apostolische geloofsbelijdenis goed leest, zie je een opmerkelijk verschil. We gebruiken daar het woord geloven meerdere keren. De eerste drie keer is het dat ik geloof in God de Vader, in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, in de Heilige Geest.
Het gaat dan om het geloven in de Drieëenige God. Ik geloof in de ene God, ik geloof in de drie Personen die samen de ene God zijn. Met die ene God ben je persoonlijk verbonden. Je ziet dit ook in Geloofsbelijdenis van Nicea. Met iets andere woorden.
Daar ligt de nadruk op het samen belijden als kerk van Christus. Ook daar lezen we dan het woordje in als het gaat om de ene God. Als het gaat om Vader, Zoon en Geest.
Dan volgt dat we de ene kerk geloven. Zonder het woordje in.
Dan volgt dat we een doop en de vergeving van de zonden belijden. We verwachten de opstanding van de doden en het eeuwige leven.
Als het om God gaat en om de drie Personen in de Drieënige God is er het woordje in. Voor de andere dingen word dit woordje niet gebruikt.
Onderscheid
Wat betekent dat? Waarom dat onderscheid? Ik geloof niet in de kerk, niet in de vergeving van de zonden, niet in de opstanding en niet in het eeuwige leven. We moeten dat onderscheid ook in eigen leven en spreken heel goed zien en vasthouden.
Het gaat er namelijk om dat we God God laten. Dat we de dingen die God geeft niet zelf God maken. Dat we de HEERE als enige God in Zijn vrijheid erkennen. De Geest werk waar en wanneer Hij wil.
We zien dat ook in de Heidelbergse Catechismus en in de Nederlandse Gellogsbelijdenis. Ook daar komt de kerk, de doop, de vergeving van de zonden, de opstanding uit de doden en het eeuwige leven aan de orde als we beleden hebben wie God is. Het gaat in het leven om het leven met de HEERE als de ene God. In artikel 14 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt het echte leven omschreven als: “de gemeenschap met God”.
God God laten
Wanneer het gaat om de kerk, om de vergeving, om de opstanding, om het eeuwige leven zijn dat dingen die God doet en geeft. Het is belangrijk om dit te zien om er voor te zorgen dat we van de dingen die God geeft, geen goden gaan maken.
Laat ik dat proberen duidelijk te maken.
Het is de Zoon van God die Zijn kerk, die Gods volk bij elkaar brengt. Dat doet Hij volgens Zijn eigen plan. Dat doet Hij door de verkondiging van Zijn Woord. Hij stuurt mensen om het evangelie te verkondigen wanneer Hij en waar Hij wil. Waar Hij het op dat moment wil. Hij is niet gebonden aan onze plannen. Een bepaalde kerk is geen God. Een bepaalde kerk kan niet zeggen tegen een andere gemeente: jullie zijn geen kerk van Christus want wij waren er eerder dan jullie. Christus brengt bij elkaar wanneer en waar Hij wil en dan hebben wij de verantwoordelijkheid om elkaar te zoeken zonder jezelf meer of wettig te voelen dan de anderen. Als we samen ons binden in liefde aan de HEERE en Zijn Woord is dat het werk van de Geest dat we hebben te erkennen.
Als het gaat om de doop is het de Zoon van God die ons voorschrijft om te dopen. Toch is de doop geen God. Het is niet zo dat de doop ons de verlossing zelf geeft! Blijf zien dat de doop een geweldig teken van God is waarin Hij met Zijn belofte tot ons komt. Met de oproep van geloof en bekering. Als de doop God wordt, komt er het verbondautomatisme dat in alles strijdt met God ons zelf zegt in Zijn Woord.
De vergeving van de zonden is zo bijzonder. Gods genade schittert daarin zo prachtig. Toch is de vergeving geen God. Het wordt je van God gegeven als je met je hart om die vergeving vraagt. Ik kan geen beslag leggen op die vergeving. Ik kan niet bepaalde woorden uitspreken waardoor ik automatisch vergeving krijg. Wie met de HEERE in liefde verbonden is en daarom volgens Zijn wil wil leven, krijgt de vergeving door Christus verdiend.
De opstanding uit de dood en het eeuwige leven zijn geen God. Dat leven dat na Christus terugkeer op de wolken zo geweldig is, komt. Zo mooi, zo goed omdat de gemeenschap met God weer helemaal hersteld is. De mensen die op aarde bij Christus hun verlossing hebben gezocht, die door de Geest geleid als kinderen van God hebben willen leven, staan op met een volmaakt lichaam. Om eindeloos met God te leven. God is dan met ons als nooit tevoren. Dat eeuwige leven ontvangen we als we in liefde met Christus leven. Wij kunnen dat leven niet in eigen kracht naar ons toe halen. Het is geen ding waarover wij kunnen beschikken en regeren. We ontvangen het door het geloof uit genade.
Wanneer we geloven in de Vader, in de Zoon en in de Geest laten we de Geest werken waar Hij wil. Dan willen we het werk van de Geest volgen. Ook als wij het niet kunnen verklaren. de Here Jezus zegt tegen Nicodemus en ons dat de Geest zo werkt; "
Verwonder u niet dat Ik tegen u gezegd heb: U moet opnieuw geboren worden.De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is." Joh 3:7,8
Waar de Geest zo werkt dat mensen in echte liefde aan de Vader en de Zoon verbonden zijn en zo samenkomen dan is daar de kerk, daar is de doop, daar is de vergeving en daar is het eeuwige leven.
Dat leert ons bescheiden te zijn en niet hoog van de toren te blazen maar vol verwondering de HEERE te volgen en uit Zijn hand te ontvangen wat Christus voor zondaren verdiend heeft. Dan verdwijnt kerkisme, dan verdwijnt wetticisme en ook slordig leven. Dan verdwijnt verbondautomatisme. Dan willen we leven op Gods stem uit genade.
Dan willen we in Drieenige God geloven! Met Hem leven!